Videoclip 1: Regeringsvormen
Men kan een onderscheid maken tussen democratische en niet-democratische staten of regeringsvormen,
monarchie en republiek, presidentiële en parlementaire stelsel, indirecte en directe democratieën.
Bij een republiek is er sprake van een staatshoofd dat niet erfelijk is. Het aanwijzen van dit staatshoofd kan door
middel van verkiezingen, aanwijzing door Commissies of door het Parlement.
Bij een monarchie is het staatshoofd een erfelijk staatshoofd. De macht die het staatshoofd heeft kan per staat
verschillen (denk aan een ceremoniële rol van de Koning).
Presidentieel stelsel: de president heeft als hoofd van de uitvoerende macht een eigen mandaat, dat los staat van
het parlement. De een kan de ander niet afzetten (behoudens uitzonderingen): er is geen vertrouwensregel. De
president heeft zijn eigen constitutionele bevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden. Voorbeeld presidentieel
stelsel: de VS.
Bij een parlementair stelsel gaat het primair om de verkiezing van het parlement op basis daarvan wordt de
regering samengesteld. Er is sprake van een vertrouwensregel tussen de regering en het parlement: de regering is
afhankelijk van en gebaseerd op het parlement. Wanneer het parlement haar vertrouwen verliest, dient de
regering af te treden. De vertrouwensrelatie is cruciaal. Voorbeeld parlementair stelsel: Nederland, VK,
Duitsland.
Er is ook zoiets als een semi-presidentieel stelsel. Frankrijk is hier een goed voorbeeld van. Er is sprake van een
onafhankelijke president, maar er is wel een vertrouwensregel tussen regering en parlement.
Bij een indirecte democratie wordt de bevolking vertegenwoordigd door representatieve
volksvertegenwoordigers; er wordt namens de bevolking besluiten genomen en wetgeving gemaakt.
Bij een directe democratie neemt de bevolking zelf besluiten (bijvoorbeeld d.m.v. referenda). Deze vorm komt
niet vaak voor; wel elementen daarvan.
Bij een democratische regeringsvorm is er sprake van invloed van en zeggenschap door de burgers. De
organisatie daarvan varieert van land tot land: bijv. verkiezing parlement, verkiezing president. Belangrijk is dat
er regelmatige verkiezingen zijn. De burger heeft invloed op het overheidsbestuur. Er moet sprake zijn van een
vrij en open publiek debat cruciaal onderdeel democratie. Er moeten vreedzame machtswisselingen
plaatsvinden.
Nederland is een monarchie met een parlementair stelsel.
VS is een republiek met een presidentieel stelsel.
VK is een monarchie met een parlementair stelsel.
Frankrijk is een republiek met een semi-presidentieel stelsel
Duitsland is een republiek met een parlementair stelsel.
Videoclip 2: De ‘nieuwe’ manier van kabinetsformatie (vanaf 2012!)
De situatie vóór 2012:
Aan de vooravond voor de verkiezingen bieden de ministers en staatssecretarissen hun ontslag aan bij de
Koning. De ministers en staatssecretarissen bleven wel demissionair aan. Vervolgens laat de Koning zich
adviseren (consultaties) en gaat op zoek naar een stabiele regeringscoalitie. De Koning benoemt één of meerdere
informateurs. De informateur begeleidt het proces van onderhandelen tussen de coalitiepartijen. Onder
begeleiding van de informateurs wordt een regeerakkoord opgesteld op basis van de onderhandelingen van de
partijen. De informateurs brengen verslag uit aan de Koning. De Koning benoemt vervolgens een formateur:
degene die op zoek gaat naar de juiste ministers en staatssecretarissen. De formateur is zelf meestal degene die
daarna minister-president wordt. Als de formatie slaagt, worden oude ministers ontslagen en nieuwe ministers
benoemd.
, De praktijk van 2012:
Aan de vooravond voor de verkiezingen dienen de ministers en staatssecretarissen hun ontslag in.
Artikel 139a RvO II is gewijzigd! In de eerste week (het duurt ongeveer een week om de verkiezingsuitslag
definitief vast te stellen) wordt vergaderd door de fractievoorzitters bij de voorzitter van de Tweede Kamer. Er
wordt een verkenner aangewezen (in 2012 was dit Henk Kamp). De verkenner gaat in gesprek met de partijen
over mogelijke coalities, maakt een voorstel en stuurt dit naar de tweede kamer. Er worden één of meer
informateurs aangesteld door de Tweede Kamer. De informateurs begeleiden het proces van onderhandelen
tussen de coalitiepartijen. Er wordt een regeerakkoord opgesteld. Vervolgens wijst de Tweede Kamer een
formateur aan: degene die op zoek gaat naar de juiste ministers en staatssecretarissen. De formateur wordt
minister-president. De Koning benoemt en ontslaat de nieuwe en oude ministers.
Cruciale verschil: De Koning benoemt geen (in)formateurs meer; dit doet de Tweede Kamer.
Ratio: meer democratische legitimatie, meer transparantie.
Videoclip 3: Behandelvoorbehoud
Voor Nederland worden belangrijke beslissingen in EU-verband genomen. Dit heeft bepaalde gevolgen. Veel
vormen van Europese wetgeving worden vastgesteld door Raad van ministers/Europese Raad. De participanten
uit Nederland zijn de ministers. De Nederlandse volksvertegenwoordiging (de Eerste en Tweede Kamer) wil
controle daarop uitoefenen.
Hoe kan het Nederlandse Parlement de Nederlands Regering beïnvloeden? Door middel van het
behandelvoorbehoud!
Het behandelvoorbehoud is opgenomen in de wet waarbij het Verdrag van Lissabon is goedgekeurd (Verdragen
moeten worden goedgekeurd om te kunnen gelden in Nederlandse rechtsorde). De goedkeuringswet is een wet in
formele zin.
STAP 1:
Art. 4 lid 1 Goedkeuringswet:
Elk der Kamers kan binnen twee maanden na ontvangst van een EU-wetsvoorstel besluiten dat zij hierover op
bijzondere manier geïnformeerd worden. Er moet gestemd worden met een meerderheid binnen een termijn van
twee maanden.
STAP 2:
Art. 4 lid 2 Goedkeuringswet:
Als een der Kamers daartoe besluit, maakt de regering onverwijld in Brussel een parlementair voorbehoud. Dit
voorbehoud houdt in dat de Nederlandse regering niet zal instemmen met het EU-wetsvoorstel, voordat er met
het Nederlandse Parlement is overlegd.
STAP 3:
Art. 4 lid 3 Goedkeuringswet:
Binnen vier weken vindt een debat plaats tussen de regering en de desbetreffende kamer. Daarbij zullen
afspraken worden gemaakt over informatievoorziening, het verloop van het wetgevingstraject en eventueel
vervolgoverleg tussen de Kamer en regering.
De regering is juridisch niet gebonden aan het behandelvoorbehoud. Politiek gezien is het onverstandig voor de
regering om een ander standpunt in te nemen dan de Kamer.
Het verschil tussen het behandelvoorbehoud en het instemmingsrecht kan men zien in art. 3 en art. 4 van de
Goedkeuringswet. Het instemmingsrecht is ten aanzien van specifieke terreinen. Het Nederlandse parlement kan
de regering dwingen om op een bepaalde manier te stemmen in EU-verband.
Er wordt niet altijd gebruik gemaakt van een behandelvoorbehoud, omdat het al moeilijk is om op Europees
niveau met alle regeringsleiders te besluiten. Als iedere Lidstaat zo’n behandelvoorbehoud inschakelt, zou het
veel te complex worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper helenegodding. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.