Externe verslaggeving samenvatting
Stelsel- en schattingswijziging
Een stelsel omvat (RJ 140.0):
• grondslagen waardering en resultaatbepaling
• criteria rechtstreekse vermogensmutaties
• consolidatiegrondslagen en –techniek
• presentatievorm
Een schatting is een op oordeelsvorming gebaseerde benadering van de omvang van een post a.g.v.
inherente onzekerheid
• wijziging in omstandigheden
• nieuwe informatie
• andere schattingsmethode
Stelselwijziging retrospectief
(dus evt. cumulatief effect*)
verplicht: reden, cumulatief effect en jaareffect
Schattingswijziging prospectief
indien inzicht dit vereist: aard en effect
* verwerking in eigen vermogen
Retrospectief = achteruitkijkend/kijken naar het verleden
Prospectief = op de toekomst gericht/vooruitziend
Wijziging van een stelsel
Een eenmaal gekozen stelsel dient te worden gehandhaafd, tenzij een stelselwijziging verplicht of
toelaatbaar is. Volgens artikel 384 lid 6 BW 2, moet er sprake zijn van een gegronde reden voor een
stelselwijziging. Bij de beslissing tot stelselwijziging dient de bevordering van het inzicht centraal te
staan (RJ 140.206). Een stelselwijziging is verplicht indien één van de 3 redenen in RJ 140.206 van
toepassing is. Voorbeelden van gegronde redenen tot een stelselwijziging (art. 2:384 lid 6 BW) staan
in RJ 140.207. De 3 redenen en voorbeelden staan vermeld in het Deloitte handboek op pagina 101
(3.1.3 Wijziging van een stelsel).
,Bij een wijziging van de afschrijvingsmethode van een actief gaat het om een stelselwijziging. Dit
komt omdat je de waardering(sgrondslag) van het actief en de resultaatbepaling(sgrondslagen) gaat
veranderen, omdat je op een andere manier gaat afschrijven.
Stel dat een materieel vast actief zoals een schip, van een lineaire afschrijvingsmethode naar een
componenten benadering afschrijvingsmethode gaat. Als gegronde reden voor deze
afschrijvingsmethode wijziging (stelselwijziging) kan gegeven worden dat je de kosten van de
verschillende componenten in de juiste periode rekent, omdat bepaalde componenten (onderdelen)
een andere levensduur hebben. En hierdoor geef je beter inzicht in de jaarrekening.
Stel dat iets de voorkeur van de RJ heeft, dan kan je dat ook als gegronde reden aangeven. Het heeft
de voorkeur van de RJ omdat het beter inzicht geeft in de jaarrekening.
Stelselwijziging, welke punten moeten we toelichten op de jaarrekening? Wat de verandering is,
jaareffect, cumulatieve effect en de reden van verandering
Rechtstreekse vermogensmutaties (direct via het vermogen boeken) bij een BV is bijv. een
aandelenemissie of herwaardering. Je gaat direct in het vermogen dingen aanpassen. Stelselwijziging
is dit ook, hierbij heb je het jaareffect en het cumulatief effect. Het cumulatief effect is ook een
rechtstreekse vermogensmutatie bij een stelselwijziging.
Niet rechtstreekse vermogensmutaties zijn tijdelijke verschillen.
Groottecriteria
Groottecriteria kan je in de wet terugvinden
Wat is de groottecriteria in een bedrijf? Dat kan een vraag zijn
395a in de wet, heb je micro
396 voor klein drempelb
397 middelgroot (wettelijke verplichting controle)
398 groot (wettelijke verplichting controle)
Publicatieplicht heb je ook, liquiditeit moet vanaf middelgroot opgenomen worden
Schommelbepaling, 2 jaar achter elkaar moet je voldoen aan een criteria om te veranderen van
grootte
,Gebeurtenis na balansdatum
Gebeurtenissen na balansdatum is relevant en daarom valt dat sinds 2016 onder de jaarrekening en
niet meer onder overige gegevens.
Grote gebeurtenissen na balansdatum komen in het bestuursverslag, dus in 2 plekken
In 5 maanden kan nieuwe informatie komen tijdens het maken van de jaarrekening. Zal de nieuwe
informatie de jaarrekening veranderen?
Voorbeelden:
We stellen de jaarrekening 2020 op, een werknemer is in november ontslagen, in januari 2021 gaat
die aanklagen. De oorzaak ligt in 2020, het gaat niet over wanneer er de schadeclaim is ontvangen,
het gaat over de gebeurtenis.
Bij een agrarisch bedrijf is er en op 1 januari is er brand uitgebroken in alle loodsen en alle voorraden
zijn vernietigd. De oorzaak ligt bij het nieuwe boekjaar januari. In het bestuursverslag en toelichting
na de balansdatum moet het gemeld worden.
Als het nieuw licht werpt per 31 december dan altijd melden, zelfs al is het een klein bedrag
Als het grote financiële gevolgen heeft dan moet je het toelichten en ga je het verwerken als het voor
31-12 gebeurt, dan ga je debiteuren en cijfers aanpassen.
Als het na 31-12 gebeurt dan moet je het alleen toelichten in de jaarrekening als het grote financiële
gevolgen heeft, als het geen grote financiële gevolgen heeft dan doe je er niks mee
Stap 1: In welk jaar ligt de oorzaak?
Stap 2 is het formuleren of het wel of geen nieuw licht werpt. Als het geen nieuw licht werpt dan
moet je kijken heeft het grote financiële gevolgen en zo ja dan toelichten, zo niet dan niet toelichten
en is het niet gebeurd.
Als het na balansdatum gebeurt dan moet je toelichten en niet verwerken.
Bij opstellen ga je alles verwerken, ook al is het niet materieel. Bij vaststellen ga je alleen materiele
veranderingen verwerken. Bij Publicatie ga je alleen belangrijke dingen veranderen
,Impairment
Stappen van impairment (bijzondere waardevermindering)
Stap 1
Indicatie vaststellen
Stap 2
Bepalen wat er op de balans staat, boekwaarde of actuele kostprijs (huidige waarde)
Stap 3
Realiseerbare waarde bepalen (hoogste opbrengstwaarde en bedrijfswaarde)
Stap 4
Boekwaarde vergelijken met realiseerbare waarde
Stap 5
Als de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde moeten we afboeken
Verlies direct nemen vanuit het resultaat,
bijzondere waardevermindering
Bedrijfswaarde berekenen: Kasstromen maken/1 + rente^J1, 2, 3 enz.
Kasstroom
1,04^
Bedrijfswaarde hebben we te laag ingeschat, gebeurt soms omdat er een bijzondere
waardevermindering is gepakt terwijl dat niet nodig was. Dan moeten wij impairment terugnemen.
Een machine en die ging 5 jaar mee, was 750.000. Op 1 januari een impairment van 250.000. Dus de
boekwaarde is uiteindelijk 500.000 geworden.
Op 1/1/2022 gaan we weer bedrijfswaarde berekenen. Bedrijfswaarde schijnt 600.000 te zijn. RJ zegt
je moet het verlies uit het verleden terugnemen. We doen niks meer met die 600.000. We gaan
bepalen wat de boekwaarde geweest zou zijn als we de machine nog steeds tegen 750.000 hadden
genomen.
Je mag niet de 250.000 terugnemen omdat je dan te veel terugneemt. Je moet 2 jaar afschrijven, als
je die 250.000 terugneemt dan boek je weer op. Dat heeft te maken met het voorzichtigheidsprincipe
en matchingprincipe, je rekent het toe aan de juiste periode.
150.000 mag je terugnemen want dat is te veel afgeboekt.
Machines 150.000
Aan Bijzondere baten 150.000
,Als je er 4 jaar later achterkwam mag je maar 50.000 terugnemen. Hoe langer het duurt dat er te veel
is genomen hoe minder je kan terugboeken.
Impairment delen door totale levensduur * resterende levensduur = Uitkomst hoeveel je mag
terugnemen
250.000/5 * 3 = 150.000
Boekwaarde is hoger dan realiseerbare waarde dan ga je boekwaarde afboeken
Als boekwaarde lager is dan realiseerbare waarde dan ga je niet herwaarderen en doe je niks
,Herwaardering
In de Nederlandse wetgeving is er een uitzondering gemaakt. Ze hebben aangegeven dat je een keer
mag overstappen, en dat heet een incidentele herwaardering. Er kunnen veel stille reserves zijn, dat
zijn waardestijgingen die je niet op de balans kan zien. Waardestijgingen neem je niet mee in de
jaarrekening.
Om te voorkomen dat er veel stille reserves zijn mag je een keer overstappen en dan afschrijven
1/1/2020 BW is 1.000.000 taxatie zegt 2.000.000
10 jaar Resterende looptijd
Gebouwen 1.000.000
Aan herwaarderingsreserve 1.000.000
31/12 afschrijven 200.000
Vrijvallen 2 soorten
1. Overige reserves
2. Resultaat
Overige reserves methode
Herwaarderingsreserve (B) 100.000
Aan) overige reserves (B) 100.000
Resultaat methode
Herwaarderingsreserve (B) 100.000
Aan) vrijval herwaardering (WV) 100.000
Herwaarderingsreserve mag je niet uitkeren, omdat het nog niet gerealiseerd is. Het is dus een
gebonden eigen vermogen reserve. Verkoop of afschrijven van actief is winst realiseren.
Bij het gebruik van je herwaarderingsreserve daalt de boekwaarde van je afschrijvingen
Actuele waarde, MVA tegen actuele waarde
Marktwaarde
Opbrengstwaarde
Actuele kostprijs
Als de actuele kostprijs enorm afwijkt van de historische aanschafprijs dan ga je incidenteel
opboeken en afschrijven zoals je eerder al hebt gedaan.
,JP herwaarderen
Gebouwen
Aan Herwaarderingsreserve
Ongerealiseerde winsten dus daarom niet aan Winst maar aan Herwaarderingsreserve
De belastingdienst zegt actuele kostprijs kennen we niet. Als je commercieel herwaardering
doorvoert zal de belastingdienst de extra afschrijvingen nooit accepteren, dus is het een definitief
verschil. We verwerken het als een semi definitief tijdelijk verschil. Herwaarderingsreserve bestaat
dus niet fiscaal.
Op het moment dat je een herwaardering hebt doorgevoerd heb je een passieve latentie
Als je gaat afschrijven schrijf je af op de nieuwe boekwaarde, dan gaat de Belastingdienst het
gedeelte wat je te veel hebt afgeschreven gelijk afrekenen. Dan doe je Passieve latentie aan Te
betalen VPB als je het via het vermogen doet. Dan komt het niet in de winst en verlies.
Je kan het ook via het vermogen
Welke boeking maak je als je herwaardering hebt gerealiseerd?
Herwaarderingsreserve (B)
Aan) Overige reserve (B)
Winst en verlies is een hulprekening van het eigen vermogen. Je gaat niet rechtstreeks in het eigen
vermogen boeken en zeggen: Winst en verlies is niet belangrijk we gaan meteen in het eigen
vermogen muteren. Dat mag niet. In bepaalde gevallen mag dit echter wel (zie EIGEN VERMOGEN 7.3
handboek Deloitte)
Fiscaal zal vaak gevraagd worden om rekening te houden met een passieve latentie, omdat
herwaarderingen vaak fiscaal niet toegestaan zijn. Daarom journaliseer je herwaarderingen op de
volgende manier wanneer je rekening moet houden met een latentie.
Herwaardering rekening houdend met latentie
MVA (B) 200.000
Aan) Voorziening latente belastingen (B) 40.000
Aan) Herwaarderingsreserve (B) 160.000
,Financial Lease
Kwalitatieve (3 eisen zoals levensduur) en kwantitatieve eisen heb je voor financial lease.
2 kwantitatieve eisen verbonden aan of het wel of niet Financial lease is
Contractduur moet groter zijn dan 75% van de economische levensduur
Contante waarde moet groter of gelijk zijn aan 90% van de contante prijs
Kwalitatieve eisen van Financial lease zijn
Niet tussentijds opzegbaar (door boete)
Aan het einde ben je eigenaar
Lease object is aangepast aan de wensen van leasé (degene die het leaset)
Bij financial lease dan zet je het wel op de balans omdat je substance over form hebt. Je draagt alle
economische risico’s en baten. Financial lease moet in de balans worden verwerkt volgens RJ 292.201
(D.22.3.1.1).
Eisen aan Operational lease
Leasekosten (WV)
Aan) Bank (B)
In de leasetermijnen zit er al rente, je haalt de rente eruit als je de contante waarde wilt weten.
Voorbeeld van financial lease
1/1/2020
3 jaar contante prijs 300.000
2%
Ieder jaar 98.000 betalen
Journaalpost Financial lease eerste waardering
Machine (B) 300.000
Aan) Leaseverplichting (B) 300.000
Vervolg JP op volgende pagina
,31/12, per balansdatum
Afschrijvingskosten machines (WV) 100.000
Rentekosten (WV) 6.000
Leaseverplichting (B) 92.000
Aan) Bank (B) 98.000
Aan) Afschrijving machine (B) 100.000
, Componentenbenadering
Waarom zou je ervoor kiezen? Omdat je dan beter inzicht krijgt in de kosten van een activa, omdat je
het matchingprincipe zuiver toerekent.
Groot onderhoud zou je met de componenten benadering kunnen toepassen of je zou het via een
voorziening kunnen regelen
Volgens de RJ mag het wel via een voorziening maar ze vinden dat niet goed omdat het nog geen
verplichting is, je hebt nog geen contract met een bedrijf om het groot onderhoud te regelen
De 2 mogelijkheden voor groot onderhoud:
Componenten benadering
Voorziening