NOUVEAU RÉALISME
ARMAN: verzamelt (grote) afgedankte objecten uit de consumptiemaatschappij à
verwerkt in kunst. LANG PARKEREN: accumulation (opeenhoping) van auto’s in beton.
DANIEL SPOERRI: lijmt alles vast wat gasten in zijn restaurant achterlaten, beetje
dadaïsme à gebruikt objets trouvés, toeval bepaalt uitkomst werk. Hij geeft de lelijke
en gebruikte kant van de consumptiemaatschappij weer. Alles heeft met vergaan van
tijd te maken (eten steeds goorder)à soort vanitasstilleven.
Décollage: MIMMO ROTELLA maakt ORCHIDEA BIONDA met over elkaar geplakte
en weggescheurde posters, veel gekras en gescheur voor schilderachtig effect en
textuur, oorspronkelijke functie poster verdwijnt, abstracter door niet-meer-zichtbare
teksten.
H6.6- HYPERREALISME (VANAF 1960)
Ook wel fotorealisme, typisch Amerikaans, vervolg op popart door de onderwerpen en
gebruik van foto’s. Onderwerpen worden sterk uitvergroot, super gedetailleerd à
lijkt op vergrote foto, vakkundig en afstandelijk geschilderd. Aan de hand van foto’s
vaak gemaakt. Marktproduct: gaat over techniek, nauwelijks inhoud/emoties, no-
nonsensekunst bevalt conservatieve Amerikaanse opdrachtgevers.
RICHARD ESTES: TIMES SQUARE: ingewikkelde reflecties, willekeurige compositie,
alles haarscherp, ‘echter dan echt’ want ons oog/een camera kan nooit alles
tegelijkertijd zo scherp zien.
CHUCK CLOSE: RICHARD: houdt rekening met fotografische scherptediepte (grote
scherptediepte = veel op de foto, ook veraf is scherp, kleine scherptediepte = vage
achtergrond), niet alles even scherp. Beperkingen fotografie zichtbaar à bollere neus door
lens, valt op omdat het een blow-up is.
DUANE HANSON: Keerzijde van de American Dream als onderwerp, commentaar op
consumptiemaatschappij: uitbeelden zwervers, toeristen, onaantrekkelijke types. Beelden
afgegoten van levende modellen: persoon ingesmeerd met vaseline à overgoten met
siliconenrubber à opengesneden en mens eruit à mallen volgegoten met kunststof à
beschilderd, bestaande kleding gebruikt om aan te kleden. In verlegenheid brengen van
bezoekers à normaal gesproken kijk je niet zo lang naar vreemden.
RON MUECK: blow-ups van menselijke lichaamsdelen, MASKER II slapend hoofd, grote
baby.
H6.7- OPART (1960-1980)
Optische illusie: maakt gebruik van trompe-l’oeil(zoals renaissancekunst
(perspectief)en pointillisme(optische kleurmenging). Opart kunst is abstract zonder
inhoudelijke betekenis. Bewegingssuggestie uit futurisme, objectieve/mechanische uit
constructivisme en onderzoek vorm/kleur uit Bauhaus(en dus renaissance/post-
impressionisme).
Kenmerken: kleurcontrasten, herhaling van geometrische figuren, waardoor
sterke illusie van beweging ontstaat: bv. bij BEWEGING IN VIERKANTEN(1961)
(BRIDGET RILEY).