Veredelen III
Veredelen = alle processtappen die je aan je doek aanbrengt, zodat het doek aan de
wensen/eisen van de klant gaat voldoen.
Mechanisch
> Droog proces
Als esthetische finish (mooier, kleur, greep, wollig uiterlijk) of als functionele finish
(waterafstotend, brandwerend). Dan is er ook nog het onderscheid tussen tijdelijke finish
(wasverzachter, waterafstotende spray) en permanente finish (draag en was je er niet af).
Bij een mechanische finish pas je wrijving, druk, spanning en temperatuur toe om zo de
doekeigenschappen te veranderen.
Kalanderen (calendering)
Het doek gaat tussen de verschillende walsen heen waardoor het doek wordt samengeperst.
Hiermee kan een glanzend, zacht, dicht, compact, mat of reliëf uiterlijk verkregen worden.
Dit door middel van wrijving, druk (100-200 cm2), warmte (20-260 oC), snelheid en soorten
walsen.
Over-kalanderen = te veel druk waardoor het doek verzwakt en beschadigd.
1. Rol kalander (2 walsen)
Zacht + zachte wals = mat uiterlijk (minder hevig platgedrukt)
Zacht + harde wals = glanzend uiterlijk (platter > weerkaatst meer licht en is dichter, voller en
waterafstotender)
Hard + harde wals = doek gaat kapot
Stoffen
o Cambric = Licht gewicht, klein beetje glans, platbinding van wol of katoen
(interieur en kledingstukken).
o Batiste = Licht gewicht, dunne stof, klein beetje glans, platbinding van katoen,
wol of polyester (lingerie en voering).
2. Glazed/friction kalander (3 walsen)
Middelste rol gaat sneller en buitenste rollen zijn verwarmd met hoge druk.
Glad-staal-gladde walsen = beter glanseffcet en doek meer massa
Staal-glad-glad walsen = verschillende effecten mogelijk, geeft een matte uitstraling en
vollere grip.
Bij een synthetische stof zijn de eigenschappen meer permanent.
Stoffen
o Chintz = Platbinding van katoen. Vaak een glanzend bloemetjespatroon.
o Polished cotton = Glanzende plat- of satijnbinding.
(Beide gebruikt voor gordijnen, jurken, bekleding en voering).
3. Ciré kalander
Meer druk, warmte en polijstmiddel gebruiken voor nog meer glans (wet look). Toegepast
op katoen, polyester, nylon en blends. Harde wals wordt verwarmd en door vervlakking en
gedeeltelijke versmelting van de vezels, smelten de garens enigszins samen en worden de
dicht geweven thermoplastische stoffen waterafstotend.
, Stoffen
o Ciré fabric = wet look
o Polyester ribstof = Vaak voor outdoor kleding en parachute stof gebruikt. Om
de zoveel pics wordt een dikke draad toegevoegd, waardoor je vierkanten
ziet.
4. Embossed kalanderen (reliëf)
Er wordt een 3D ontwerp gecreëerd door middel van een harde en zachte kalander. Op de
walsen zit een patroon en dit druk je in elkaar. De harde wals bevat het patroon en drukt het
in de zachte wals. Dit werkt beter op synthetische materialen > permanent.
5. Schreiner (harde wals) / Silk (zachte wals) kalander
Er zijn hele kleine dunne lijntje in gegraveerd, 100 lijntjes per centimeter in een hoek van 26
graden. Deze zorgen voor een heel glad uiterlijk en een zachte greep. Normaal gezien krijg je
een stugger doek als je meer glans creëert, maar bij deze dus juist niet. De hitte en druk van
de walsen en de natheid van het doek spelen hierbij een rol.
Geweven stoffen = meer textuur en verbeterde drapering (voor gordijnen).
Gebreide stoffen = meer textuur en verbeterde handligging.
Stoffen
o Satin = plat, glad en glanzend door lange flotteringen. Gemaakt van zijde of
synthetische vezels.
o Poplin = platweefsel met dwarsribben. Inslagdraden zijn dikker dan
kettingdraden. Gemaakt van vele vezels en variëteiten van gewichten.
Ribbeltjesdoek.
6. Moiré kalanderen
Houtnerf patroon op 2 manieren;
Echte of antieke moiré = gladde wals, 2 stoffen met ribbels. Deze ribbels worden op elkaar
platgeperst. Uniek patroon.
Neppe moiré = gegrafeerde wals. Patroon herhaalt zich.
7. Chaising kalanderen (mangel)
Meerdere lagen die tegelijkertijd door de kalanders heengaan. Meestal bij linnen. Het effcet
is minder heftig door de druk die nu verspreid wordt over meerdere lagen.
Mangel kalanders = opgerolde doek tussen 2 of 3 walsen die een krachtige druk uitoefenen
door afwisselende afrol- en oprolbeweging. Zo krijg je een afronding van garen met een
voller weefsel, glans en linnenachtig uiterlijk.
Ketting kalanders = de walsen kunnen meerdere keren binnenin de kalander gewikkeld
worden (5 tot 13 lagen). Druk wordt zo uitgevoerd door het weefsel zelf. Zo krijg je volume,
glans en volle en compactere grip.
Ruw kalanders = voor wollen weefsels. Metalen verhoging wordt op een enkele wals
gedrukt. Door wrijving en matige druk krijg je glans.
8. Overige kalanders
Universele kalanders = uitgerust met 3-5-7 of meer walsen. Verschillende effecten;
Roleffect = afgevlakte stof, hoge dekkingsgraad, zachte grip en matige glans.
Mat effect = hoge dekkingsgraad, zachte grip en mat effect