Biomedisch colleges aantekeningen periode 1
Datum start: 05-09-2023
Kick-off
Les 1.1 Anatomie en Fysiologie circulatie
Je kunt uitleggen:
- Hoe de grote en de kleine circulatie verlopen;
- Wat de verschillen zijn tussen de verschillende bloedvaten (arteriën, venen,
capillairen);
- Hoe het hart is gebouwd (inclusief kleppen en bloedvaten);
- Uit welke fases een hartcyclus is opgebouwd;
- Hoe de impulsgeleiding tot stand komt;
- Welke relatie er bestaat tussen de impulsvorming & geleiding over het hart en ECG;
- Door welke factoren de vorm van een ecg wordt bepaald.
Rechterventrikel en rechteratrium naar de voorzijde. Linkerventrikel en linker atrium naar de
achterzijde. Hart nijgt naar linkerzijde. As van het hart ligt wel in het midden van de thorax.
Kamer = ventrikel
Boezem= atrium
Bovenste holle ader= vena cava (cava=holle) superior
Longslagader (arteria pulmonalis), bestaat uit zuurstofarm bloed.
Longaders (venae pulmonalis)
Onderste holle ader (vena cava inferior)
4 kleppen in hart. Kleppen zorgen voor het tegenhouden van het bloed, opbouwen van druk
(prikkel ontstaat, hartslag begint). Kleppen zitten tussen de kamer en ventrikel. Kleppen
worden gesloten door de druk.
,Hartwand:
- Glad spierweefsel (myocardium= spierweefsel binnenzijde), endocard (laagje
bindweefsel, dun laagje endotheel). Endotheel= start je stolling. Epicard (stukje
epitheel), bindweefsel geeft stevigheid
- Pericard betekent verder weg, hoort niet bij het hart. Hier zit vocht voor wrijving. Soort
stootwand voor bescherming.
Circulatie: de bloedvaten
Twee circulatiesystemen: kleine bloedsomloop → Pulmonale circulatie. Grote bloedsomloop
→ Systemische circulatie.
Kleine bloedsomloop via de longen. Zuurstofrijk bloed vanuit longen komt uit in linker atria.
Vanuit hart gaat zuurstofrijk bloed via de aorta naar de weefsels in het lichaam. Via de Vena
cava superior en inferior komt het uit in de rechter atria.
Grote bloedvaten vormt een buis systeem, dit bestaat uit 5 typen bloedvaten. Arterie wordt
slagader genoemd (vervoert bloed van het hart af, naar de weefsels toe). Snelheid van het
bloed is hierin erg hoog, daarom gespierde vaatwanden. De longslagaders en aorta zijn de
grootste slagaders.
Arteriolen zijn vertakkingen van een arterie. Bevat gladspierweefsel wegens uitzetten en
samenknijpen van het vat. Zij kijken wat de behoefte is van het weefsel.
Capillairen bestaat uit een laag cellen, ze zorgen voor de uitwisseling van zuurstof,
koolstofdioxide en afvalstoffen.
Vervolgens venule: kleine venen (aders), zuurstofarm bloed met afvalstoffen en
koolstofdioxide naar het hart. 65% van het bloed verzamelt zich in de venen. Vaatwanden
zijn dunner omdat de bloedsnelheid langzamer is dan in de slagaders.
Endotheel onderdeel van de binnenste vaatwand. Dit zorgt voor het doorlaten van opgeloste
stoffen, zorgt voor uitscheiding van stoffen, vervolgens kunnen de vaten samenknijpen of
uitzetten. Ook zorgt de Endotheel ervoor dat de stofjes makkelijker door de vaten kunnen
stromen en dus trombus vorming voorkomen.
Arteriën (verschillende vaten):
- Elastische arteriën: weinig vaatweerstand, kan makkelijk en veel bloed doorstromen
Elastine = zorgt voor rekbaarheid, relatief weinig glad spierweefsel
- Musculeuze arteriën: bevat gladde spiercellen, zorgen voor samenknijpen
(contracteren) en uitrekken (dilateren)
Een stuk smaller. Zorgt voor verdeling over het bloed
Arteriolen:
- Vertakken zich meer en gaan over naar de capillaire vaten
- Metateriolen = fase waarbij de arteriolen zich vertakken en uitkomen bij de capillaire
vaten. Vervolgens kom je uit bij de venule. De kleine “kraantjes” die open kunnen
staan en dichtgeknepen kunnen worden om de bloedtoevoer naar de haarvaten te
bepalen.
, Capillairen (haarvaten):
- Vaatwanden zijn dus dun: endotheel laag.
- Continue capillairen: bestaat uit endotheel laag die continu en aaneengeschakeld ligt.
Moleculen en water kunnen verplaatsen.
- Gefenestreerde capillairen: hier zitten poriën in endotheel die vloeistof en opgeloste
stoffen bevatten.
- Sinusoïden: poriën en ruimte tussen endotheelcellen in. Ruimtes voor witte eiwitten
en bloedcellen die door de wand heen kunnen. Is in de mild en beenmerg voor
aanmaak van bloedcellen.
Venulen: kleine vaten
- Betrokken bij terugstroom van het bloed richting het hart
- Dunne wand, weinig spiercellen, veel ruimte zodat bloed erdoorheen kan stromen
- Grote reservoir functie, druk is laag (verder in de circulatie en van het hart)
Anatomie van het hart
Het hart heeft de grootte van een vuist.
Apex= punt van het hart, wijkt af naar links.
Het bloed van de organen die onder het hart gelegen zijn, wordt via de vena cava inferior
ingebracht in het rechter atrium.
Deze kleppen zitten tussen de atrium en ventrikels in, daarom de AV-kleppen:
Drieslippige klep= tricuspidaalklep
Tweeslippige klep= mitralisklep
Semi lunaire kleppen:
Pulmonalisklep en de Aortaklep
Opbouw hartwand, van binnen naar buiten toe:
- Endocard/Endocardium
- Myocard/Myocardium
- Epicard/Epicardium
Endocard:
- Endotheel is de binnen kleding van de hartwand en de hartkleppen. Dit is een gladde
laag om te voorkomen dat bloedcellen aan elkaar gaan plakken.
Myocard:
- De gespierde wand van het hart
- Relatief een dikke laag, wegens het toepassen van spierbewegingen
Epicard:
- Een onderdeel van het Pericard
- De binnenste laag van het Pericard (hartzakje)
- De buitenste laag van het hart vormt de Epicard
- Het hartzakje dat loopt rond het hart, met daartussen een Pericard holte met een
soort gel laag waardoor er geen frictie komt als het hart beweegt.
- Het hartzakje zorgt ervoor dat het hart goed blijft positioneren in de borstkas en dat
het hart zich goed kan uit- en samentrekken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 713891V. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.