100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding Sales - Stefan Renkema 2e druk €8,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding Sales - Stefan Renkema 2e druk

 24 keer bekeken  1 keer verkocht

Deze samenvatting bevat beknopt alle belangrijke stof uit het boek 'Inleiding Sales 2e druk' van Stefan Renkema. Het boek van meneer Renkema bestaat uit 244 pagina's aan stof, deze samenvatting bestaat uit dertig pagina's aan tekst en kost dus bijna 90% minder moeite om door te lezen! Met behulp...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • 2 mei 2024
  • 31
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (9)
avatar-seller
tieslansinkrotgerink

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 62 Oefenvragen
€4,49 0 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Waar staat de afkorting STAMP voor?

Antwoord: Strategie, technologie, de klant, mensen, processen.

2.

Welke vijf begrippen staan centraal bij accountmanagement?

Antwoord: Klanttevredenheid, klantgerichtheid, klantbewustheid, klantvriendelijkheid en klantinzicht.

3.

Hoe wordt een Net Promotor Score (NPS) berekend? Welke drie rollen zitten er in de NPS methode?

Antwoord: Promotors, passief tevredenen en criticasters. De NPS wordt berekend door het percentage promotors - het percentage criticasters te nemen. De uitkomst is een getal tussen de -100 en 100. Hoger dan 0 wordt gezien als een goede NPS.

4.

Uit welke drie strategieën bestaat het Tracy & Wiersema model?

Antwoord: Customer intimacy, operational excellence en product leadership.

5.

Welke vier soorten data onderscheiden we?

Antwoord: Gestructueerde data/ ongestructueerde data Statistische data/ dynamische data

6.

Wat is marketing automation?

Antwoord: Het automatiseren van marketinginspanningen, bijvoorbeeld door een Frequently Asked Questions pagina toe te voegen. Nadeel: niet persoonlijk volgens sommige bedrijven.

7.

Wat is Account Based Marketing (ABM)?

Antwoord: De inspanningen van je bedrijf aanpassen op de klant, dus per klant een andere manier van marketing toepassen.

8.

Wat zijn de vier vereisten voor het vastleggen van persoonsgegevens? (4)

Antwoord: Er moet sprake zijn van: - Juistheid en transparantie; - Beperkingen; - Integriteit; - Recht van controle.

9.

Welke drie salesprocessen onderscheiden we?

Antwoord: Market to sales (marktonderzoek); Sales to order (klanten werven); Order to loyal customer (klant tevreden houden).

10.

Wat is een Key Performance Indicator (KPI)? Bedenk een voorbeeld.

Antwoord: KPI\'s zijn doelstellingen die gekoppeld kunnen worden aan bepaalde handelingen. Deze moeten SMART worden geformuleerd. Je voorbeeld moet bevatten: Hoeveelheid/ verandering (kan in procenten) - handeling (bijvoorbeeld afhandelen van klachten) - concrete deadline (vóór eind december 2024/ binnen 24 uur).

Inleiding Sales door Stefan Renkema, 2e druk
Inhoud
1.1 De klant centraal ............................................................................................................ 2
1.2 Strategie ......................................................................................................................... 3
1.3 Technologie .................................................................................................................... 4
1.4 Processen....................................................................................................................... 5
1.5 Mensen ........................................................................................................................... 6
2.1 Targets ............................................................................................................................ 7
2.2 Marktanalyse .................................................................................................................. 8
2.2.1 Segmenteren........................................................................................................... 8
2.2.2 Doelgroep kiezen .................................................................................................... 9
2.2.3 Positionering ........................................................................................................... 9
3.1 Online leads genereren ................................................................................................ 10
3.2 Koude acquisitie ........................................................................................................... 12
3.3 Netwerken .................................................................................................................... 12
3.4 Aanbestedingen............................................................................................................ 13
4.1 koopmotieven ............................................................................................................... 14
4.2 Het sellogram ............................................................................................................... 15
4.3 Overtuigen en beïnvloeden .......................................................................................... 16
5.1 Zakelijk koopgedrag ..................................................................................................... 17
5.2 Team buying & team selling ......................................................................................... 19
5.3 De sales funnel ............................................................................................................. 20
5.4 Het verkoopplan ........................................................................................................... 22
6.1 De klantenpiramide ...................................................................................................... 23
6.2 Analyse en segmentatiecriteria .................................................................................... 24
6.3 Klantrelatiecyclus en klantrelatiestrategieën ............................................................... 26
6.4 Customer Lifetime Value .............................................................................................. 27
7.1 Wat is account management?...................................................................................... 28
7.2 Functies van account management ............................................................................. 28
7.3 Account management op basis van geografische criteria ........................................... 28
7.4 Account management op basis van branche............................................................... 29
7.5 Account management op basis van product of dienst ................................................. 29
7.6 Account management op basis van waarde van de klant ........................................... 30
7.7 Key account management ........................................................................................... 31
7.8 Combinaties van verschillende vormen van account management ............................ 31
7.9 Accountplan .................................................................................................................. 31

,1.1 De klant centraal
Customer Relationship Management bestaat uit vijf factoren, afgekort STAMP;
• Strategie;
• Technologie;
• A is de klant (de klant staat centraal);
o Een klant is een persoon of organisatie die een product of dienst ontvangt
van een leverancier en daar als tegenprestatie een betaling of andere vorm
van waarde voor levert.
o Een klant bevind zich in een klantrelatiecyclus. Volgens deze cyclus is een
klant een ex-klant (3), potentiële klant (1) of een klant (2). De klant (2) kan
worden onderverdeeld in een loyale klant en een nieuwe klant.
• Mensen;
• Processen.

Het beheren van relaties wordt accountmanagement genoemd.

Vijf begrippen met betrekking tot het centraal stellen van de klant zijn:
• Klantbewustheid is het realiseren dat klanten belangrijk zijn en zij verschillende
wensen en verwachtingen kunnen hebben;
• Klantinzicht is het continu onderzoeken, vastleggen en analyseren van de wensen,
eisen en het gedrag van individuele klanten;
• Klantgerichtheid is het nemen van de klant als uitgangspunt bij de inrichting van de
hele organisatie;
• Klantvriendelijkheid is je positief, vriendelijk, begripvol en geduldig opstellen in de
contacten met klanten;
• Klanttevredenheid is de mate van tevredenheid van een klant over de prestaties van
de leverancier.

De tevredenheid van een klant hangt af van twee elementen: de verwachting van de klant
en de prestatie door de organisatie. Een voorbeeld van een negatieve klantervaring is
wanneer er wordt verwacht dat een offerte na twee dagen wordt geleverd, maar de
organisatie dit pas na vier dagen doet. Een positieve klantervaring wordt juist gevormd
wanneer de prestatie beter is dan de verwachting.

Om een loyale klant te creëren moeten de verwachtingen van de klant worden overstegen
en moet er door de organisatie ‘warmte’ en ‘ego-streling’ worden geboden. Bij het overstijgen
van de verwachtingen van de klant, doe je iets wat deze niet zou hebben verwacht. Dit is
dus iets anders dan wanneer je iets beter doet dan wat de klant verwacht. Bij het bieden van
warmte biedt een organisatie door de klant te herkennen en vervolgens oprechte aandacht
te tonen. Ego-streling is wanneer een organisatie de klant zo goed mogelijk herkent en
vervolgens de klant het gevoel geeft dat je deze waardeert. Onbewust wilt een klant een
beloning voor zijn moeite.

Verwachtingsmanagement is het bewust en proactief beïnvloeden van de
klantverwachtingen. Dit kan gedaan worden door een klant gedoseerd relevante en
transparante informatie te verstrekken. Klanttevredenheid wordt op verschillende manieren
gemeten, waaronder met de Net Promotor Score (NPS) methode.
Deze methode meet de mate waarin een klant zijn huidige leverancier zou aanbevelen aan
anderen in zijn omgeving. Er wordt tijdens het onderzoek gevraagd of een bedrijf op een
schaal van 0 tot 10 zijn leverancier zou aanbevelen aan anderen.

,Op basis van dit onderzoek blijkt dat de respondent een promotor, passief tevredene of
een criticaster is. Een promotor geeft een 9 of hoger, een passief tevredene geeft een 7 of 8
en een criticaster geeft een 0 tot en met 6.

Je NPS wordt bepaald op basis van het verschil tussen het aantal promotors en criticasters
berekend: stel je hebt 25% promotors en 20% criticasters, dan is je NPS score 25-20= +5.
Dit getal is geen percentage maar een score tussen de -100 en +100. Een NPS van hoger
dan 0 wordt als goed beschouwd. De hoeveelheid passief tevredenen heeft dus geen invloed
op de berekening.

De volgende vraag die gesteld kan worden tijdens tevredenheidsonderzoek is: “Wat zouden
wij moeten verbeteren om een hogere score van u te krijgen?”



1.2 Strategie
Er zijn drie manieren waarop organisaties waarde kunnen toevoegen voor hun klanten. Het
Tracy & Wiersema model beschrijft deze drie manieren:
1. Customer intimacy: De klant centraal stellen;
2. Operational excellence: de kwaliteit van je dienstverlening centraal stellen;
3. Product leadership: De kwaliteit van je product of dienst centraal stellen.
Een organisatie moet alle drie de strategieën in acht nemen, maar een echt succesvolle
organisatie focust zich op één van deze strategieën.

Bij customer intimacy komt maatwerk kijken (producten en diensten afgesteld op de klant).

, 1.3 Technologie
Je kunt klantinzicht creëren door bezig te zijn met onderzoeken, vastleggen en het
analyseren van de wensen, eisen en het gedrag van individuele klanten. Vroeger werd er
een schriftelijk klantdossier bijgehouden door mensen die constant bezig waren met de
klant, denk hierbij aan de accountmanager en klantenservice. Tegenwoordig kunnen allerlei
digitale middelen worden toegepast om de klant te analyseren. Deze informatie wordt
allemaal verzamelt en men noemt deze informatie big data.

Er is grote diversiteit binnen de big data. Daarom wordt deze data gecategoriseerd in
verschillende soorten data:
• Gestructureerde data: gegevens met duidelijke structuur, deze data kan niet op
meerdere manieren worden geïnterpreteerd, denk bijvoorbeeld aan iemands
geboortedatum en betalingsgegevens;
• Statistische data: data die nooit of zelden veranderen, ook hier kan je denken aan
iemands geboortedatum of geslacht;
• Ongestructureerde data: deze gegevens kunnen op verschillende manieren worden
geïnterpreteerd, bijvoorbeeld foto’s en gesprekken;
• Dynamische data: deze gegevens kunnen veranderen, bijvoorbeeld
betalingsgegevens.
Data wordt vaak opgeslagen in de ‘cloud’. Dit is een opslag voor data, vaak bij een extern
bedrijf. Het zoeken van verbanden in data wordt datamining genoemd. De plek waar data
wordt opgeslagen heet een datawarehouse. Om data bij te houden wordt er gebruik
gemaakt van Excel en CRM-systemen (Customer Relationship Management systemen)

Doormiddel van marketing automation kan data snel worden omgezet in manieren om de
klant te helpen. Denk hierbij aan een FAQ pagina (Frequently Asked Questions): op basis
van welke vragen veel worden gesteld (data) kan een bedrijf de antwoorden op deze vragen
in één pagina zetten. Een nadeel aan dit soort automatisaties is dat een klant het idee krijgt
dat hij met robots praat, wat irritaties opwekt richting het bedrijf.

Account Based Marketing (ABM) is wanneer een bedrijf haar inspanningen, bijvoorbeeld e-
mailing, individueel of per klantgroep aanpakt. Een belangrijk kenmerk van ABM is
personalisatie. Inspanningen worden gepersonaliseerd zodat ze op iedere klant(groep)
individueel aansluiten. Je richt je bijvoorbeeld op specifieke leden binnen de Decision Making
Unit (DMU).

Alles wat wél en niet mag worden opgeslagen staat in de wet. In de Nederlandse wet staat
dit vermeld onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Er zijn vier
vereisten voor het vastleggen van persoonsgegevens:
1. Juistheid en transparantie (ze moeten foutloos worden opgeslagen en er moet
toestemming gegeven worden door de persoon);
2. Beperkingen (alléén gegevens die relevant zijn en nodig zijn voor een gewettigd doel
mogen worden opgeslagen en gebruikt. Deze gegevens mogen ook niet langer
worden bewaard dan nodig, of nadat de contactpersoon aangeeft de overeenkomst
te willen beëindigen);
3. Integriteit (het moet aantoonbaar zijn dat de gegevens goed worden beschermd
doormiddel van een uitgeschreven beleid);
4. Recht van controle (personen moeten te allen tijde de mogelijkheid hebben jouw
opgeslagen gegevens (over deze persoon) in te kunnen zien).

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tieslansinkrotgerink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,48  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd