Samenvatting Strafrechtelijke
Sancties
Een samenvatting van hetgeen dat zowel tijdens de werkcolleges en hoorcolleges is
behandeld. De voorgeschreven literatuur is (voor zover behandeld tijdens de
tutorials) verwerkt in de samenvatting.
Het ontstaan van het publieke strafrecht
Strafrecht was niet altijd zoals het nu is, het was zelfs niet altijd publiekrechtelijk
strafrecht.
Tot ca 1100 hadden conflictpartijen de keus tussen bemiddeling (zoenen) en
(proportionele) wraakneming.
In de Premoderne tijd (1200) werd er al een vorm van strafrecht ingesteld
door de instelling van de inquisitie. Dit was de kerkelijke rechtbank die was
belast met de opsporing van, het onderzoek naar en het opleggen van straffen
aan ketters.
In de Middeleeuwen (tussen 1200 en 1500) was de strafrechtspleging
voornamelijk privaatrechtelijk, horizontaal en herstellend van aard. Het was
primair gericht op bemiddeling (zoenen), schadevergoeding door middel van
onderhandelingen en secundair, wanneer schadevergoeding niet tot stand kwam
of niet werd nagekomen, gericht op proportionele wraakneming. Verzoening
gold dan ook als kernstuk van conflictbeheersing. De staatsautoriteiten traden
dan ook alleen op als bemiddelaars indien dat gewenst was. Een uitzondering
hierop waren politieke misdaden, deze werden wel wreed door de staat bestraft.
De overheden stelde bemiddeling uiteindelijk steeds meer verplicht. En als dat
niet lukte legde de overheid soms een landszoen op, als straf omdat de
bemiddeling niet gelukt was. Hier zie je al wel dat de overheid zich er mee ging
bemoeien, je had immers geen keuze want je moest bemiddelen. Lukte dit niet
dat bemoeide de overheid zich daar wederom mee door een landzoen (sanctie,
zoals een bedevaart) op te leggen, die overigens erg gericht was op de belangen
van het slachtoffer. Zo kon het zijn dat als er een geldboete en schadevergoeding
was opgelegd, de schadevergoeding voor de geldboete ging.
Het Ancien Regime (1500 – 1800) kan daarna worden gezien als een
overgangsperiode van privaatrechtelijk strafrecht naar steeds meer
publiekrechtelijk strafrecht. Dit kwam doordat de wereldlijke machtshebbers
steeds meer macht wilde hebben. De Staat trekt in deze periode dan ook steeds
meer exclusiviteit naar zich toe. De straffen waren veelal wreed en ter
manifestatie van absolute macht van de vorst/de staat.
,Tijdens de Verlichting (1800 – e.v.) verdwenen de laatste restjes van het
privaatrechtelijke strafrecht. Tijdens deze periode werd ingezien dat straffen
omstreden is, men vond het inhumaan door de lijf- en doodstraffen en ineffectief
doordat er geen onderscheid werd gemaakt tussen delicten (denk daarbij aan
levenslang voor een overval, maar ook levenslang voor moord; leidde tot meer
geweld), daarom werden verschillende theorieën (her)uitgedacht ter
legitimering/rechtvaardiging van het publieke strafrecht.
De Verlichting heeft veel invloed gehad op het strafrecht:
o Hervorming van het strafrecht.
Meer rechtsbescherming voor de dader als reactie op de
wreedheid uit het Ancien Regime, men zag in dat de straffen
inhumaan en ineffectief waren.
Het publieke strafrecht is tijdens de Verlichting een
exclusieve reactie op misdaad geworden.
Gecentraliseerd strafrechtelijk systeem.
Strafrecht is dus niet altijd een exclusieve reactievorm op misdaad geweest. In de
oudheid (en in sommige culturen nog steeds) werd er met privaatrechtelijke
ogen naar gekeken. Het was een conflict tussen burgers onderling waarde
overheid zich niet of nauwelijks mee bezig hoefde te houden. In plaats van een
recht of een plicht tot straf(vervolging) van de Staat ontstond er in eerste
instantie een verbintenis tot schadevergoeding (zoenen) jegens het slachtoffer of
diens nabestaande, terwijl proportionele wraakneming bij voortdurende niet-
nakoming van die schadevergoeding was toegestaan. Er werd dan ook niet of
nauwelijks onderscheid gemaakt tussen privaat- en publiekrecht, er was slechts
sprake van publiekrechtelijk strafrecht wanneer de Staat zelf in gevaar werd
gebracht.
Wel ziet men de overgang naar publiek strafrecht al lichtelijk beginnen in de
Middeleeuwen vanaf de inquisitie en het verplicht stellen van bemiddeling,
inclusief het sanctioneren door de stad bij mislukking hiervan.
Er zijn twee belangrijke redenen voor het bestaan van het publieke
strafrecht, een officiële reden en een onofficiële reden.
De officiële reden voor het bestaan van het publieke strafrecht is dat het
publieke strafrecht excessieve eigenrichting voorkomt die zonder het
publieke strafrecht schering en inslag zou zijn met vrijwel onvermijdelijk
een oorlog van allen tegen allen tot gevolg.
De onofficiële reden voor het bestaan van het publieke strafrecht is dat
het de Staat te doen is om de behartiging van de machtsbelangen en orde,
zo stellen Bianchi en Foucault.
, Het wezen van de straf
Het wezen, ofwel de inhoud van de straf is intentionele leedtoevoeging door
de staat aan de dader. Ofwel straf is (proportionele) wraakneming.
Abolitionisten en hersteldenkers stellen dat er geen wezenlijk onderscheid
bestaat tussen misdaad en straffen. Geweld (misdrijf) is slecht, maar ook geweld
(straf) op geweld (misdrijf) is slecht. Ofwel straffen is een moreel kwaad.
Retributivisten/vergeldingsdenkers stellen dat er wel een wezenlijk onderscheid
bestaat tussen misdaad en straffen.
Het slachtoffer heeft het niet verdiend, de dader wel omdat hij inbreuk
heeft gemaakt op de rechten en vrijheden van het slachtoffer en omdat hij
een rechtsnorm heeft geschonden.
o Straf is dus ter vereffening.
o Geweld (misdrijf) is slecht, maar geweld (straf) op geweld
(misdrijf) is goed? Ofwel straffen is geen moreel kwaad.
Er bestaat een verband tussen wraak, vergelding en straf. Vergelding ligt in het
verlengde van wraak en door die wraak te limiteren en te kanaliseren ligt straf
ook in het verlengde van wraak.
Straf (intentioneel leed toevoegen) vergelden proportioneel
wraaknemen.
Een verschil tussen wraak en vergelding is er eigenlijk niet, behalve het
feit dat er gekanaliseerd en daarmee geproportioneerd wordt.
*Martha Nussbaum keurt woede af, in woede (enkele uitzonderingen daargelaten) zit het
element van terugslaan en de ander willen laten lijden. Daarmee keurt zij ook vergelding
af want iemand anders laten lijden herstelt niks. Met vergelden streel je in principe je dikke
ego.
Straf wortelt in het irrationele omdat het niet van een waterdicht fundament kan
worden voorzien dat iedereen overtuigd, straf is dus een fundamenteel
omstreden verschijnsel. Dit speelt vooral bij vergeldingsdenkers. Er zijn twee
benaderingen van het irrationele:
1. Straf is irrationeel omdat de mens een biologische drang heeft tot
wraakneming.
a. Primitief biologische benadering.
2. Straf is irrationeel omdat plegers van misdaden straf verdienen.
a. Moreel intuïtieve benadering.
Er is dus wraakzucht en wanneer men die botviert door middel van straffen,
noemen we dat gerechtvaardigd.
, De reguliere straftheorieën
Er zijn drie strafrechttheorieën die het meest gangbaar zijn, allen hebben hun
eigen bijbehorende strafdoelen. Straffen, ofwel het intentioneel toevoegen van
leed, wordt gelegitimeerd op verschillende manieren.
De vergeldingstheorieën zijn ook wel bekend als absolute strafrechttheorieën.
In deze theorie mag alleen de schuldige worden straft, de straf mag echter
niet zwaarder zijn dan de misdaad is geweest.
o Straf dient evenredig te zijn aan de ernst van de misdaad en het
verwijt dat de dader kan worden gemaakt.
De focus ligt hier op wat er is gebeurt en is dus op het verleden gericht.
Er moet gestraft worden omdat er een misdaad is gepleegd, de straf is
dus ter vereffening van een rekening.
De positieve vergeldingstheorie (Kant en Hagel) gaat ervan uit dat een
aan schuld te wijten misdaad ten volle moet worden vergolden omdat de
gerechtigheid dit eist. Redenen om het straffen te “rechtvaardigen” zijn:
Bestraffing is een intrinsiek goed (intrinsiek vergeldingsdenken).
o Door een misdaad te plegen plaats je jezelf buiten de gemeenschap
en alleen door je straf te ondergaan kun je terug keren in de
samenleving.
Dit is de enige manier na een misdaad om het weer goed te
maken.
Bestraffing is ter herstel van de status quo ante.
o Terugbrengen naar de staat zoals deze was voor de misdaad.
Bestraffing is ter herstel van het evenwicht tussen kosten en baten.
o Straf leidt ter herstel van het door de misdaad verstoorde
evenwicht tussen kosten en baten in de samenleving.
Ongerechtvaardigd voordeel voor de dader door de
misdaad ten opzichte van wetsgetrouwe burgers.
Bestraffing is ter bevrediging van wraakgevoelens (empirisch
vergeldingsdenken)
o Wraakgevoelens van het slachtoffer en de samenleving.
Bestraffing is een expressie van morele afkeuring (communicatief
vergeldingsdenken).
o Straf als mode of moral communication.
De negatieve vergeldingstheorie gaat ervan uit dat een aan schuld te wijten
misdaad ten volle mag worden vergolden, maar dat dit niet noodzakelijk is. De
legitimiteit eist dit. Hier wordt wel een duidelijke koppeling met de effecten, het
nut en het doel van de straf gemaakt, waardoor preventie ook deel uit gaat
maken van de theorie. Ze zijn dus eigenlijk de facto verenigingsdenkers.
Het mensbeeld dat bij vergeldingstheorieën past is het liberalisme, men gelooft
dat de mens een vrije wil heeft en gaat daar ook vanuit.