MDL4T – Tentamen
Inhoudsopgave
Bewegen en Muziek ...................................................................................................................... 2
Theorie HALO ................................................................................................................................. 2
Theorie Visie .................................................................................................................................. 3
Theorie Dansstijlen ........................................................................................................................ 5
Theorie docentvaardigheden ......................................................................................................... 6
Zwemmen .................................................................................................................................... 9
Wedstrijdzwemmen ....................................................................................................................... 9
Waterpolo .....................................................................................................................................14
Reddend zwemmen ......................................................................................................................16
Plankspringen ...............................................................................................................................17
Turnen ........................................................................................................................................ 19
Faseren .........................................................................................................................................19
Veiligheid ......................................................................................................................................20
Bouwstenen ..................................................................................................................................22
Toegepaste bouwstenen ...............................................................................................................26
Atletiek ....................................................................................................................................... 32
Verspringen ..................................................................................................................................32
Hordelopen ...................................................................................................................................38
Speerwerpen ................................................................................................................................41
Kogelstoten...................................................................................................................................45
Hoogspringen ...............................................................................................................................51
Softbal ........................................................................................................................................ 53
Lessen ..........................................................................................................................................53
Uitzetten softbalveld: ...................................................................................................................69
Spelregels .....................................................................................................................................69
Stoei en trefspelen ...................................................................................................................... 72
Judo ..............................................................................................................................................72
Boksen ..........................................................................................................................................82
,Bewegen en Muziek
Theorie HALO
Het activiteitengebied Bewegen en Muziek (B&M) omvat vier deelgebieden die gedetailleerd worden in het
hoofdstuk "deelgebieden". Deze indeling is gekozen om verschillende niveaus, passen en doeleinden
binnen het onderwijs helder te maken, ondersteund door drie waarneembare elementen die essentieel
zijn voor de organisatie en uitvoering binnen dit gebied.
Drie waarneembare elementen
1. Ordening van het Bewegen
2. Ordening van de Ruimte
3. Ordening van de Tijd = Ritme
Deze elementen zijn gelijkwaardig en kunnen flexibel als uitgangspunt dienen,
afhankelijk van de focus tijdens specifieke oefeningen of lessen.
Tetraëder Model: In B&M wordt het model van een tetraëder gebruikt om de
interactie tussen deze drie elementen en de mens (leerling) te beschrijven. Elk
element bevindt zich op een hoekpunt van het driehoekige grondvlak van de
tetraëder, terwijl de mens aan de top staat. Deze configuratie illustreert hoe de
mens door beweging interactie heeft met tijd, ruimte en bewegingsordening, en
streeft naar een optimale uitvoering van deze elementen.
Doelstelling van B&M: Het doel is om elke deelnemer, binnen hun mogelijkheden, te helpen de relaties
tussen bewegen, tijd, en ruimte zo optimaal mogelijk te realiseren. Wanneer deze relaties gelijkwaardig
en harmonieus zijn, bereikt de individuele deelnemer of groep een topprestatie of -beleving.
Pedagogische Toepassing
• Ordening van de Tijd: Dit aspect benadrukt het belang van ritme en tempo binnen B&M. Ritmes
worden gespeeld of door mechanische muziek geproduceerd, die de structuur voor beweging
biedt. De beweging moet synchroon lopen met het ritme van de muziek.
• Ordening van het Bewegen: Hier worden grondbewegingen zoals wandelen, lopen en springen
gedefinieerd, waarbij het ritme wordt bepaald door het geluid van voeten op de grond. Er zijn
variaties mogelijk die complexiteit toevoegen, zoals pivot turns en grapevines.
• Ordening in de Ruimte: Dit omvat de fysieke organisatie van de bewegingsruimte, zoals
bewegingsbanen en richtingen (voorwaarts, achterwaarts, zijwaarts). Geavanceerde stages
kunnen aspecten zoals hoogte en oriëntatie omvatten.
Organisatievormen in Lessen: Er zijn diverse manieren om een lesruimte te organiseren, afhankelijk van
de activiteit:
• Enkele groepen vrij door de zaal.
• Meerdere groepen in rijen of cirkels.
• Systemen zoals het ophaalsysteem, inhaalsysteem en poortjessysteem, die verschillende
manieren bieden om beweging en interactie te structureren.
,Bewegen en Muziek
Theorie Visie
In het kader van Bewegen en Muziek (B&M) worden vier specifieke deelgebieden onderscheiden, die elk
een unieke rol spelen binnen het brede spectrum van lichamelijke opvoeding en muzikale activiteiten.
Deze deelgebieden zijn:
1. Zingen en Bewegen (Z&B):
o Dit gebied combineert klassieke zangspelen met het gebruik van kinderliedjes als
bewegingsbegeleiders en -initiators. Instrumenten zoals bongo's worden gebruikt om het
ritme te ondersteunen.
2. Ritme en Bewegen (R&B):
o Gericht op het ontwikkelen van gevoel voor ritmische structuren en het coördineren van
bewegingen zoals lopen, gaan, en springen met deze ritmes. Het begrijpen van de
muzikale cadans (datgene wat tot bewegen oproept) en het bewegen in maat staan
centraal.
3. Dansstijlen:
o Focus op hedendaagse dansvormen zoals jazzdans, waarbij het bewegingsarsenaal
wordt uitgebreid met gespecialiseerde technieken.
4. Conditionele vormen (Covo):
o In dit deelgebied ligt de nadruk op aerobics en steps, en is onderdeel van het domein
Bewegen en Gezondheid, gericht op het verbeteren van fysieke conditie.
Ritme en Bewegen (R&B): Binnen R&B zijn drie fasen te onderscheiden in het leerproces:
• Eerste Fase:
o Het doel is dat leerlingen de cadans van de muziek leren herkennen en daarop kunnen
bewegen (in de maat bewegen). Zoals wandelen op de beat van een 4/4 maat.
Duidelijke structuur van muziek. Het lopen geeft bij jonge kinderen problemen. Bij
oudere kinderen (bovenbouw basisonderwijs) kan met gaan en lopen op ritme begonnen
worden. Veel herhaling en dus ook veel variatie (rijenopvolging, kruislings, frontaal of
tegenover elkaar).
• Tweede Fase:
o Focus ligt op het herkennen van muzikale zinnen en het kunnen starten en stoppen met
bewegen op basis van deze structuren. Ook wel muzikale lengtes of strofes genoemd.
, Accenten zoals klap op de eerste tel helpen bij het structureren van de bewegingen
volgens het muzikale patroon. Tussen de tellen in is een syncope (bijv. buiging bij de
J.W.).
• Derde Fase:
o In deze fase worden de bewegingsmotieven complexer gemaakt door snellere of
langzamere muziek en geavanceerdere passen of armbewegingen toe te voegen. De
organisatievormen variëren om de ruimtelijke ordening aan te passen, en de overgang
naar jazz of conditionele vormen kan worden gemaakt. Een motief is een herhalende
ritmische structuur die gevormd wordt door tenminste 1 grondvorm van B&M (gaan,
lopen, springen).
Begrippen:
• Gaan is een beweging waarbij rechts en links elkaar constant afwisselen en er geen zweeffase
plaats vindt. In een 4/4 maat is elke tel een wandelpas.
• Lopen heeft net als gaan een constante afwisseling tussen rechts en links deze beweging heeft
een zweeffase waardoor je meer op de voorvoet beweegt. In tempo van een 4/4 maat is elke
looppas een halve tel. Denk aan looppas en joggen.
• Springen kent veel varianten waarbij je van twee voeten op twee voeten kunt landen, van een voet
naar twee voeten kunt landen (en andersom) en van de ene voet naar de andere voet. Hierdoor
ontstaan balansverstoringen en het tempo kan variëren. Denk aan huppelen en galop.
• Ritme & Bewegen:het doel van dit deelgebied is het ontwikkelen van het gevoel voor hoorbare
ritmische structuren en het verplaatsend (‘gaan’, ‘lopen’, ‘springen’) kunnen hanteren van die
structuren.
• Het ritme geeft de verhouding in tijdsduur van de voeten aan (voetpatroon)
• Het tempo geeft de relatie van het hoorbare met de absolute tijd (klok) aan. Hierin wordt het
aantal Beats per Minute (BPM) aangegeven.
• Dansstijlen: het gaat hier om een hedendaagse vorm van B&M, waarbij het bewegingsarsenaal
uitgebreid wordt met technieken uit de jazzdans.
• Covo: het gaat hier om conditionele vormen, waarbij je moet denken aan vormen van Aerobics en
Steps. Dit deelgebied valt onder het domein Bewegen en Gezondheid.
• Maat of metrum: Regelmatige wijze waarop in muziek geaccentueerd en niet geaccentueerd
delen elkaar afwisselen (4 tellen). Veel hedendaagse muziek bestaat uit deze 4/4 maat (16 tellen).
• Muzikale zin: Een muzikale zin is een afgerond geheel binnen de muziek bestaande uit een aantal
maten, meestal 4 maten (16 tellen). Elke maat is 4 tellen.
• 1e tel: hoofdaccent/maataccent
• Afterbeat: De 2e en/of 4e tel van de maat (b.v. de kick op tel 2)
• Syncope: tussen de tellen in.
• Profiel elementen bij bewegen en muziek: March, step touch, bounce en lunge.
• Polycentriek: Meerdere isolaties tegelijkertijd uitgevoerd.
• Polyritmitiek: Meerdere ritmes worden tegelijkertijd uitgevoerd.