Hoorcollege Pedagogiek
Week 1
Actualiteiten jeugdzorg
- Rutte: jeugdzorg onder gemeentelijke regie
- Diverse televisieprogramma’s: EHBO: Eerste hulp bij opvoeden (RTL 4),
Opvoeden doe je zo (KRO), Puberruil (NPO 3)
- Van 16,9 miljoen Nederlanders: 4,9 miljoen jeugdigen
Trends: o.a. stijgend aantal
• meldingen kindermishandeling stijgt
• kinderen met gedragsproblemen -> gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt
• ongezonde leefstijl jongeren (obesitas bij kinderen)
• jongeren die niet naar school gaan of werken
• overlast gevende jongeren
Maatschappelijke tendensen (een nieuw verschijnsel)
Er zijn in deze tijd maatschappelijke tendensen te constateren die de draaglast van het opvoeden
verhogen en de draagkracht van ouders aantasten. Enkele algemene maatschappelijke tendensen van het
begin van de eenentwintigste eeuw, die invloed hebben op de opvoedingsdraaglast zijn:
• Democratisering
• Individualisering, mensen zijn meer zichzelf en trekken meer hun eigen plan
• Mondialisering (over de wereld), de wereld komt dichterbij, waardoor we leren hoe andere
mensen het doen. Hier leren we van. We nemen ook normen en waarden over van andere
culturen.
• Fragmentarisering, verschillende fragmenten van het leven en andere rollen
• Consumentisme, de manier van leven waarbij regelmatig aanschaffen van goederen, de sociale
waarde daarvan invloed heeft op de status en identiteit
• Flexibilisering van de levensloop, er is een verandering in de levensloop. Dit heeft ook invloed op
de kijk naar de pedagogiek.
• Multiculturaliteit, er zijn tegenwoordig veel verschillende culturen, waardoor er verschillende
opvattingen zijn over de pedagogiek. Het samenleven van verschillende culturen binnen een land
heeft ook invloed op de manier van opvoeden.
Deze punten zorgen voor een veranderde kijk op de pedagogiek.
Het alledaagse opvoeden van nu
• Jonge ouders hebben minder ervaring met kinderen en opvoeden (ze komen uit kleinere gezinnen
dan vroeger, wonen in minder kinderrijke buurten, doen werk waar ze geen kind tegenkomen)
• Kinderen zijn een statussymbool geworden; men kiest er bewust voor en is helemaal alleen
verantwoordelijk voor het opvoedingsresultaat.
• Rolpatronen liggen minder vast, de opvoedingspartners zoeken naar nieuwe vormen en hebben
weinig ervaring in het met elkaar overleggen over de opvoeding.
• Er zijn vele keuzes in middelen en opvoedingsvormen
• Steeds meer onderhandelingshuishouding; gevaar van regie kwijtraken
• Gevolg van graascultuur: → structuur en herkenbaarheid van situatie ontbreekt
• Materiële veranderingen: o.a. onvriendelijke woonwijken (door verkeer spelen zonder toezicht
onmogelijk), grotere huizen (minder contact tussen huisgenoten), invloed van media, internet,
video en games
,Wat is pedagogiek?
• Kennis/theorieën over opvoeden = opvoedingswetenschap of opvoedingsleer
• Pais (=kind) en agogein (=leiden) → Het kind leiden
Pedagogiek versus orthopedagogiek
- Pedagogiek: normale opvoedings- en/of gedragsproblemen
• waarover hebben we het dan?
- Orthopedagogiek: opvoedings- en/of gedragsproblemen bij kinderen met een stoornis of
handicap (cognitief, zintuiglijk, motorisch, sociaal, emotioneel of combinatie)
• welke problemen zien we dan?
Pedagogiek versus orthopedagogiek
Pedagogiek, bijvoorbeeld hoe om te gaan met:
• niet luisteren/ niet gehoorzamen
• kamer overhoop halen en niet willen opruimen
• brutaal, schelden, pikken en liegen
• bedplassen
• later thuiskomen dan is afgesproken
• belangrijke spullen ‘zomaar’ kwijt raken
Orthopedagogiek, bijvoorbeeld hoe om te gaan met:
• Contactstoornis, ADHD/ADD, ODD, angst- en depressiestoornis
• opvoeder dient te zoeken naar aangepaste vorm van opvoedend handelen
• specifieke hulp en begeleiding bieden
Pedagogiek: historie
• Tot middeleeuwen: animalculus/homunculus: opgevouwen kind in spermacel
• In middeleeuwen: kind is mini-volwassene. Men dacht dat alle vaardigheden genetisch vastgelegd
waren.
Locke, 1632-1704:
• Kind is fundamenteel anders dan volwassene
• Kind is tabula rasa: onbeschreven blad
• Kind ontwikkelt zich door invloed van omgeving
• Kind doorloopt ontwikkeling door leren, niet door rijping
• Kernbegrippen: repeteren, imiteren, modelgedrag, beloning, straf
Rousseau, 1712-1778: grondlegger pedagogiek
• Ontwikkeling is gevolg van aanleg én rijping
• De mens is van nature goed
• Afwijking hiervan is gevolg van omgeving
• Kindgerichte opvoeding, kind staat centraal
• Essentieel: kinderen kunnen pas leren als ze er rijp voor zijn!
Controverse nature/nurture: ‘aanleg versus omgeving’
,Tegenwoordig: Persoonlijkheidsontwikkeling versus pedagogiek
Ontwikkeling is afhankelijk van:
1. Erfelijke aanleg
2. Omgeving: opvoeding, historisch-geografische situering,
culturele achtergrond
3. Rijping CZS, centrale zenuwstelsel. Ook de rijping van de
hersenen.
Aanleg vs. Omgeving → nature-narture
- Wordt het gedrag van kinderen door de aanleg gestuurd of
vooral door factoren in de omgeving?
Problemen in respectievelijk aanleg, omgeving en rijping CZS leiden tot :
1. Aanlegstoornis: bijv. Syndroom van Down
2. Belemmeringen: bijv. gedragsproblemen t.g.v. gebeurtenissen in opvoedingssituatie,
puberteitsproblemen, traumatische gebeurtenis, echtscheiding
3. Rijpingsstoornis: bijv. ADHD
Pedagogiek: welk doel heeft opvoeden?
Diverse opvattingen
• Opvoeden is vormen
• Opvoeden is onderwijzen, beleren en aanleren
• Opvoeden is gezeggen: verbaal aangeven van gedrag ‘zoals het hoort’
• Opvoeden is uitleggen
Tegenwoordig:
• Opvoeden als proces (o.a. Kok) waarin we de aanleg optimaal laten ontplooien
• Opvoeden is ondersteunen naar autonomie (in sociaal, emotioneel, en situationeel opzicht).
Theorieën en Modellen: waarom handig?
Wat is hiervan de functie?
Model:
• Dimensionaal opvoedingsmodel -
• Competentie model
• Meervoudig risicomodel
• Dynamische systeemtheorie
Inzicht geven in:
• Manieren van opvoeding
• Ontwikkelingstaken, vaardigheden, probleemgedrag en de aanpak hiervan
• Therapeutisch opvoedkundig handelen
Inzicht in opvoeding: opvoedingsmodellen
• Geeft inzicht in complex verschijnsel ‘opvoeding’
• Verschillende opvoedingsstijlen: zie Angenent (mediatheek)
Dimensionaal opvoedingsmodel
, Dimensionaal opvoedingsmodel met fusie-assen: opvoedingsstijlen
• De vier schuine lijnen zijn de opvoedingsstijlen.
• De rechte lijnen zijn eigenschappen van het opvoeden.
Tolerantie → hartelijk bedoelde toegeeflijkheid
Intolerantie → hoge eisen, harde aanpak
Betrokkenheid → warme en beschermende protectie
Onverschilligheid → kille ongeïnteresseerdheid
Inzicht in ontwikkelingstaken, vaardigheden, probleemgedrag en aanpak hiervan
• Competentiemodel
• Meervoudige risicomodel
Competentiemodel: balans
Ontwikkelingstaken en vaardigheden
4-12 jaar (voorbeelden)
Ontwikkelingstaken Vaardigheden
• Rekening houden met anderen • Overleggen met ouders, brusjes, andere kk
• Onafhankelijkheid vergroten • Maken van een boodschappenlijstje
• Onderwijs volgen • Luisteren naar de ander
• Vriendschappen onderhouden • Compromissen sluiten
• Nemen van deel- verantwoordelijkheden thuis • Uiten van boosheid
• Keuzes maken voor eigen veiligheid en gezondheid • Boosheid van ander sussen