Maatschappijleer Pluriforme samenleving
Pluriforme Samenleving:
● H1: Pluriformiteit in Nederland
● H2: Cultuur en identiteit
● H3: Nederland is veranderd
● H4: Migratie naar Nederland
● H5: Samenleven betekent integreren
● H6: Integratie gaat niet vanzelf
● H7: Met wie ben je verbonden?
H1: Pluriformiteit in Nederland
Pluriforme samenleving
● Pluriforme samenleving: een land waarin mensen naast elkaar leven met
uiteenlopende godsdiensten en levensstijlen en waar een redelijke mate van
verdraagzaamheid heerst
Wat is cultuur?
● Cultuur: alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of
samenleving met elkaar delen
● Normen en waarden zijn belangrijke cultuurkenmerken
○ vrijheid van meningsuiting is de kernwaarde in veel westerse landen
● Andere cultuurkenmerken; kennis, gewoonten, kunst, sport, symbolen, feestdagen
Dominante cultuur Subcultuur Tegencultuur
- alle waarden, normen en - binnen een groep wijken - groepen die zich verzetten
gewoonten die de sommige waarden, normen tegen (delen van) de
meerderheid van de en cultuurkenmerken af van dominante cultuur of daar
bevolking met elkaar de dominante cultuur een bedreiging voor vormen
deelt
- specifieke levensstijl: - feministen
- Nederlandse taal gothics, boeren,
- gelijkwaardigheid moslims, hipsters
mannen/vrouwen - iedereen is onderdeel
- tolerant van verschillende
subculturen
, Culturele diversiteit
Stad en platteland
● Stad: mensen zijn gewend aan drukte en anonimiteit
● Individuele vrijheid, jongeren voelen zich vaak vrijer dan in dorpen
● Dorp: onderlinge betrokkenheid en sociale cohesie
● Provincie: grote verschillen tussen provincies, vb;
Groningen (nuchterheid), Brabant (genieten van het leven)
Jong en oud
● Culturele verschillen tussen jou en je ouders of je grootouders
● Andere kleding, muziek, bezigheden
● Ouderen zijn opgegroeid zonder de digitale wereld, daardoor hebben zij een ander
referentiekader dan jongeren
● Generatieverschillen kunnen leiden tot een generatieconflict als ouders en
kinderen elkaars visie en leefstijl niet begrijpen
Beroep en maatschappelijke positie
● Bedrijfscultuur: alle waarden, normen en gewoonten die er in een bedrijf gelden
● Als je ergens werkt moet je je hieraan aanpassen
○ Denk aan positie tegenover je baas, kledingvoorschriften
● Verschil in salaris zorgt voor verschil in gedrag
● Maatschappelijke positie, inkomen beïnvloeden leefstijl (woonplaats, clubs, etc)
Mannen en vrouwen
● Gedrag van mannen en vrouwen wordt bepaald door de cultuur
● Manier van kleden, hobby’s en interesses
○ Wordt beïnvloed door persoonlijke keuzes en rolpatronen
● Rolpatronen: algemene verwachtingen/opvattingen over iemands gedrag
Etniciteit
● Door migratie veel verschillende (etnische) subculturen
● Autochtoon: iemand die in Nederland is geboren en van wie de (groot)ouders ook
hier geboren en opgegroeid zijn
● Allochtoon: iemand die zelf, of als een van de ouders in het buitenland is geboren
● Deze termen zorgen voor een tweedeling in de samenleving, vaak wordt er van
mensen met een migratieachtergrond gesproken in plaats van allochtonen
Godsdienst
● Bij elke godsdienst horen opvattingen, gebruiken en feestdagen
● Christenen; zondag rustdag, joden; zaterdag sabbat, moslims; vrijdag speciale dag
● Christenen, joden en moslims geloven in 1 god, hindoes in meerdere goden en
boeddhisten in geen god
● Bij alle geloven zijn er mensen die de voorschriften streng of losser volgen
Cultuur in beweging
● Niet veranderende kenmerken cultuur: verbod op moord en diefstal
● Wel veranderende kenmerken cultuur: mode, social media, opvattingen
● Cultuur is dynamisch en verschilt in loop der tijd, per plaats, en per groep