Beste student, in deze samenvatting vind je alles wat je nodig hebt voor je Boa examen. In deze samenvatting wordt de Boa stof duidelijk en in begrijpelijke taal uitgelegd. Deze samenvatting is ook voor de nieuwe opleiding HATV, die start vanaf september 2023.
Ik heb gebruik gemaakt van afbeeld...
[Meer zien]
Laatste update van het document: 5 maanden geleden
Wat jammer dat je de samenvatting met 1 ster beoordeeld. Zou je kunnen uitleggen wat je mist in de samenvatting. Heel veel succes met leren en het voorbereiden. Mocht je nog vragen hebben stuur dan gerust een berichtje
Door: thomdonkersteeg05 • 4 maanden geleden
Door: studiesmurf • 4 maanden geleden
Wauw mega bedankt voor je goede beoordeling. Heel veel succes met het voorbereiden op je examen. Mocht je nog vragen hebben stel ze dan gerust
Door: lmdevries • 5 maanden geleden
Door: studiesmurf • 5 maanden geleden
Jammer dat je de samenvatting 1 ster geeft, stuur gerust een berichtje als er een onduidelijkheid is. Heel veel succes met leren.
Door: richardcumberbatch • 7 maanden geleden
Door: studiesmurf • 6 maanden geleden
Fijn om te horen dat de samenvatting helemaal naar wens is. Bedankt voor je mooie beoordeling. Heel veel succes met leren en natuurlijk je examen, mocht je nog vragen hebben stuur dan gerust een berichtje
Door: jadereins • 7 maanden geleden
Door: studiesmurf • 7 maanden geleden
Jammer dat de samenvatting niet naar wens is. De begrippen zijn opgedeeld in de hoofdstukken van het boek. Hierdoor kan je per hoofdstuk het juiste begrip vinden met extra uitleg. Hopelijk geeft deze informatie een stukje extra duidelijkheid. Mocht je nog vragen hebben hoor ik het graag
Boa samenvatting
Hieronder vind je de samenvatting BOA. De samenvatting is aan de hand van de
toetsmatrijs gemaakt. De toetsmatrijs is een document van het EXTH. Het EXTH
is de organisatie waar je examen gaat doen.
In de toetsmatrijs staat precies vermeld wat je moet weten voor je theorie
examen. Alle hoofdstukken die benoemd zijn in de toetsmatrijs staan ook
verwerkt in de samenvatting. Zodra de toetsmatrijs door het EXTH wordt
aangepast, pas ik de samenvatting ook aan, zo blijft deze altijd up to date!
Hieronder vind je de link waar de toetsmatrijs kunt vinden. Zo kan je deze op je
gemak teruglezen en precies zien hoeveel vragen je per onderwerp kunt
verwachten.
Extra informatie is te vinden op de site van het EXTH. Dat is de organisatie
waar je examen gaat doen.
Heel veel succes met leren, mocht je nog vragen hebben stel ze dan gerust.
https://exth.nl/content/wp-content/uploads/Toetsmatrijs-BOA-
Basisbekwaamheid-Rechtskennis-1.52-1-februari-2022.pdf
1
,Inhoudsopgave
1.1.1 Constutionele monarchie..............................................................................................................5
1.1.2 Democratische rechtstaat..............................................................................................................6
1.1.3 Gedecentraliseerde eenheidsstaat................................................................................................7
1.1.4 Scheiding der machten..................................................................................................................8
1.2.1 Provinciale staten..........................................................................................................................9
1.2.2 Gedeputeerde staten...................................................................................................................10
1.2.3 Commissaris van de koning.........................................................................................................11
1.2.4 Gemeenteraad.............................................................................................................................12
1.2.5 College B&W + 1.2.6 Burgemeester.............................................................................................13
1.3.1 wet...............................................................................................................................................14
1.3.2 Algemene Maatregel van Bestuur...............................................................................................15
1.4.1 Provinciale verordening + 1.4.2 Gemeentelijke verordening.......................................................16
1.5.1 Strafrecht algemeen ...................................................................................................................17
1.5.2 Wetboek van strafrecht...............................................................................................................18
1.5.3 Wetboek van strafvordering........................................................................................................19
2.1.1 Opsporingsambtenaar + 2.1.2 Personen belast met uitvoering taken BOA.................................20
2.1.3 Taken en bevoegdheden BOA......................................................................................................21
2.1.4 Besluit buitengewone opsporingsambtenaar..............................................................................22
2.2.1 Akte van opsporingsbevoegdheid en akte van beëdiging............................................................23
2.2.2 verkrijgen en verlenen van de opsporingsbevoegdheid..............................................................24
2.2.3 Intrekken, vervallen en beëindigen van de opsporingsbevoegdheid...........................................25
2.2.4 Het toezicht houden op de BOA..................................................................................................26
2.2.5 De instructie aan de BOA.............................................................................................................27
2.3.1 + 2.3.2 Samenwerking met de politie..........................................................................................28
2.3.3 Ambtenaar van de politie + 2.3.4 De taak van de politie.............................................................29
2.3.5 De organisatie van de politie.......................................................................................................30
2.3.6 De bevoegdheden van de politie.................................................................................................31
2.3.7 De verleende bevoegdheden aan de BOA...................................................................................34
2.3.8 Het gezag over de politie.............................................................................................................35
2.4.1 Bevoegdheid van het opsporen van strafbare feiten...................................................................36
2.4.2 Minister van justitie en veiligheid................................................................................................37
2.4.3 Het openbaar ministerie..............................................................................................................38
2.4.4 College van procureurs-generaal.................................................................................................39
2.4.5 Officier van justitie.......................................................................................................................40
2
,2.4.6 Hulpofficier van justitie................................................................................................................41
2.4.7 De rechter-commissaris...............................................................................................................42
3.1.1 Ambtseed, ambtsbelofte, eed of belofte van zuivering...............................................................43
3.1.2 Ambtsmisdrijven..........................................................................................................................44
3.2.1 Bescherming persoonsgegevens + 3.2.2 verzamelen, verwerken en verstrekken van
persoonsgegevens................................................................................................................................45
4.1.1 Eigen bevindingen.......................................................................................................................46
4.2.1 Aangifte.......................................................................................................................................47
4.3.1 Klacht...........................................................................................................................................49
4.3.3 Klachtdelicten..............................................................................................................................50
5.1.1 legaliteitsbeginsel........................................................................................................................51
5.2.1 Territorialiteitbeginsel en vlagbeginsel........................................................................................52
5.3.1 strafbaar feit................................................................................................................................53
5.3.2 Wettelijke strafuitsluitingsgronden.............................................................................................54
5.3.3 strafbepaling................................................................................................................................56
5.4.1 Poging tot een misdrijf.................................................................................................................58
5.4.2 Voorbereiding van een misdrijf...................................................................................................60
5.5.1 Daders en medeplichtigen...........................................................................................................61
5.5.2 Rechtspersonen...........................................................................................................................64
5.6.1 Samenloop van strafbare feiten..................................................................................................65
5.7.1 Jeugdige personen.......................................................................................................................66
6.1.1 De verdachte...............................................................................................................................67
6.2.1 Opsporingsbevoegdheden en toezichtbevoegdheden................................................................69
6.2.2 Opsporingsbevoegdheden...........................................................................................................70
6.2.3 Misbruik van de opsporingsbevoegdheden.................................................................................71
6.2.4 Opsporingsbevoegdheden ten aanzien van een jeugdige verdachte...........................................72
6.2.5 Rechtsbescherming minderjarige verdachte...............................................................................73
6.2.6 Opsporingsbevoegdheden bij vrijwillige en niet vrijwillige medewerking...................................74
6.2.7 Opsporingsbevoegdheden bij herhaalde en voortgezette toepassing van bevoegdheden.........75
6.2.8 Strafbaarheid gedrag jegens een ambtenaar...............................................................................76
6.3.1 Staande houden...........................................................................................................................79
6.3.2. Vaststellen identiteit...................................................................................................................80
6.3.3 Toonplicht identiteitsbewijs + 6.3.4 het identiteitsbewijs...........................................................81
6.3.5 Het naamrecht.............................................................................................................................82
6.3.6 Ontdekking op heterdaad en ontdekking buiten heterdaad.......................................................83
3
,6.3.7 Aanhouden van een verdachte....................................................................................................84
6.3.8 Geleiden van de verdachte voor de (hulp) officier van justitie....................................................86
6.3.9 Bevel tot ophouden van een verdachte voor onderzoek.............................................................87
6.3.10 Uitnodiging tot afleggen verklaring + 6.3.12 Verhoren van een verdachte...............................88
6.3.11 Rechtsbijstand...........................................................................................................................89
6.3.13 De processtukken......................................................................................................................90
6.3.14 Inverzekeringstelling van een verdachte...................................................................................91
6.3.15 In voorlopige hechtenis nemen van een verdachte...................................................................92
6.3.16 Geleiden van de verdachte voor de rechter-commissaris.........................................................94
6.3.17 Dagvaardingen van een verdachte............................................................................................95
6.3.18 Pro-formazitting.........................................................................................................................96
6.4.1 Strafvorderlijke fouillering ter inbeslagneming...........................................................................97
6.5.1 Inbeslagneming van voorwerpen................................................................................................98
6.6.1 Binnentreden in de woning.........................................................................................................99
6.6.2 Betreden van enkele bijzondere plaatsen.................................................................................101
7.1.1 De functie van het proces-verbaal............................................................................................101
7.1.2 De vervolging of afzien of niet voortzetten van vervolging........................................................102
7.1.3 De strafbeschikking....................................................................................................................103
7.1.4 De Halt-straf..............................................................................................................................104
7.2.1 Opmaken van het proces-verbaal..............................................................................................106
7.2.2 De inhoud van het proces-verbaal.............................................................................................107
7.2.3 Het doen toekomen van het proces-verbaal aan de juiste functionaris....................................108
8.1.1 Opdracht aan de rechtelijke macht...........................................................................................109
8.1.2 De rechtbanken strafrecht.........................................................................................................110
8.1.3 De gerechtshoven......................................................................................................................111
8.1.4 De hoge Raad.............................................................................................................................112
8.1.5 De procureur-generaal bij de hoge raad....................................................................................113
8.2.1 De rechterlijke beslissing...........................................................................................................114
4
, 1.1.1 Constutionele
monarchie
Een constutionele monarchie: Wordt ook wel een rechtstaat genoemd waarbij
een land wordt bestuurd door de koning die onschendbaar is. De ministers zijn
politiek verantwoordelijk, de koning beslist eigenlijk niets.
Wat is de grondwet: De Grondwet bevat regels voor onze staatsinrichting.
Daarbij legt de grondwet ook de grondrechten van burgers vast. Iedereen
moeten zich houden aan de grondwet, de grondwet is er voor de burgers, via
de grondwet worden ze beschermd tegen de overheid.
Staat: Een staat is een land die een eigen grondgebied heeft, waar een
bevolking op woont die een eigen gezag heeft. Dus onthoudt:
- Eigen grondgebied.
- Een bevolking.
- Een eigen gezag.
Waaruit bestaat de regering: De regering bestaat uit de koning en ministers.
De koning hoort wel bij de regering, maar is eigenlijk iemand die de lintjes
doorknipt en zijn handtekening onder de nieuwe wetten zet. Hij beslist niet
mee met het maken van de wetten.
Waaruit bestaat het kabinet: Het kabinet bestaat uit de ministers en
staatssecretarissen.
5
, 1.1.2 Democratische
rechtstaat
Een democratische rechtstaat is een land waar eigenlijk bijna alles wordt
bepaald door de burgers, wij burgers hebben actief en passief kiesrecht dat
betekend dat je mag kiezen of gekozen mag worden. Je moet je als burger wel
houden aan het Nederlandse recht. Je mag dus niet iets doen wat bij wet
verboden is.
Actief kiesrecht: Betekend dat jij mag kiezen. Je gaat naar een stemhokje om
daar je stem uit te brengen op bijvoorbeeld een politieke partij.
Passief kiesrecht: Betekend jij kan je verkiesbaar opstellen. Jij staat zelf op de
lijst en er kan op jou gestemd worden.
Parlement: Bestaat uit de Eerste en de Tweede kamer, een ander woord voor
parlement is de Staten-Generaal. Ook deze benaming wordt vaak gebruikt,
bijvoorbeeld bij prinsjesdag.
De burgers hebben veel invloed op het parlement. Elke 4 jaar kunnen wij
stemmen op een politieke partij. Je mag alleen stemmen als je 18 jaar of ouder
bent en niet bent uitgesloten van het stemrecht.
De Eerste kamer: Bestaat uit 75 leden, zij worden ook wel senatoren genoemd.
De Eerste kamer mag alleen een nieuwwetvoorstel of een wetwijziging goed of
afkeuren. Ze mogen dus geen aanpassingen doen.
De Tweede kamer: Bestaat uit 150 leden. De tweede kamer heeft meer
mogelijkheden. Zijn mogen een nieuwwetvoorstel aanbieden dat noemen ze
ook wel het recht van initiatief. Ook mag de tweede kamer een wet wijzigen
dat noemen ze het recht van amendement. Om een wet te mogen wijzigen
hebben ze bij beide kamers de meerderheid nodig.
Recht van initiatief: De Tweede kamer mag een nieuwwetvoorstel aanbieden.
Recht van amendement: De Tweede kamer mag een wet wijzing aanbieden.
6
, 1.1.3 Gedecentraliseerde
eenheidsstaat
De centrale overheid: Nederland treedt naar buiten als 1 land. Maar Nederland
is onderverdeeld in Provincies en Gemeentes.
Een gedecentraliseerde eenheidsstaat: Betekend dat het centrale bestuur een
deel van de macht heeft afgestaan aan lagere bestuursorganen. Bijvoorbeeld
de provincie, de gemeente en waterschappen.
De decentrale overheden: Zijn provincies, waterschappen en
gemeenschappelijke regelingen.
Lagere overheden zijn, bijvoorbeeld de gemeente en de provincies zij hebben
een beperkte macht. Zij mogen hun eigen wetten en regels maken maar die
gelden alleen binnen die provincie of die gemeente waar de wet is gemaakt.
Ook mogen die wetten of regels niet in strijd zijn met de wet.
Bijvoorbeeld: Het is verboden om te stelen dat staat in de wet vastgelegd, de
provincie of de gemeente mag niet besluiten om dat niet strafbaar te stellen in
de gemeente of provincie.
7
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studiesmurf. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,98. Je zit daarna nergens aan vast.
