Intro en Hoofdstuk 1:
Introducing Geography:
De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het aardoppervlak. Het gaat om het hoe,
waarom en waar menselijke en natuurlijke activiteiten voorkomen en hoe deze activiteiten met
elkaar in verband staan. Het eerste unieke perspectief is de ruimtelijke benaderingswijze (niet alleen
hoe iets gebeurt, maar ook waar het gebeurt. En hoe het in verhouding staat tot andere
gebeurtenissen zowel dichtbij als ver weg. Het beslaat 3 levels: Plaats, Ruimte en Schaal. Synthese
(een samenvoeging van ongelijksoortige zaken) Geografen zijn erg geïnteresseerd in het
samenbrengen van ideeën van verschillende vakgebieden. Representatie Geograaf heeft: Kennis,
gebruikt kaarten, beschrijft met woorden, gebruikt wiskundige en statistische modellen. Ze kijken
dus naar de wereld vanuit een geografische benadering.
Sferen, schalen, cycli en systemen:
Fysische geografie is de wetenschap van de leefomgeving. Het bestudeert de systemen en cycli die
invloed hebben op de leeflaag van de aarde, wat het landoppervlak, het wateroppervlak en de
onderste laag van de atmosfeer inhoudt. Globale veranderingen houden niet alleen natuurlijke
processen in, maar ook de interactie met de mens. Fysische geografie verklaart deze interactie.
De vier grote sferen:
De natuurlijke systemen vinden plaats in 4 grote sferen. Deze staan in interactie met de leeflaag.
Atmosfeer: gaslaag die de aarde omringt distribueert warmte en vocht en bevat vitale elementen
voor leven, carbon, hydrogen, oxygen, nitrogen.
Lithosfeer: ondergrond voor de leeflaag. Vormt het land en is een bodem met voedingsstoffen.
Hydrosfeer: water, vooral in oceanen. Bevindt zich in of op de lithosfeer en ook in atmosfeer als
waterdamp, druppels of ijskristallen.
Biosfeer: alle levende organismen. Is afhankelijk van atmosfeer, hydrosfeer en lithosfeer.
Schalen:
Processen van de leeflaag en de 4 grote sferen spelen op verschillende schalen af.
- Wereldschaal
- Continentale schaal
- Regionale schaal
- Locale schaal
- Individuele schaal
Fysische geografie en de menselijke woonomgeving:
De aarde is ook de menselijke leefomgeving, daarom is fysische geografie interessant, het verklaart
hoe en waarom onze omgeving verandert.
Systemen in de fysische geografie:
Processen die plaatsvinden in de leeflaag zijn complex. Voor de relaties tussen deze processen
kunnen we spreken van systemen.
In een stroomsysteem (flow system)beweegt iets van een plaats naar een andere (bijv.
energiestroom). Dit gaat via paden die met elkaar in verbinding staan. Het padenpatroon met z’n
, verbindingen is de structuur van het systeem. Een belangrijk kenmerk zijn de inputs en outputs en er
moet een soort energiebron aanwezig zijn. Voorbeelden van natuurlijke flow systems zijn rivieren of
een voedselketen.
Open en gesloten flow systems:
In een open flow system is sprake van in- en outputs, bijvoorbeeld bij een rivier, die gevoed wordt
door bronnen en uitmondt in een oceaan. Een gesloten flow system heeft geen in- en outputs. Het
bewegend materiaal in het systeem blijft altijd rondgaan. Dit is ook wel een cyclus, de hydrologische
cyclus op aarde is een voorbeeld.
Als op bredere schaal wordt gekeken zijn alle systemen op aarde gesloten, omdat er geen interactie
is met de ruimte. Alleen het energiesysteem is open omdat het energie ontvangt van de zon en ook
energie afgeeft aan de ruimte.
Feedback en evenwicht in flow systems:
Feedback: een pad in het systeem handelt om de stroom in een ander pad te versterken of te
reduceren.
Evenwicht: de verschillende paden van het systeem zijn in een stabiele staat en houden elkaar in
evenwicht. (bijv. een meer, gevoed door een beek, water verdampt).
Een voorbeeld van feedback en evenwicht is te vinden in het wereldklimaat systeem, door bijv. de
werking van wolken.
Tijdcycli:
Elk systeem kan een verandering ondergaan in z’n activiteit door de tijd heen. Bijvoorbeeld invloed
door het ritme van de seizoenen of de maan.
Systeem denken:
Systemen en cycli zijn ideeën die ons helpen aardse processen en fenomenen te begrijpen en
organiseren, maar het is ook een manier van denken hoe dingen bewegen, veranderen en
samenwerken.
De mensheid is nu de dominerende soort op deze planeet en bijna overal is menselijke invloed
merkbaar. We hebben allemaal de verantwoordelijkheid de aarde goed te behandelen en het
begrijpen van de processen die de leefomgeving hebben geschapen zullen daarin helpen.
De vorm van de aarde:
De rotatie van de Aarde is van belang voor:
- De as geeft een referentiepunt om de lengte- en breedtegraden aan te geven
- Het verdeelt de dag in uren, minuten en seconden
- Belangrijk voor de fysische en levensprocessen van de aarde.
Het Geografische raster:
Omdat het aardoppervlak bolt, wordt de aarde in een geografisch raster verdeeld, die parallellen
(lengtegraden) en meridianen (breedtegraden) genoemd worden. De langste lengtegraad is de
evenaar.
Aardbeweging rond de zon:
De aarde draait in een baan rond de zon, maar draait tegelijkertijd ook om zijn eigen as. In 365 en