Bodem:
Voorbeeldpagina:
De levende organische organismen in de bodem zijn verantwoordelijk voor vele omzettingen en
afbraakprocessen, zoals de humificatie en mineralisatie. De kleinste organismen, met name de
bacteriën, spelen hierbij de belangrijkste rol. Bacteriën zorgen dat de bodemdeeltjes aan elkaar
worden geplakt.
Bij de afbraak van een organische stof worden meestal ook een aantal schadelijke organische
stoffen afgebroken. Het bodemleven zorgt voor homogenisatie en beluchting van de bovengrond.
Hoe hoger het organische stofgehalte hoe minder dicht de grond
Organische stof
Organische stof in de bodem is de materie die grotendeels bestaat uit min of meer verteerde
plantenresten (humus)
Organische stof heeft grote invloed op de eigenschappen van de bodem
- Het heeft een adsorptievermogen voor voedingselementen: organische stof kan
plantenvoedende stoffen met een (positieve) lading tijdelijk vastleggen. Organische stof
bindt per massa-eenheid 3-4 x zoveel voedingsionen als lutum
- Hoe hoger het gehalte organische stof hoe groter het vochthoudend vermogen.
- Organische stof heeft invloed op de structuur en stabiliteit van de bodem: Zandgronden
krijgen door de organische stof een minder losse ligging en kleigronden worden juist minder
vast (ruller)
Het adsorptievermogen en vochthoudende vermogen is van groot belang bij vooral zandgronden
met weinig lutum.
De hoeveelheid organische stof die na minimaal een jaar nog teruggevonden wordt in de bodem:
Effectieve Organische Stof (EOS)
Er kan worden uitgegaan van een afbraak van 2000 kg OS per ha per jaar.
,Bodem en grond:
Bodem: de rangschikking van het materiaal in het bovenste deel van de aardkorst, tot daar waar de
wortels komen, waarin zich de bodemvormende processen afspelen.
Grond: een mengsel van verweerd materiaal, vloeistoffen en gassen dat aan het aardoppervlak of
(vlak) daaronder voorkomt.
Bodem heeft een gelaagde opbouw die in de loop van de jaren is ontstaan, terwijl grond geen
plaatsgebonden geschiedenis heeft.
Zode: de bovenste laag van grasland waarin een groot deel van de wortels zich bevindt. De zode is
ruim 5 cm dik.
Bouwvoor: de bovenste laag van bouwland, de laag die regelmatig geploegd wordt, zo’n 20-30 cm
dik.
Hoe goed is de grond?
- Ontwateringstoestand – hoe hoog staat het water op een zomer-/winterdag
- Vochtleverend vermogen – hoeveel water kan de grond vasthouden
- Aard van de bovengrond
- Stevigheid van de bovengrond
- Verkruimelbaarheid - consistentie
- Slempgevoeligheid (Door hevige neerslag kunnen gronddeeltjes gaan verspoelen, waarbij de
grond dichtslaat en er geen doorluchting meer plaatsvindt. Soms kunnen ontkiemende
plantjes ook niet door de slempkorst heendringen)
- Stuifgevoeligheid
Functie van de bodem voor de plant:
- Bieden van steun
- Leveren van water
- Leveren van essentiële nutriënten
Als er organische stof is, de bodemkwaliteit meestal goed.
Functies organische stof in de bodem:
- kleefstof
- leveren nutriënten
- Adsorptie van ionen, nutriënten
, - Absorptie van water
Ecologische functies van de bodem:
- Het bieden van een habitat voor organismen
- Draagkracht: leefmilieu voor planten en dieren, schuilplaats voor dieren
- Energievastlegging: adsorptie van zonlicht, verwarming van het aardoppervlak
- Structuur: van belang voor doorworteling, transport van water en lucht en daardoor ruimte
en niches voor bodemorganismen
- Levering van voedingsstoffen voor plant en dier: afbraak van organische stof
- Waterregulatie: doorlatendheid voor water en watervasthoudend vermogen
- Levering schoon ondiep grondwater: zelfreinigend vermogen
- Levering van schoon diep grondwater
- Ziektewerendheid in de landbouw
Grondbestanddelen:
Vaste delen kunnen zijn:
- Minerale delen (klei, leem, zand, grind)
- Organische stof: de meer of minder
verteerde resten van planten en dieren
vormen de dode organische stof humus.
De levende organische bestanddelen:
planten (bacteriën, schimmels, wieren,
plantenwortels) en dieren (aaltjes,
keverlarven, regenwormen, muizen, enz)
De poriën zijn gevuld met water en lucht.
Bodemvocht: het vocht in de poriën van de grond
Bodemlucht: de lucht in de poriën van de grond
Het liefst heb je ongeveer de helft vast en de helft
holten en poriën
Is de grond minder dan 35% vast apparaten zakken weg (moet tussen de 35% en 60% liggen)
Draagkracht/draagvermogen van een grond: de weerstand die de toplaag kan bieden aan de
uitgeoefende druk, zonder insporing of vervorming te ondergaan. De draagkracht kan worden
gerelateerd aan de indringingsweerstand. De draagkracht is ruim voldoende bij een
indringinsweerstand > 0,7 MPa (>7 kg/cm2) en geheel onvoldoende bij een indringingsweerstand <
0,5 MPa (<5kg/cm2), te meten in natte perioden.
Drie-fase systeem:
Grond is een driefasig systeem omdat er drie fasen aanwezig zijn (gasvormig, vloeibaar en vast)