KOM
Hoorcollege 1:
Producent: wetenschapper die onderzoek uitvoert
Consument: student die data van sociaalwetenschappelijk onderzoek begrijpt en kan
benutten
Wetenschap is de beste bron van informatie
Kenmerken van onderzoek:
Empirisch: gebaseerd op systematische waarnemingen
Controleerbaar: wetenschappers controleren elkaar, peer reviewed
Probabilistisch: gebaseerd op kans, altijd een kans dat het niet helemaal waar is
Theorie: basis van het onderzoek
Hoe onderzoek je een theorie? > theorie datacyclus
1. Idee/theorie > onderzoeksvraag > onderzoeksontwerp (hoe meet je bepaalde
factoren? Kun je bepaalde factoren meten? Hoe vind je de mensen om mee te doen
aan onderzoek? Hoeveel mensen?) > hypothesen (verweachtingen) > data
verzamelen > data-analyse
2. Resultaten zijn of een ondersteuning of geen ondersteuning van de theorie > nooit
helemaal GOED of FOUT is > vandaar probabilistisch
Deterministisch: iets wat een vast feit is
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie:
Tip: kenmerken van theorie en wetenschappelijk onderzoek onderscheidt!!!
1. Ondersteund door data uit wetenschappelijk onderzoek
2. Falsifieerbaar: je moet kunnen aantonen dat je theorie niet zo is
3. Spaarzaam (parsimonious): theorie moet zo specifiek mogelijk én zo eenvoudig
mogelijk zijn, geen onnodige details!!
Onderzoeksvragen 2 soorten:
1. Fundamenteel: basic > onderzoeker is op zoek naar algemene data
2. Toegepast: applied > wanneer je onderzoekt naar de kwaliteit van iets om
eventuele verandering te brengen
3. Translational
Voorbeeld: “worden jonger en narcisistisch van het gebruik van social media?”
,Mijn antwoord: Fundamentele vraag, want ja of nee, “op welke manier kunnen jongeren
narcisistich worden door social media?”
Juist antwoord: Fundamenteel, want het gaat over algemene informatie/kennis; het zou
toegepast zijn als het om een specifiek product gaat
Onderzoeksontwerp: hoe gaan we data verzamelen?
Kwalitatief: teksten, interviews, woorden, beelden
Kwantitatief: getalsmatige gegevens die verzameld en gemeten kunnen worden
Onderzoeksvraag >>> Onderzoeksontwerp (hoe?)
Waarom kwalitatief onderzoek?
- Sociale fenomenen begrijpen vanuit natuurlijke context
- Empirische patronen
- Startpunt voor theorievorming > ontwikkeling nieuwe theorie, aanpassing of
uitbreiding van bestaande theorie
Patronen > in teksten, observaties van gedrag en interacties, beeldmateriaal
Wat wordt onderzocht?
- Belangrijk is dat alles op een normale/natuurlijke setting wordt bestudeerd
- Onderzoeker gaat op zoek naar het hele plaatje/hele context: wir, wat, waar, hoe,
etc
- Motieven, ervaringen, houding, gedrag >> perspectief van participant
Kenmerken Kwalitatief onderzoek:
1. Natuurlijke omgeving van respondent
2. Contextuele benadering
3. Perspectief van respondent
4. Via observaties/waarnemingen probeert onderzoeker de waarheid te omschrijven
en op zoek naar patronen voor nieuwe theorievorming of aanpassing >> inductie
5. Nadrukkelijke aanwezigheid van onderzoeker
Bestaande theorie kan inspiratie zijn voor nieuw onderzoek
Hoe herken je een onderzoeksvraag van kwalitatief onderzoek?
Ø SPI©E:
1. Setting: waar, in welke context?
2. Perspective (of Population): voor wie?
3. Interest: wat?
, 4. (Comparison: vergeleken met wie/wat?)
5. Evaluation: wet welk resultaat?
Voorbeeld: Wat zijn de motieven om te daten bij eerstejaars studenten in Nederland?
Hoorcollege 2:
Hoe worden data verzameld?
Ø Onderzoeksvraag betrekking op motieven: Kwalitatief interview
Ø Gesprek één op één over: ideen, motieven, ervaringen, gedragingen van
respondent met betrekking tot sociaal fenomeen
Ø Geïnterviewd is: informant (ervaringsdeskundige) of respondent
De onderzoeker in nadrukkelijk aanwezig bij de dataverzameling (bijv. participant of
buitenstaander)
Ø Rol van interviewer is om neutraal te blijven om het gesprek niet te
sturen.
Soorten interviews:
Kwalitatief:
Aspecten: inhoud, volgorde en formulering van vragen en antwoordopties
Ø Ongestructureerd > misschien openingsvraag al voorbereid, maar
aspecten hangen af van verloop en context van het interview
Ø Semi-ongestructureerd > wel met een topiclijst, aspecten hangen af van
context van het interview
Survey: gestructureerd
Bij wie worden data verzameld?
Populatie: het geheel van wie onderzocht wordt, welke specifieke groep
Ø Populatie te groot? >> steekproef: kleine subgroep uit de populatie waar
data van wordt verzameld
Vanuit resultaten en data >> teruggekoppeld aan populatie >> om dit mogelijk te maken
moet de steekproef representatief genoeg zijn van de populatie
- Hoe worden deelnemers geselecteerd?
Steekproeven
, Participanten: zijn eenvoudig te bereiken, vormen al een groep, voldoen aan hele
specifieke voorwaarden
Doelgerichte steekproef (purposive sample): voldoen aan hele specifieke
voorwaarden
Bij wie worden data verzameld?
- Case study logic: elk specifiek verhaal is waardevol en draagt bij aan het onderzoek
- Sample for range: onderzoeker gaat op zoek naar en zo breed mogelijke scale aan
ervaringen
Andere steekproeven:
1. Gemaksteekproef (convenience sample): participante eenvoudig te bereiken
2. Quota steekproef: gemaksteekproef met een voorwaarde voor aantallen binnen
groepen
3. Sneeuwbal steekproef: vorm van doelgerichte steekproef waar de onderzoeker
deelnemers vraagt één of meer anderen te bevelen
Bij kwalitatief onderzoek >> hypothese geskipt
Hoe ziet de verzamelde data eruit?
Ø Interview wordt opgenomen en uitgetypt in een transcript >> letterlijk
uitgetypt van wat er gezegd wordt
Ø Tijdens interview, maakt onderzoeker field notes: waardevolle
aantekeningen die aanvullende en hulpvolle informatie kan bieden voor
het onderzoek
Ø Aantekeningen die waardevol kunnen zijn tijdens het post-analyseren van
de data >> wie werd geïnterviewd? Locatie van interview, indruk/gedrag
van geïnterviewde, eerste ideeën van onderzoeker over de interviewer
Kwaliteit van het kwalitatief interview/focusgroep
Hangt af van de interviewer!!
Ø Interviewer moet bewust zijn van eigen rol in het gesprek
Ø Interviewer kan doorvragen om erachter te komen wat de respondent
echt bedoelt
Ø Interviewer moet zich bewust zijn van non-verbale signalen van de
respondent >> deze geven meet informatie over hoe zeker of eerlijk de
respondent eigenlijk is