Fiscaalrecht Hoofdstuk 1-10
(Hoofdstuk 1&2, 3 (uitzondering 3.3.2 & 3.3.3), 4 (uitzondering 4.2.3), 5 (uitzondering 5.5), 6 & 7, 8
(uitzondering 8.3.2 & 8.3.3), 9.1.1 & tabel 9.1.2 & 10 (uitzondering 10.6.1-10.6.7).
Hoofdstuk 1 belastingrecht in Nederland
Waarom belastingen:
Ter financiering van voorzieningen door de overheid
Om bepaald gedrag te stimuleren/ontmoedigen
Inkomsten overheid:
Belastingen
Premies sociale zorgverzekeringen
Gasinkomsten
Overige inkomsten (bijv. winstuitkering bedrijven)
Beginselen die belangrijke rol spelen bij het heffen van belastingen:
Draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten
Profijtbeginsel: wegenbelasting, profijt van de wegen dus betalen.
Vervuiler betaalt: heffingen op milieuvervuilende activiteiten
Loonbelasting is een voorheffing op IB. Betaalde loonbelasting verminderd met de te betalen IB
Omzetbelasting: (BTW), in rekening gebracht door ondernemers. INDIRECTE BELASTING
Erfbelasting & schenkbelasting geregeld in de successiewet (SW)
Bronnen van het belastingrecht
Materiële belastingwetgeving: waarover we belasting moeten betalen en hoeveel.
o Wet op inkomstenbelasting, wet op omzetbelasting, successiewet.
formele belastingwetgeving: hoe de belasting bij de overheid komt. Wat moet een persoon
kunnen en moeten doen, maar ook de overheid.
o AWB en AWR: algemene wet inzage rijksbelastingen.
Uitvoeringsbesluiten: gemaakt door minister en raad van state, behandeling eerste en
tweede kamer niet nodig.
Uitvoeringsregelingen: ministeriële regeling. Minister en raad van State niet nodig, ook
behandeling eerste en tweede kamer niet nodig.
Richtlijnen: afspraken binnen de EU-> ieder land is verplicht wetgeving op te nemen
Abbb: vertrouwensbeginsel en gelijkheidsbeginsel. Eigenlijk een soort gedragsregels.
Jurisprudentie
Resoluties: de staatssecretaris geeft aan hoe bij een bepaalde situatie het wetsartikel
gebruikt moet worden. (een wetsartikel wordt uitgelegd en verduidelijkt).
De aangifte: Inspecteur doet uitnodiging tot doen aangifte (bij degene die naar zijn mening
vermoedelijk belastingplichtig is)
Inspecteur stelt termijn van tenminste één maand
- IB in praktijk voor 1 mei 2019 aangifte doen
, - LB en OB vaak per tijdvak (maandelijks/kwartaal)
Een aanslag volgt na een aangifte
Aanslagbelastingen: inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Je betaalt pas als de
aanslag is opgelegd.
Aangiftebelastingen: ik bereken hoeveel loonbelasting ik heb ingehouden en betaal meteen.
Ambtshalve aanslag: wanneer er geen vereiste aangifte is gedaan, de belastingdienst schat
altijd hoger in dan je eigen inkomen.
De aanslag moet binnen drie jaar worden opgelegd (kalenderjaren). In het geval van uitstel
wordt de uiterlijke datum van de aanslag uitgesteld.
Voorlopige aanslag: wordt niet gekeken naar de juistheid van de aanslag, wordt gewoon
ingevoerd. (komt vaak voor bij hypotheekrente, niet lang wachten en krijgt snel terug).
Definitieve aanslag: wordt opgelegd na een nadere beoordeling van de aangifte.
Navorderingsaanslag: kan worden opgelegd als er al een definitieve aanslag is opgelegd,
maar deze te laag is opgelegd. (sprake van een nieuw feit, bankrekening in Zwitserland niet
opgegeven of bij rekenfouten met een afwijking groter dan 30%)
Naheffingsaanslag:
Ezelbruggetje aangifte en aanslagbelasting
IN SLAG VOR (inkomstenbelasting, aanslagbelasting, navorderingsaanslag)
V SLAG VOR (vennootschapsbelasting, aanslagbelasting, navorderingsaanslag)
OM GIFT FING (omzetbelasting, aangiftebelasting, naheffingsaanslag)
L GIFT FING (Loonbelasting, aangiftebelasting, naheffingsaanslag)
Een belastinginspecteur heeft een onderzoekplicht als hij vermoedt dat de aangifte onjuist is.
,Hoofdstuk 2 Formeel belastingrecht
Aangifte en aanslagen
Iedereen die wordt uitgenodigd aangifte te doen moet deze aangifte ook daadwerkelijk doen. Nadat
er aangifte is gedaan van IB of VPB volgt er een aanslag, hier is sprake van aanslagbelasting. In de
aanslag staat het definitieve bedrag dat betaalt moet worden of men ontvangt.
Materieel belastingrecht:
Wie is belastingplichtig
Waarover moet belasting worden betaald
Hoeveel belasting
Formeel belastingrecht: AWB en AWR
De manier waarop aanslagen worden vastgesteld
Hoe we aangifte moeten doen
Wanneer we aangifte moeten doen
Wanneer moet worden betaald
Woon en vestingplaats:
- Van belang is waar de belastingplichtig woont of is gevestigd
- IB -> of in Nederland woont / dan wel in Nederland inkomen verdienen
- VPB -> in Nederland gevestigde lichamen
- Art. 4 AWR -> beoordeling vindt plaats naar omstandigheden
Art. 6 AWR -> inspecteur doet uitnodiging tot doen aangifte ( bij degene die naar zijn mening
vermoedelijk belastingplichtig doen.
Art. 7 en 8 AWR -> wanneer is aangifte gedaan?
Art. 9 en 10 AWR -> inspecteur stelt termijn van tenminste 1 maand:
- Bij IB in praktijk: voor 1 mei
- Bij LB en OB vaak per tijdvak
Aanslagbelasting: deze volgt na een aangifte. Hierin wordt bepaalt wat de hoogte is van de te
betalen belasting. Het vaststellen van de belasting gebeurd in het aanslagbiljet. IB en VPB zijn
aanslagbelastingen. Deze wordt vervolgens naar de belastingplichtige gestuurd.
- Een aantal gegevens is hierbij al bekend bij de belastingdienst. Bijv. loongegevens die al zijn
verstrekt door de werkgever.
, - Inspecteur kan van aangifte afwijken en gegevens opvragen of aanvullende gegevens
gebruiken.
- Er kan ook sprake zijn van ambtshalve aanslag: hierbij is niet voldaan aan de vereisten. Hij zal
uitgaan van een schatting van de al bekende gegevens. Dit is altijd een definitieve aanslag
- Artikel 11 lid 3 en 4 AWR:
o Aanslag binnen drie jaar opgelegd door belastingdienst
o Of zoveel later als de uitstel die is verleend
- Artikel 13 en 14 AWR: voorlopige aanslag:
o Al na enkele weken na het indienen van de aangifte, zodat sneller betaald kan
worden. Er is nog niet gekeken naar de juistheid en kan al aan het begin van het jaar
worden opgelegd.
o Volgt altijd een definitieve aanslag. Mogelijk is dat er moet worden bijbetaald.
o Minder rente dan wanneer later in het jaar betaald wordt.
o Kan ook negatief zijn
o Mogen in termijnen worden betaald, maar korting voor in een keer betalen.
- Navorderingsaanslag:
o kan alleen als er definitieve aanslag is opgelegd
o art 16 AWR: wanneer te weinig belasting op aanslag is vermeld + sprake van een
nieuw feit/ te kwader trouw werd gehandeld.
o Binnen 5 jaar na de aanslag worden opgelegd na het einde van het tijdvak. + evt.
uitstel.
- Conserverende aanslag: aanslag die is opgelegd, maar nog niet betaald hoeft te worden.
- voorlopige en definitieve aanslagen kunnen negatief zijn. Bepaald door inspecteur in
aanslagbiljet, maar meestal 2 maanden.
Situaties waarin altijd kan worden nagevorderd:
- onjuiste verrekening van onder andere een voorheffing of voorlopige aanslag
- een aanpassing is de onderlinge verdeling van gemeenschappelijke inkomsten van partners
- onjuist of niet vaststellen van de aanslag door een redelijkerwijs kenbare fout. Als de aanslag
bijv. minstens 30% te laag is
Aangiftebelastingen: de belasting moet gelijk met de aangifte worden betaald. De belastingplichtige
rekent zelf de belasting uit. Hierbij gaat het om OB en LB.
- Art. 10 AWR: ten minste een maand na het einde van het tijdvak moet de aangifte zijn
gedaan + ondertekend. Het gaat meestal per maand of per kwartaal.
- Art. 19 AWR: jaarlijks is ook mogelijk, en eveneens moet na een maand van het einde van het
tijdvak de betaling worden gedaan.
- Naheffingsaanslag: wordt opgelegd als er geen aangifte wordt gedaan of als de aangifte niet
wordt betaald.
o art. 20 AWR: 5 jaar na het einde van het jaar waarin het tijdvak is gelegen, kan geen
naheffingskorting worden opgelegd over dit tijdvak.
o Na onderzoek belastingdienst.
Bewijslast: