100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting DEEL 2: Ontstaan en geldigheid van contracten €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting DEEL 2: Ontstaan en geldigheid van contracten

 8 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

bevat het deel 2 van het boek "Nieuw Algemeen Contractenrecht" samengevat.

Voorbeeld 4 van de 54  pagina's

  • Onbekend
  • 1 mei 2024
  • 54
  • 2023/2024
  • Samenvatting
avatar-seller
4 DEEL 2. ONTSTAAN EN GELDIGHEID VAN CONTRACTEN3
Totstandkoming en geldigheid twee aparte zaken! Als blijkt dat een contract niet eens is ontstaan dan
zal er ook geen nietigheid kunnen worden gevorderd. Nietigverklaring enkel bij probleem bij het
sluiten van contract, als het contract niet geldig is.

4.1 ONDERHANDELINGEN (ART. 5.14-5.17 BW)
De onderhandelingen maken deel uit van de precontractuele fase. Vaak nodig wanneer er grote
contracten in de maak zijn die invloed hebben op belangrijke (zaken van grote waarde) aspecten.
Kunnen soms zeer lange en uiteenlopende onderhandelingen gevoerd worden vooraleer een effectieve
overeenkomst tot stand komt. Zo kunnen partijen elkaar informeren en aftasten welke risico’s,
voordelen en/of nadelen het sluiten van een contract zal inhouden.
Een onderhandelingsfase is evenwel niet vereist, vaak komen overeenkomsten tot stand zonder
onderhandelingen. Denk maar aan het kopen van een brood in de winkel.

4.1.1 ONDERHANDELINGSVRIJHEID
Houdt in dat je vrij bent te contracteren, maar ook om niet te contracteren. In principe kan je
onderhandelingen nog afbreken zonder motivering. Art. 5.15 BW impliceert dit. Nog geen
gebondenheid want er is nog geen contract ontstaan. Je zal wel een motief hebben (zelfs al is het
gewoon geen zin meer hebben), maar je bent niet gehouden dit uit te leggen of te melden. Soms gaat
het motief er wel toe doen, komt later nog aan bod.
Parallelle onderhandelingen. Twee partijen uitspelen met elkaar. Dit kan los van elkaar maar ook
allebei bij elkaar of via veiling systeem. Dit is allemaal mogelijk.
Ook contractsweigering mogelijk omdat je partij niet vertrouwt.

4.1.2 MAAR GEDRAGSPLICHT = ALGEMENE ZORGVULDIGHEIDSNORM
Je moet je gedragen als een redelijk en zorgvuldig persoon tijdens de onderhandelingsfase, anders
maak je je schuldig aan culpa in contrahendo (CIC), dit is een precontractuele fout van
buitencontractuele aard, een fout die je begaat bij de onderhandelingsfase. Dit is een
buitencontractuele aansprakelijkheid, dus teruggrijpen naar regels van boek 6. Staat in artikel 5.17, 1 ste
lid BW. Zal voortvloeien wanneer een partij op een onrechtmatige schadeverwekkende wijze heeft
gehandeld.
Verschillende mogelijkheden om gedragsplicht te schenden:
- Foutief onderhandelingen afbreken
- Om discriminerende redenen weigeren met iemand een contract te sluiten
- Partijen moeten hun informatieverplichting nakomen
- Geen misbruik van kwetsbare positie/geweld
- Contract opstellen dat strijdig is met openbare orde en dwingend recht
Foutief afbreken van onderhandelingen
Op grond van artikel 5.15, 2de lid BW & artikel 5.17 BW (in het oude recht op basis van art. 1382-
1383 Oud BW) aansprakelijk, namelijk de goede trouw en buitencontractuele aansprakelijkheid.



3
Vanaf pagina 133 handboek

20

,De vraag die je moet stellen is of een normaal zorgvuldig persoon in die concrete omstandigheden de
onderhandelingen ook (op die manier) zou hebben afgebroken? Zo neen dan is er sprake van foutief
afbreken onderhandelingen want handelt niet te goeder trouw en is buitencontractueel aansprakelijk.
Wanneer is het foutief om af te breken? In de praktijk niet zo eenvoudig aan te kaarten en zal ook niet
snel zo aangenomen worden.
Voorbeeld: onderhandelingen aangaan met het oog om een ander te schaden, geen intentie om
effectief te proberen om tot een contract te komen. Dit is niet zorgvuldig gedrag dus pleeg je
buitencontractuele fout en zal je als er schade ontstaat zo aansprakelijk gesteld kunnen worden.
Of onderhandelen met bedoeling vertrouwelijke informatie te bekomen, weer geen sprake van intentie
om een contract te proberen bekomen. Ook weer sprake van precontractuele fout.
Waar ligt de grens? Moeilijk te bepalen, grens ligt in de goede trouw en normaal redelijk zorgvuldig
persoon. In theorie moeilijk te bepalen.
Gevolg: kosten van onderhandelingen van andere partij vergoeden. Dit is het negatief contract belang.
De gederfde winst wordt hier niet in meegerekend. Uitzonderlijk zal er sprake zijn van positief
contract belang, omvat ook gederfde winst.
Artikel 5.17, 2de lid BW, geeft het negatief contract belang weer, enkel kosten onderhandelen vergoed,
in fase van het foutief afbreken van onderhandelingen. 2 de zin tweede lid is het positief contractbelang,
hier is al rechtmatig belang gewekt (derde fase) dat contract ging worden gesloten. Al kijken naar
netto voordeel dat men had gehaald uit contract moest dit gesloten geweest zijn. Deze derde fase is
moeilijk te bewijzen en wordt nog moeilijker aanvaard (rechtmatig belang). In praktijk zeer belangrijk
want is vaak groot verschil in vergoeding.
In het oude recht waren er 3 mogelijke grondslagen om precontractueel gedrag te beoordelen:
- Buitencontractuele foutaansprakelijkheid
 Op grond van de art. 1382-1383 Oud BW
 Schade berokken door onderhandelaar waarvoor die buitencontractueel aansprakelijk
is
 Zal veroorzaakte schade moeten herstellen
- Verbod van rechtsmisbruik
 Het recht op contractvrijheid zodanig uitoefenen dat het kennelijk de grenzen
overschrijdt van de normale uitoefening door een normaal zorgvuldig persoon
 Veel kritiek op deze visie want dit verbod geldt enkel bij subjectieve rechten en niet
bij vrijheden
- Objectieve goede trouw
 Op grond van art. 1134, 3de lid Oud BW
 Kan worden geïnterpreteerd dat er ook goede trouw vereist is bij de totstandkoming
van een overeenkomst en dus ook tijdens de onderhandelingen
 Partijen moeten rekening houden met de rechtmatige belangen van anderen
In het nieuwe recht niet zo duidelijk, wel twee luiken:
- Enerzijds moeten de partijen handelen in overeenstemming met de goede trouw (art. 5.15, 2 de
lid BW)
 Ook een schadeverwekkende schending van de eisen van de goede trouw in de
precontractuele fase zal aanleiding geven tot buitencontractuele aansprakelijkheid
- Anderzijds kunnen de partijen tijdens de precontractuele onderhandelingsfase tegenover
elkaar buitencontractuele aansprakelijkheid oplopen
 Beide kaders vallen terug op het gedrag van een normaal zorgvuldig persoon

21

,Het foutcriterium voor de buitencontractuele aansprakelijkheid tijdens de precontractuele fase is de
voorzichtige en redelijke persoon. Enkel wanneer het gedrag van de partij afwijkt van het gedrag van
een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden.
Voorbeeld: wanneer een partij onderhandelt zonder de intentie om een contract af te sluiten, maar
louter om schade aan een ander te berokkenen of vertrouwelijke informatie te bekomen, dan handelt
deze partij onrechtmatig en zal die buitencontractueel aansprakelijk zijn voor de schade die daaruit
voortvloeit. De partij die schadeherstel wenst zal deze onrechtmatigheid moeten bewijzen.
Er is ook rechtspraak die peilt naar de vraag hoe ver de onderhandelingen al gevorderd zijn. Zo zou de
lat bij het beoordelen van onrechtmatig gedrag lager kunnen liggen wanneer de onderhandelingen al
enige tijd lopen en zich al in een eindstadium bevinden. De effectieve duur is daarbij niet echt
relevant, het gaat over de gerechtsvaardigde verwachting die op dat moment gewekt is, dit is
afhankelijk van de concrete omstandigheden.
In kader van deze gerechtvaardigde verwachting speelt het rechtmatig vertrouwen een belangrijke rol
bij de foutbeoordeling. Hoe meer vertrouwen er gewekt is bij een partij dat een overeenkomst tot stand
zou komen, hoe groter het risico dat de schending van dat vertrouwen een buitencontractuele fout met
zich meebrengt. Ook hier moeten de concrete omstandigheden voor zich spreken.
 Benadering vanuit Plas/Valburg-arrest
Goedgekeurde reden voor het stopzetten van de onderhandelingen
- Gewijzigde marktomstandigheden
- Plotse interessante aanbieding van andere partij
- Verlies van vertrouwen
Herstel bij onrechtmatig afgebroken onderhandelingen (hierboven al besproken)
- Positief contractbelang
 Situatie zoals indien het contract zou zijn gesloten en uitgevoerd
- Negatief contractbelang
 Situatie zoals indien er geen contract zou zijn gesloten
 Uitgangspunt nieuwe recht = vergoeding van het negatieve contractbelang (art. 5.17, 2 de lid,
1ste zin BW)
 Uitzonderlijk vergoeding positief contractbelang = bij het wekken van rechtmatig vertrouwen
dat het contract zonder enige twijfel zou zijn tot stand gekomen (art. 5.17, 2 de lid, 2de zin BW)
o Billijkheidsoordeel rechter

Wat de benadeelde betreft bij de precontractuele fout rust er bij hem ook een schadebeperkingsplicht.
Plicht om redelijke maatregelen te nemen om schade te beperken of te voorkomen.
Weigeren te contracteren met iemand wegens discriminerende redenen
Gaat hier over contractsweigering (ook nog steeds in de precontractuele fase). Een partij mag een
weigering niet louter baseren op discriminerende reden zoals bepaald door de antidiscriminatiewet van
10 mei 2007. Niet enkel buitencontractuele aansprakelijkheid, maar ook:
- Strafsancties
- Stakingsvorderingen
- Forfaitaire schadevergoedingen
Voorbeeld hoteluitbater: Hoteluitbater werd gediscrimineerd tijdens het onderhandelen. Nog geen
sprake van contract want niet alle essentiële elementen stonden vast.



22

, Dan wel buitencontractuele aansprakelijkheid? Er is wel een vermoeden van discriminerende
contractsweigering, wanneer dit vermoeden hard kan worden gemaakt zal de bewijslast omgedraaid
worden.
Informatieverplichtingen niet naleven (art. 5.16 BW)
Informatieplicht
Hier gaat het over de informatieverplichting in de precontractuele fase. Deze bestaat ook in de
contractuele fase. Basisregel, een contractspartij is niet verplicht alles te vertellen wat die weet. Een
kennisvoorsprong om “goede zaakjes” te doen is in principe niet verkeerd.
In het oude recht (art. 1382-1383 Oud BW) valt men terug op de gedragsregel van de algemene
zorgvuldigheidsplicht. Zou een normaal redelijk zorgvuldig persoon in deze situatie hetzelfde hebben
gehandeld. Ook moeilijk toe te passen in de praktijk want de concrete omstandigheden zullen moeten
afgewogen worden. Informatie mag dus ook niet verkeerd zijn, niet per se verzwijgen van informatie.
Relevante (belangrijke) informatie moet in principe worden gegeven. Kan opzettelijk (bedrog) of uit
onachtzaamheid.
In het Nieuwe Burgerlijk wetboek valt men terug op de goede trouw als algemene
zorgvuldigheidsnorm (art. 5.16 BW). Begrip goede trouw wordt ingevuld in het licht van de
verwachtingen van de partijen en get voorwerp van het contract.
Ten aanzien van professionelen geldt dan ook een strengere informatieplicht. Zij worden niet allen
verwacht te handelen volgens de regels van een normaal zorgvuldig persoon/goede trouw, maar ook
echt via de normen van een normaal en zorgvuldig persoon/goede trouw die dezelfde professionele
hoedanigheid uitoefent.
 Kijken naar de hoedanigheid van de partijen, de redelijke verwachting en het voorwerp van
het contract voor invulling informatieplicht!
Ook bijzondere wetten kunnen speciale informatieverplichtingen op leggen (in het economisch recht,
boek X). Deze hier besproken is de informatieverplichting van het gemeen recht.
Er moet ook telkens/in concreto worden nagegaan welke sanctie er rust op het schenden van de
informatieplicht. Als de schending van de informatieplicht voldoet aan de vereisten van wilsgebrek,
dan zal de nietigheid ook als bijkomende sanctie gelden.
Soorten informatie:
- Onvoldoende of nauwkeurige informatie
 Informatie mag geen algemene bekendheid hebben
 Bij professionele hoedanigheid rekening houden met strengere plicht
 Wanneer professionele hoedanigheid relevant is in de overeenkomst
 Informatie moet van belang zijn of relevant zijn
 Informatieschuldenaar moet op de hoogte zijn of had dit redelijkerwijze moeten zijn,
anders niet verwijtbaar
- Onjuiste informatie
 Opzettelijk
 Gehouden tot herstel van de schade
 Nietigverklaring mogelijk indien voldaan aan de vereisten van het wilsgebrek
bedrog (art. 5.33 BW)




23

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VHxo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
  Kopen