Ik begrijp niet wat je bedoelt. Het boek kent 21 hoofdstukken en deze zijn allemaal meegenomen in de samenvatting. Ik zie alleen dat ik per ongeluk hoofdstuk 10, hoofdstuk 11 heb genoemd (waardoor er twee keer nummer 11 staat in de samenvatting). Dat heb ik even aangepast.
Samenvatting Digitale Criminaliteit, Cyber Safety: An Introduction
1 Cyberspace and Safety
Er is een relatie tussen internet en de nieuwe leefruimte: cyberspace. Het is niet zozeer dat
mensen graag nieuwe technologieën gebruiken omdat techneuten dit uitvinden, maar
techneuten ontwerpen nieuwe technologieën omdat mensen (en zijzelf ook) het zo leuk
vinden om nieuwe technologieën te gebruiken. Mensen zijn niet alleen in staat om nieuwe
technologieën te lanceren, maar ook om ze te sturen en zelfs hun richting te veranderen.
Wij, jij en ik leven in de wereld van internet. Het is daarom onze verantwoordelijkheid om
cyberspace een omgeving te laten zijn, die mensen inspireert en ze de mogelijkheden geeft
om vooruit te komen en nieuwe veelbelevende ontdekkingen te doen.
Veiligheid is een basisvoorwaarde voor elk menselijk streven. Mensen zijn altijd de
aanstichters achter de gevaren van cyberspace. Het centrale punt van veiligheid in
cyberspace is gedrag en het grootste discussiepunt is hoe menselijk gedrag dusdanig te
beïnvloeden dat het niet voor onveiligheid zorgt.
Internet behoort tot de categorie uitvindingen die van immens belang zijn in de sociale
ontwikkeling. De uitvinding van het 'schrijven' is zonder twijfel de belangrijkste uitvinding van
alle tijden. Het internet is niet alleen een methode van communicatie, mensen bouwen ook
sociale structuren op het internet. Deze sociale structuur binnen het internet noemen we
cyberspace. De sociale structuur kanaliseert het menselijk gedrag op het internet.
Omdat het internet een sociale structuur heeft lijkt het op de echte samenleving. Een
belangrijk verschil is zijn virtuele karakter: de afwezigheid van een fysieke omgeving. Dit
betekent dat afstand en tijdverschillen op internet een kleine rol spelen. Samenvattend zijn
de twee meest belangrijkste eigenschappen van internet:
1. Het heeft een sociale structuur die we 'cyberspace' noemen en die het gedrag van
mensen in bepaalde opzichten dwingt, maar tegelijkertijd nieuwe kansen biedt.
2. De sociale structuren van internet hebben geen fysieke omgeving: afstand en tijd spelen
een ondergeschikte rol en mensen zijn fysiek afwezig.
Cybersafety: veiligheid binnen de sociale structuur van internet. Veiligheid is de meeste
effectieve bescherming tegen persoonlijk lijden: bescherming tegen de inbreuk op de
lichamelijke of geestelijke integriteit.
Cybercrimes zijn misdrijven waar ICT zowel het middel als het doel is + misdaden waar ICT
essentieel is voor de uitvoering, maar waar ICT niet het doel is.
De eerste categorie is 'cybercrime in de engste vorm' . Deze subcategorie omvat alle vormen
van misdaad waarbij ICT zowel het middel als het doel is (zoals hacken en het verspreiden
van virussen). De tweede categorie is 'cybercrime in de brede zin' . Een categorie met alle
misdrijven waarbij ICT essentieel is voor de uitvoering, maar waar ICT niet het doel is.
Sommige mensen vinden dat de tweede categorie niet als cyber crime zou moeten worden
bestempeld omdat misdrijven niet genoemd moeten worden naar het middel waarmee ze
worden gepleegd. Elke keer als er dan een nieuw middel wordt gebruikt, zou dat een nieuwe
misdaadcategorie opleveren.
1
,Het internet staat op twee manier in verband met veiligheid:
- Het biedt mensen nieuwe kansen om zich te gedragen in strijd met de norm (en dit geeft
aanleiding tot nieuwe problemen).
- Geeft nieuwe mogelijkheden voor reguleringsgedrag (nieuwe mogelijkheden om iets aan
normaal gedrag te doen).
Het internet faciliteert misdaad. Een veelvoorkomende uitspraak, maar er is geen zichtbare
toename van criminaliteit die specifiek toegewezen kan worden aan het internet. Een
tegenargument hiervan kan echter zijn dat misdaden via internet niet specifiek zichtbaar zijn
in politie statistieken.
Normen zijn overal van toepassing, ook in cyberspace. Ook in cyberspace kunnen mensen
als ze van de norm afwijken sancties verwachten. Vier typen reacties bij afwijking van de
sociale norm kunnen optreden:
1. non action: er worden geen maatregelen genomen tegen de dader.
2. informele sociale controle: andere internet gebruikers nemen maatregelen tegen de dader
3. mediation: internet gebruikers schakelen een bemiddelaar in om het conflict op te lossen.
4. formele sociale controle: internet gebruikers schakelen een formele instelling in om e.e.a.
te monitoren en actie te nemen. Incidenteel komt formele instellingen op eigen initiatief in
actie.
De meest belangrijke formele instellingen voor sociale controle op internet zijn de politie en
het ministerie van justitie. Het is daarom van essentieel belang voor de veiligheid in
cyberspace dat de politie in staat is om effectief op te treden, uiteraard binnen de kaders van
de wet en het gewone fatsoen.
Het grootste probleem waar de politie tegenaan loopt bij cyberspace is het gebrek aan
kennis, en niet alleen in termen van onderzoek.
Alleen als burgers en bedrijven zich niet op eigen kracht kunnen verdedigen op internet
wordt het een zaak van de politie. Het is wel duidelijk dat de politie hierop voorbereid moet
zijn. Het gebrek aan kennis bij de politie is het grootste probleem dat moet worden opgelost.
Hacken: het gebruiken van iemands account zonder toestemming.
DdoS attack: Het organiseren van een email bombardement
2
,2 The Internet: Historical and Technical Background
Het internet is aan het eind van 1960 ontstaan toen de Advances Research Projects Agency
(ARPA) van het Amerikaanse ministerie van Defensie het ARPAnet project initieerde om
computers van een aantal universiteiten aan elkaar te koppelen tot een netwerk.
In traditionele netwerken, zoals een analoog telefoonnetwerk, wordt circuit switching
gebruikt. ARPA vond een oplossing om het netwerk efficiënter te gebruiken door berichten
op te splitsen in datapakketten. Elk pakket wordt afzonderlijk verstuurd en kan dus een eigen
route afleggen. Routers bepalen welke route een pakket aflegt. Op de plaats van
bestemming worden de pakketten weer bij elkaar gevoegd tot het oorspronkelijke bericht.
Deze techniek wordt packet switching genoemd.
Een communicatie protocol bepaalt welke berichten in welke volgorde naar twee gebruikers
kan worden gestuurd. Het internet protocol is opgedeeld in lagen. Elke laag levert basis
functionaliteiten die kunnen worden gebruikt door de volgende laag.
In 1983 introduceerde ARPA het zogenaamde TCP/IP protocol stack en de term 'internet'
kwam in beeld. Dit communicatie protocol bestaat uit vijf lagen. Eén of meerdere protocollen
zijn op elke laag van toepassing en de interfaces tussen de lagen zijn duidelijke gedefinieerd.
Elke protocol omschrijft welke informatie wordt uitgewisseld tussen de zender en ontvangen
voor een specifieke applicatie.
De transportlaag bevat twee
protocollen. Transmission Control
Protocol (TCP) wordt gebruikt om
zeker te weten dat elk pakket
correct wordt afgeleverd bij de
bestemming. Het User Datagram
Protocol (UDP) is sneller dan TCP,
maar is minder betrouwbaar.
De netwerklaag bevat 1 protocol: Internet Protocol (IP). IP koppelt verschillende netwerken
en routes gebaseerd op IP adressen.
De datalink-laag bevat veel verschillende protocollen gerelateerd aan het fysieke netwerk.
De datalink-laag wordt gebruikt om pakketten tussen twee punten te verzenden die zijn
verbonden met dezelfde communicatie-link. Een bekend protocol is het Ethernet procol dat
wordt gebruik in local area netwerken.
De physical-laag is de laag waar de bits naartoe worden gezonden als signaal op het
daadwerkelijk medium.
3
, Elk pakket in de transport-laag is uitgerust met een 'header'. Deze header bevat ook een
zogenaamd 'port number'. Dit port number geeft aan de applicatielaag door met welk pakket
het correspondeert. De header in de netwerklaag bevat het IP adres. De header in de
datalink-laag bestaat uit de Media Access code (MAC) adres. Dit is een uniek adres
waarmee het Ethernet-apparaat mee geïdentificeerd kan worden.
Aan elk apparaat dat verbonden is met internet wordt een uniek IP adres toegekend via een
netwerk interface dat gebruik maakt van het IP protocol. Het IP adres wordt gebruik om
pakketten te versturen en te ontvangen via het internet. Je kan een IP adres vergelijken met
een telefoonnummer.
Gebruikers of bedrijven die gebruik willen maken van internet hebben een IP adres nodig dat
wordt geleverd door hun Internet Service Provider (ISP). ISP krijgt op zijn beurt IP adressen
van de Internet Corporaton for Assigned Names and Numbers (ICANN). ISP's zijn niet de
eigenaar van een netwerkinfrastructuur, zij beheren het alleen.
Het internet wordt gevormd door fysieke en logische netwerken die met elkaar zijn
verbonden en die eigendom zijn van verschillende organisaties. Het internet wordt daarom
ook wel een netwerk van netwerken genoemd.
In eerste instantie hadden IP adressen een lengte van 32 bits. IP adressen die met de
structuur van 32 bits zijn opgebouwd worden IPv4 adressen genoemd. Er ontstond in 201
een tekort aan IPv4 adressen waardoor er nu IP adressen zijn met een lengte van 128 bits.
ICANN geeft niet alleen IP adressen uit, maar ook domeinnamen. Een domeinnaam is een
menselijke, makkelijk leesbare volgorde van karakters dat is gekoppeld aan een IP adres.
Het eigen adres op internet, aangezien het de URL is die je moet aanklikken op naar een
website te gaan.
De extensie achter een domeinnaam (bijv. .nl) wordt een top level domein (TLD) genoemd.
De meeste landen hebben hun eigen TLD. Er zijn ook TLD's voor soorten organisaties
bijvoorbeeld .com voor companies en .edu voor educational organisations.
Domeinnnamen zijn belangrijk geworden voor marketingdoeleinden en profilering op het
world wide web.
Routers worden op de knooppunten geplaatst waar verschillende netwerken met elkaar in
verbinding staan. Routers zijn gespecialiseerde computers die zich op basis van IP adressen
bezig houden met de routes van pakketten. Zij verbinden twee of meerdere
computernetwerken met elkaar.
Tegenwoordig gaan internetverbindingen meestal via een Asymmetric Digital Subscriber
Line (ADSL) wat een permanente verbinding en grotere bandbreedte levert tegen een vaste
prijs.
In een organisatie zijn computers met elkaar verbonden in een local area network (LAN).
Een LAN kan met internet verbonden zijn via een modem en een router. De modem zorgt
voor de fysieke verbinding en transport van signalen. De router beheert het verkeer tussen
het LAN en het internet. De router speelt ook vaak een rol in de beveiliging. Een draadloos
netwerk kan onderdeel zijn van een LAN.
Internet Hosts zijn de eindpunten van een internetverbinding. Veel internet applicaties
worden verspreid gebruikmakend van een client-server model. Een cliënt is een host die
gebruikt maakt van diensten aangeboden door een server. Een server is een host die
diensten aanbiedt aan gebruikers.
Het internet is meer dan het world wide web (www). Het is een infrastructuur van verbonden
apparaten. Het world wide web is één van de applicaties.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maenmi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.