1
SAMENVATTING:
BOEK:
‘KUNST OP NIVEAU’
(eerste druk)
LEREN SAMEN MET HET BOEK!!
GRIEKEN: 800 – 50 v. CHR.
, 2
• Griekenland ligt de oorsprong van • Metophen: het reliëf gedeelte
de Europese beschaving tussen de trigliefen.
• Oudheid bestond het centrum van • Kenmerkend voor de Griekse
de Griekse beschaving zich in de tempel is de eenvoud en de
stad Mycene. harmonie van de bouwwerken (
vinden we later weet terug in de
• 100jaar later kwamen de Doriers,
renaissance).
dit was een woeste volksstam.
• De verhoudingen komen overeen
Daarna kwamen de Ioniers.
met de verhoudingen van het
• De verschillende volksstammen in
menselijk lichaam.
•
• Hieruit ontstond de ‘gulden
• Griekenland worden de Hellenen
snede’.
• (Griekenland heet vanaf 1200 v.
• Maakte gebruik van
chr. “Hellas”.) gezichtsbedrog: om te
• Omstreeks 400 v. chr werd Athene voorkomen dat de zuilen een
op cultureel en maatschappelijk plompe indruk maakte, werd de
gebied de machtigste stadstaat. zuil vanaf het midden iets
De Griekse kunst bereikte haar smaller gemaakt.
• Drie belangrijke stijlen: -
Architectuur: Dorische: de vorm van de
• Beroemde Griekse tempel: Het Panthenon gebouwd op een podium, gebouwen zijn massief het
rondom hoge treden (stylobaat), op het podium staan zuilen, met de kapitelen, kapiteel is in de vorm van een
de ruimte ertussen wordt overbrugd door architraven. De voor- en kussen. -Ionische: de vorm van
deze gebouwen maken een
achterzijden zijn afgesloten met het driehoekige timpaan.
sierlijke indruk, het kapiteel
• Vanaf 600 v. chr werden de tempels van steen en marmer gemaakt.
bestaat uit twee
• Cannelures: de vorm van de zuilen en in de zuilen zijn afgeleid van de rieten zuilen
uit de oude tempels.
• Trigliefen: in de koppen van de balken, die het dak van de oude tempels dragen
werden drie gleuven aangebracht.
, 3
gekrulde vormen (voluten) die de • Veel aandacht voor de bouw van • Door de zwartbakkende glazuurlaag
zuil omklemmen daarom openlucht theaters. weg te krassen, is de rode
krulkapiteel. -Korintische:wordt ondergrond zichtbaar: zwartfigurige
toegepast vanaf 400 v chr. • De toeschouwers zitten in halfronde keramiek. Roodfigurige keramiek: de
Kenmerkend voor deze bouwstijl oplopende rijen om het toneel. vaas met een zwarte laag te
is het kapiteel dat bestaat uit een • Behalve woonhuizen ook veel bedekken en de figuren te sparen.
samengesteld geheel van openbare gebouwen; concertzalen, De zwarte lijnen zijn er met een
bladvormen. Een andere naam is raadszalen, badhuizen(termen), dun penseeltje
bladerkapiteel. markthallen (stoa’s),
sportscholen(gymnasia) en opgeschilderd.
zuilenhallen voor rechtspraak. • De schilderkunst staat in dienst van
het dagelijkse leven.
• Amfora: eivormige vaas met twee
Schilderkunst / toegepaste oren gebruikt voor olie.
vormgeving: • Vorm van de vazen zijn zeer
• Afbeeldingen op vazen stellen verschillend.
figuren voor uit de Griekse
godenwereld. Ook Griekse
mythologie en heldensagen, Beeldhouwkunst:
komen taferelen uit het dagelijkse • Behalve gewone mannen- en
leven voor. vrouwfiguren ook goden en helden
Functie: • De oudste vazen zijn beschilderd uit de Griekse mythologie en sagen
• De altaren staan voor en niet in de met mens- en dierfiguren en in de beeldhouwkunst afgebeeld.
tempel geometrische vormen. Ze bestaan • Archaïsche periode: gestileerde
• De gebouwen dienen als onderdak uit: driehoeken, cirkels, kruizen en mensfiguren – frontaal weergegeven
voor de beelden van de goden. (van zigzagvormen. -- statische zijaanzicht,
buitenaf zichtbaar). • Figuren zijn realistisch en Stramme houding.
• De tempels zijn symbolen van: dynamisch uitgebeeld. • Vrouw = kore man = kouros
religiositeit, rijkdom en macht.
, 4
• Klassieke periode: anatomie van • Romeinen namen op technisch, • Rondboog was sterker dan de
het lichaam goed bestudeert, organisatorisch en cultureel architraafbouw van de Grieken.
perfecte vormen en ideale gebied van de overwonnen volken • Maakte gebruik van: tongewelf
verhoudingen over wat ze konden gebruiken druk gaat naar de muren,
• Contrapost houding: standbeen / • Verwerkte veel Griekse kruisribgewelf; twee tongewelven
speelbeen ontstaat een soepele invloeden. die elkaar kruisen,
houding • Kracht van de Romeinse • Diverse bouwkundige principes
• Hellenistische periode: veroveringspolitiek lag in het op een praktische wijze verwekt.
realistischer en verfijnder. De respecteren van de overwonnen • Woonhuizen, basilica, theater,
houding van de mensfiguren zijn volken. aquaducten, atrium, woonflats,
ingewikkeld, beweeglijk en amfitheater,
dramatisch. Theatraal, spieren en Architectuur: • Maakte gebruik van
botten zijn verfijnd • Uitvinding derde gewelftype: vloerverwarming,
koepelgewelf hierdoor kan men rioleringssystemen,
grote ruimtes overdekken. • Volk te herinneren aan de
DE ROMEINEN • Typische Romeins is het hoge wapenfeiten: triomfbogen en
200 v Chr. – 400 na Chr. podium waar de tempel opstaat. erezuilen ter ere van de
• Maakte gebruik van pilasters: overwinnaars
Aan de naam van de stad Rome danken Halfzuilen
de • Ze gebruikten: natuursteen,
Romeinen hun naam. (Romulus en baksteen, marmer en een soort
Remus) beton! Schilderkunst:
• In enkele eeuwen tijd veroverde • Fresco’s: muurschildering in
de Functie: natte kalk.
Romeinen grote delen van • Valt vooral de nadruk op het • Elk tafereel bevat een
Europa, Noord-Afrika, het praktische van het gebouw. doorkijkje; Trompe-‘l oeil
Midden- Oosten en gebieden • Overkappingen die een maximum • Onderwerpen: mythologische
rond de Middellandse zee. aan ruimte bieden.