Professionele taalvaardigheid 2
Werkwoordspelling
Ieder werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen:
- Persoonsvorm (Luke vertelt een verhaal)
- Voltooid deelwoord (Luke heeft een verhaal verteld)
- Infinitief (Luke gaat een verhaal vertellen)
- Tegenwoordig deelwoord (Een verhaal vertellend loopt Luke naar huis)
Persoonsvorm
- Er kunnen ook twee of meer persoonsvormen in en zin staan: samengestelde zin (omdat het zo
laat is geworden, blijft hij slapen / ik denk dat Marit iets later komt, maar zij zal dan wat langer
doorwerken).
- Als ‘jij’ achter de persoonsvorm staat (of ‘je’ die je kan veranderen in ‘jij’), schrijf je alleen de ik-
vorm (vind jij dit en goede oplossing?). Let op: dit diploma biedt je veel mogelijkheden.
Onregelmatige werkwoorden
hebben kunnen mogen willen zijn zullen
ik heb kan mag wil ben zal
jij hebt kunt mag wilt bent zult
u hebt/heeft kunt mag wilt bent zult
hij heeft kan mag wil is zal
Let op: als ‘je’ de algemene betekenis van ‘men’ heeft, schrijf je ‘je kan’, ‘je zal’, en ‘je wil’.
Zwakke werkwoorden
Je schrijft –te(n) achter de ik-vorm als de laatste letter van de stam ( niet van de ik-vorm dus!) op een
medeklinker uit ’t exkofschip eindigt of op een Engelse sisklank (bijv. –sh in finishen).
Bijvoeglijk naamwoord
Als een bijvoeglijk naamwoord verbogen wordt, komt er een e achter. Bij werkwoordsvormen gaat
dat precies hetzelfde (het verlichte plafond / het afgebrande huis / het gestorte geld).
Gebiedende wijs
Bij de gebiedende wijs is er geen onderwerp – je schrijft alleen de ik-vorm. Zodra er een onderwerp
achter de persoonsvorm komt, is er geen sprake meer van de gebiedende wijs (meld dat maar bij de
receptie vs. meldt u dat maar bij de receptie / meld u daar maar aan vs. meldt u zich daar maar aan).
Aanvoegende wijs
Met de aanvoegende wijs kun je bijvoorbeeld een wens of aansporing uitdrukken (lang leve de
koningin / men neme 100 gram boter).
, Leenwoorden
Als je leenwoorden vernederlandst, ontstaan er zogenaamde bastaardwoorden. Zo worden Engelse
werkwoorden vervoegd als zwakke werkwoorden in het Nederlands.
Spelling
Met een s of z
Zelfstandig naamwoorden met de achtervoegsels –euse en –ose schrijf je altijd met een s ( coupeuse,
friteuse, ouvreuse, neurose, psychose, tondeuse).
Bijvoeglijk naamwoorden met de achtervoegsels –eus, -ies, en –oos schrijf je met een z als ze
verbogen zijn (ambitieuze, luxueuze, fameuze, minutieuze, precieze, waardeloze).
De e/en in samenstellingen en afleidingen
Schrijf en als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat in het
meervoud op –en eindigt (boekenlegger/hondenhok/pannenkoek).
Schrijf e in de volgende gevallen:
- Het eerste deel is een zelfstandig naamwoord dat alleen een meervoud heeft op –s
(aspergesoep/horlogemerk)
- Het eerste deel is een zelfstandig naamwoord dat op een e eindigt en dat een meervoud heeft op
-en én op –s (geboortecijfer/gemeentepolitie/ladekast/hoogteverschil)
- Het eerste deel is een bijvoeglijk naamwoord (armelui/platteland/rodekool)
- Het eerste deel is een werkwoord (brekebeen/huilebalk)
- Het eerste deel verwijst naar een persoon of zaak die enig is in zijn soort
(Koninginnedag/zonnestraal)
- Het eerste deel heeft een versterkende betekenis en de gehele samenstelling is een bijvoeglijk
naamwoord (beregoed/boordevol/reuzeleuk)
- Eén van de delen is niet (meer) te herkennen in de oorspronkelijke betekenis: een zogenaamde
versteende samenstelling (apegapen/bolleboos/elleboog/papegaai)
- Het eerste del is een lichaamsdeel, terwijl het geheel een versteende samenstelling is
(duimelot/ruggespraak)
- Het eerste deel is een zelfstandig naamwoord dat geen meervoud heeft
(eremedaille/tarwemeel/rijstepap/komijnekaas).
Versteende samenstellingen: apekool, bakkebaard, bakkeleien, bonnefooi, bruidegom, ellepijp,
hagedis, hazewind, ledematen, marsepein, paperassen, schattebout, sikkepit, spillebeen, zinnebeeld.
Afleidingen zijn woorden die bestaan uit een woord dat apart gebruikt kan worden en één of meer
voor- of achtervoegsels, die niet apart gebruikt kunnen worden. Regels:
- We schrijven nooit en als tussenklank in een afleiding, behalve in sommige gevallen voor de
achtervoegsels –achtig, -schap, -dom (afhankelijk/grenzeloos/ideeëloos/vlekkeloos/hopelijk).
- Als het grondwoord op een n eindigt, wordt die in de afleiding behouden
(eigenlijk/gewetenloos/gezamenlijk/meedogenloos/openlijk/wezenlijk).
- Bij een afleiding met het achtervoegsel –achtig, -schap,of –dom passen we de hoofdregel van de
tussenletter e(n) in samenstellingen toe.