Verdiepend staats- en bestuursrecht Hoorcollege 2 13 februari 2019
Docent: De Poorter
Bestraffing, handhaving en preventie in het bestuursrecht
Intro
Thema bestraffing, handhaving en preventie in het bestuursrecht. Geen herhaling van het vak
handhavingsrecht. Ontwikkelingen op het terrein van handhaving en met name ook bestraffing en
preventie die op grensvlak van strafrecht en bestuursrecht liggen worden besproken. Hoe
moeten we die ontwikkelingen duiden vanuit een constitutioneel rechtelijk perspectief?
In HC1 burgerrechten en mensenrechten (grondrechten) besproken. Ook gezien dat er
procedures bestaan tegen schending van die rechten. Dat brengt De Poorter bij het onderwerp
van vandaag.
Normeren en dwingen
De democratische constitutie van een rechtsstaat suggereert dat we legitieme
rechtsnormen naleven omdat “wij” ze “zelf” hebben aanvaard. Maar wie zijn “wij zelf”? De
meerderheid die zich manifesteert in verkiezingen en kabinetsformaties?
Democratische constitutie (HC1) van een rechtsstaat suggereert eigenlijk dat we legitieme
rechtsnormen naleven omdat wij, de bevolking, ze zelf hebben aanvaard. De burgers hebben
regels zelf aanvaard. Wie zijn wij, hoe ontstaat de volkswil? Daar gaan we het ook over hebben
(Hirsch Ballin) - verkiezingen, kabinetsformaties, referenda (volkswil). Maar het idee, klassiek
rechtsstatelijke notie dat de volkswil tot uitdrukking komt in wettelijke regels, en de consequentie
dat het ertoe leidt dat die normen ook worden nageleefd omdat wij, de meerderheid, ze nu
eenmaal hebben aanvaard, De Poorter denkt dat dat idee van wetgever die algemene regels
opstelt vanuit de volkswil (het bestuur dat die regels toepast en rechter die controleert of de
toepassing wel in overeenstemming is met die wettelijke regels), dat beeld, De Poorter denkt dat
dit centraal issue is van VSB, past dat nu nog wel anno 2019 op wat we feitelijk zien gebeuren in
democratische rechtsstatelijke verhoudingen?
Het is een illusie dat rechtsnormen spontaan door iedereen worden nageleefd. Dat leidt tot
de vraag naar de handhaving van normen (to enforce, enforceability).
Dat is eigenlijk ook waar we het in HC2 over gaan hebben. Zo vanzelfsprekend is dat dus
helemaal niet. Sterker nog, het is misschien wel een illusie dat rechtsnormen ook spontaan
worden nageleefd. Dat roept de vraag op hoe daarmee om te gaan. In HC1 hebben we daar 1
kant van gezien, namelijk rechtelijke procedures waarin we rechtsregels kunnen afdwingen.
In HC2 meer in het algemeen het onderwerp van handhaving en bestraffing aan orde. Als we
daar naar kijken, en met name ook, het grensvlak tussen bestuursrecht en het strafrecht, dan we
hebben daar in afgelopen decennium een heel belangrijke ontwikkeling gezien die we zouden
kunnen duiden als de opkomst van het bestraffend bestuur. Dat heeft een aantal redenen
gehad.
Wat wordt bedoeld met bestraffend bestuur?
Wat is bestraffen? Een boete door het bestuur, een boete opleggen. Handhaving is breder dan
alleen bestraffen.
Wat voor type handhaving hebben we?
Preventief/repressief wordt genoemd door student. Iets preciezer: herstellend. We hebben typen
sancties die herstellend zijn. Wat bedoelen we met herstellend? Dus dat de toestand in de
rechtmatige situatie wordt teruggebracht. Dat is herstellend, de zogenaamde herstelsancties.
Voorbeeld van een herstelsanctie is bestuursdwang. Dan zeggen we in 1 adem ook dwangsom.
Bestuursdwang en dwangsom zijn zogenaamde herstelsancties, gericht op het herstel van de
rechtmatige toestand.
,Als we het hebben over bestraffend bestuur, dan hebben we het niet daarover. Dan hebben we
het bijvoorbeeld over de boete. Er zijn ook andere varianten. Boete meest kenmerkende uiting
van bestraffend bestuur, maar ook andere gedragingen die vallen onder bestraffend bestuur.
Waarin onderscheidt het bestraffend bestuur zich nu van het reparatoire (herstellende) optreden?
Het doel van de sanctie. Wat is het doel van bijvoorbeeld een boete? Leedtoevoeging. De
punitieve sancties, dat wat in art. 6 EVRM wordt bedoeld met een criminal charge, daar gaat het
om leedtoevoeging. Dus het oogmerk, het doel. De Poorter komt hier op terug, met name in
relatie tot 6 EVRM.
Dus we hebben verschillende soorten handhavend optreden door BO's. Herstelsancties en we
hebben de punitieve sancties. Punitieve sancties is De Poorter met name in geinteresseerd in dit
HC. Dit zijn sancties die gericht zijn op leedtoevoeging en het meest in het oog springende is de
bestuurlijke boete.
De filosoof Jacques Derrida (1930-2004) onderscheidde violence (geweld, altijd verkeerd)
en force (dwang, die ook met harde hand kan worden toegepast).
De opkomst van bestraffend bestuur
Handhavingstekort: OM en bestuurlijke onmogelijkheid of onwelwillendheid
We hebben in de afgelopen periode gezien en zien nog steeds dat er steeds vaker
bevoegdheden vanuit het strafrecht worden overgeheveld naar het bestuursrecht. Wat zouden
we daarvan moeten vinden, hoe moeten we die ontwikkeling beoordelen? Wat zou nu de
aanleiding kunnen zijn geweest voor die ontwikkeling, waarbij we steeds vaker zien dat
bestraffende sancties in het bestuursrecht opdoemen eigenlijk als alternatief voor de
strafrechtketen? Student: verdeling van werkdruk. Idee: OM heeft (belangrijk argument geweest)
een handhavingstekort. De Poorter: voor een deel dus in werkdruk, tijd en capaciteit. Zit hem
misschien ook nog wel in ander element.
Wat zou een andere reden kunnen zijn waarom we bevoegdheden overdragen naar
bestuursrecht? Sneller via bestuursrecht antwoordt student. Waarom bestuursrecht sneller dan
strafrecht? Wat is nu principieel anders aan die bestuursrechtelijke bestraffing dan aan de
strafrechtelijke handhaving? Student: verdachte heeft in strafrecht veel meer rechten dan in
bestuursrecht en daardoor gaat het in bestuursrecht allemaal wat soepeler. Later in HC gaan we
zien of dat zo is en als dat zo is, is dat dan zo gelukkig? De Poorter zoekt naar: waarom
bestuursrecht zoveel efficiënter dan strafrecht? Termijnen? Student antwoordt: BO's hebben
vaker beter zicht op situaties dan het OM. De Poorter: dat is inderdaad een bijkomend argument,
dus als we het hebben over handhavingstekort: ja, het OM worstelde met gebrek aan tijd en
capaciteit. Daar komt nog een element bij, dat heeft te maken met: deskundigheid. BO's
hebben vaak meer deskundigheid, althans op terreinen waarop zij verantwoordelijk zijn voor
vergunningverlening en toezicht, meer deskundigheid in huis dan het OM. Denk bijv de
zelfstandige BO's (ACM, AFM, DNB) als we het hebben over economisch bestuursrecht.
Misschien ook wel op het terrein van sociale zekerheid en fraude ihkv sociale zekerheid (ihkv
discussie toezicht UWV wel een gewaagd standpunt). Het is wel een van de argumenten
geweest om de bestraffende sancties - boete vanwege fraude sociale zekerheidssfeer - over te
dragen aan BO's en niet bij OM te laten. Dus tijd, capaciteit en deskundigheid zijn aantal
elementen.
Waarin verschilt bestuursrecht nu van strafrecht?
Toch nog even terug naar ander element van snelheid en efficiency. Het bestuursrecht is
misschien wel efficienter omdat je niet eerst een rechterlijke interventie nodig hebt. In het
strafrecht wordt de straf, de sanctie, opgelegd door de rechter, de strafrecht. Dan hebben we
eerst een procedure nodig waarbij verdachte wordt vervolgd en terecht staat. Duurt allemaal
lang. In het bestuursrecht daarentegen hebben we rechterlijke toetsing achteraf. Daar kan een
boete worden opgelegd. Het opleggen van een bestuurlijke boete, een bestuursbesluit, wordt niet
geschorst door rechtsmiddelen die daartegen worden aangewend, dus het feit dat je bezwaar
, maakt tegen boete of later beroep instelt, schorst de boete niet. Dus de boete kan ook meteen
ten uitvoer worden gelegd, die kan ook meteen worden ingevorderd. Dat betekent als dat
gebeurt, dat je zelf actie moet ondernemen, door bijv VOVO te vragen. Er zijn ontwikkelingen op
dat punt, maar dat is nog wel de situatie.
Bestuursrecht werkt in dat opzicht efficienter dat de sanctie door het BO kan worden
opgelegd en voorafgaat aan rechterlijke toetsing. Dat wil niet zeggen dat het zonder
rechtelijke toetsing kan.
Opkomst van bestuurlijke boete als instrument, vb. Lex Mulder 1989
Het OM en de bestuurlijke onmogelijkheid of onwelwillendheid. Juist omdat er capaciteitsgebrek
is, moet er worden geprioriteerd. Dat heeft dus geleid tot bestuurlijke boete als instrument.
Allereerste mogelijkheid opleggen bestuurlijke boete was de Lex Mulder '89 (Wet overtreding
verkeersvoorschriften). Boete, bestuurlijke sanctie wegens snelheidsovertreding. Staat
administratief beroep beroep (OvJ) en daarna beroep/hoger beroep rechter.
Vierde tranche Awb per 1 juli 2009
Uiteindelijk is het boeterecht, of althans de hoofdlijnen van het bestuursrechtelijk boeterecht, zijn
neergelegd in de 4e tranche van de Awb. Regels omtrent bestuurlijke boete en handhaving in
algemeen vinden we in H5 van de Awb.
Doel van de introductie van de bestuurlijke boete
Completering bestuursrechtelijke handhavingsinstrumentarium
Doel van de introductie van de bestuurlijke boete was enerzijds de completering van het
bestuursrechtelijke handhavingsinstrumentarium. BO's beschikten al over bevoegdheden tot
opleggen van dwangsom en bestuursdwang. Hoort nu dus ook de boete bij.
Doelmatigheid daar waar bestuursorganen bij gedetailleerde, bijzondere wetgeving (in
tegenstelling tot OM) de benodigde kennis in huis heeft
Denk economisch bestuursrecht en sociale zekerheid en arbeidwetgeving.
Eigen verantwoordelijkheid bestuursorganen voor handhaving van de eigen,
bestuursrechtelijke regels
Dus BO's die regels stellen in bijv ihkv vergunningverlening of algemene regels, zoals dat door
autoriteiten gebeurt (bijv ACM). Dat soort BO's ook verantwoordelijk maken voor de handhaving
van die eigen gestelde regels was een belangrijk argument om bevoegdheden over te dragen
naar bestuursrecht.
Behoefte aan decriminalisering bij overtredingen van wettelijke regels die een geringe
normatieve lading hebben
Dit brengt ons bij belangrijke vraag in dit verband. Namelijk, wanneer strafrecht en wanneer
bestuursrecht? Kunnen we beide regimes als volstrekt inwisselbaar beschouwen? Of moet je
daar voorzichtig mee zijn? Wanneer kunnen we nu voor bestuursrecht kiezen en wanneer voor
het strafrecht en van welke feiten/omstandigheden zou dat afhangen? Of maakt dat niet uit, kies
wat het meest efficient is (De Poorter: dat zal vaak het bestuursrecht zijn). Wanneer strafrecht,
wanneer bestuursrecht?
Wanneer strafrecht en wanneer bestuursrecht?
Heeft de overtreding een ‘normatieve lading’ (aantasting van in maatschappij levende
fundamentele waarden) dan ligt strafrechtelijke handhaving voor de hand. (ordeningsrecht
vs. commune strafrecht)
Student: normatieve lading, hoe zwaarder de overtreding, hoe eerder je uitkomt bij het strafrecht.
De Poorter: ja, dat is inderdaad ook wat de regering als uitgangspunt ooit hanteerde. Heeft de
overtreding een normatieve lading, DWZ: gaat het om een aantasting van de in maatschappij
levende waarden, dan ligt strafrechtelijke handhaving voor de hand. MAW: het commune
strafrecht, dat wat in WvSr is neergelegd, hoort in strafrechtelijke kolom. Maar het