Ethiek
Week 1
De student kan:
Benoemen wat het onderwerp van de ethiek is
Kenmerken van waarden aangeven
Uitleggen wat normen zijn
Het verschil tussen handelen en gedrag en relevantie ervan voor ethiek uitleggen
Vier soorten belangen benoemen
Verschil tussen recht en ethiek benoemen
Onderwerp van ethiek
Systematische reflectie op moraal. Het is de filosofische discipline die zich bezighoudt met de theorie
van het morele handelen, van het doen wat hoort, wat ge- of verboden is, wat wel of niet geoorloofd
is. Wat is de juiste handeling? Wat voor soort mensen moeten we zijn? Wat voor soort leven moeten
we leiden?
Moraal: het geheel van heersende gewoonten en gebruiken van een samenleving, sector instelling,
groep of persoon. Het geheel van regels, gewoonten en gebruiken op grond waarvan menselijk
gedrag en handelingen worden aangemerkt als goed of slecht, juist of onjuist, geoorloofd of
ongeoorloofd, verantwoord of onverantwoord, etc. Het zijn regels en afspraken die nodig zijn voor
een goede samenwerking. Bij afwegingen van wat goed is om te doen, doe je een beroep op
meerdere bronnen van moraal (beroepscodes, protocollen en standaarden, persoonlijke normen en
waarde en in het publieke domein heersende morele opvattingen over goede zorg).
Ethiek en recht zijn beide manieren om het menselijke handelen een kader te bieden maar vanuit
ander perspectief:
Recht: meer accent op wat ten minste zou moeten, wat is de ondergrens van het handelen?
Ethiek: meer gericht op maximale invulling van goed mens zijn.
Beide zijn gericht op problemen hanteerbaar maken en daarbij is recht minder vrijblijvend. De wet
formuleert normen met een verplichtend karakter. Norm negeren kan leiden tot juridische sancties.
Kun je dingen doen die wettelijk niet verboden zijn, maar toch moreel verantwoordelijk zijn?
Banken ontwikkelen met opzet ingewikkelde financiële constructies die, voor leken zeker, maar ook
voor deskundigen, niet transparant zijn. Mensen nemen risico’s die ze niet kunnen overzien. Het is
niet wettelijk verboden de constructies te bedenken, maar het is wel moreel verantwoordelijk
want…?
Denk aan roddelen, of vriendin afzeggen voor een jongen bijvoorbeeld als moreel niet verantwoord,
maar niet verboden.
Normatieve professionaliteit
Ethiek als onderdeel van de verpleegkundige professionaliteit. Vraagt van de verpleegkundige
voortdurende reflectie op het eigen handelen in relatie tot het goede. Normatieve professionaliteit
kan opgevat worden als het kunnen verduidelijken van je normatieve handelingskader, daarop
kritisch reflecteren en argumentatief kunnen verantwoorden. Bewustwording van het krachtenveld
tussen micro-, meso en macroniveau van de zorg.
CanMedrol 1 Zorgverlener
Kernbegrip: uitvoeren van zorg
.. Uitvoeren van zorg met in achtneming van geldende wet- en regelgeving en vanuit een
holistisch perspectief.
, Kan afwijken van standaarden, wanneer de eigen of professionele of morele afwegingen
daartoe aanleiding geven.
Kent moreel ethische context van de zorgverlening.
Kan eigen functioneren en de eigen motieven, normen en emoties herkennen kritisch
onderzoeken en bespreekbaar maken.
Kan beroepscode en beroepswaarde uitdragen
CanMedrol 4 Reflectieve EBP-professional
Kernbegrip: professionele reflectie
Kent moreel ethische context van de zorgverlening.
Kan eigen functioneren en de eigen motieven, normen en emoties herkennen kritisch
onderzoeken en bespreekbaar maken.
Kan beroepscode en beroepswaarde uitdragen.
Kernbegrip: morele sensitiviteit
Kent moreel ethische context van de zorgverlening.
Kan passende reageren op emoties van zorgvrager met explorerende en erkennende
responsen.
Is zich bewust van eigen morele en ethische waarden.
Ziet en erkent de professionele zorg als morele praktijk
CanMedrol 7 Professional en kwaliteitsbevorderaar
Kernbegrip: kwaliteit van zorg leveren
Kent het verschil tussen kwaliteit van zorg en kwaliteitszorg.
Kan haar visie op kwaliteit in de zorg in begrijpelijke bewoording naar voren brengen
Kernbegrip: professioneel gedrag
Kent de eigen waarden en normen en die van de beroepsgroep (beroepscode).
Kan de verpleegkundige deskundigheid en verantwoordelijkheid plaatsen binnen de
ontwikkelingen van het verpleegkundige beroep in de tijd.
Kent de actualiteit en de te verwachten ontwikkelingenpassende reageren op emoties van
zorgvrager met explorerende en erkennende responsen
In de ethiek denkt men over het menselijke handelen vanuit het gezichtspunt van goed en kwaad,
juist en onjuist etc. Het gaat in de ethiek om vragen als:
Hoe behoren wij met elkaar om te gaan?
Wat mag men doen en wat moet men laten?
Wat is het goede leven, een goed leven voor een mens?
Dat goede is meer dan ‘nuttig’, ‘efficiënt’ of aangenaam’. Het is moreel van aard: het heeft te maken
met een goed leven, met en voor anderen, in rechtvaardige instituties.
Wat is goede zorg? Hoe behoren verpleegkundigen in allerlei praktijksituaties te handelen?
Goed
Er zijn ook verschillende aspecten waarom een mens als goed kan worden beschreven.
Goede musicus
Goede autocoureur
Goede fietsenmaker
Een mens kan als goed genoemd worden wanneer hij/zij goed leeft en handelt. Een goed mens is een
mens die beantwoordt aan zijn ethische opdracht en daarom als mens geslaagd mag heten. Een
, slecht mens is een mens die juist als mens onder de maat blijft, tekortschiet. Het gaat niet om een
deelaspect van de mens (zie hierboven als voorbeelden, dit dus niet), maar betreft zijn mens-zijn, zijn
waarde als mens, zijn humaniteit. Het criterium voor de goedheid van een mens als mens is zijn
gedrag ten aanzien van anderen.
Wanneer kan een mens als goed genoemd worden?
• Dus: oriëntatie op het goede, op wat we verstaan onder goed mens zijn en het goed
samenleven met anderen.
• Ethiek is altijd aanwezig in het menselijke leven maar wel telkens aan verandering
onderhevig: tijd en plaatsgebonden. Bijvoorbeeld waarde eer vroeger en nu
• Ethiek geeft geen eenduidige antwoorden en handelingsaanwijzingen die voor eens en altijd
geldig zijn maar is veeleer reflectie op en overleg over wat goed of slecht is.
• Ethiek kent verschillende benaderingswijzen: bijvoorbeeld: beginsel ethiek/ gevolgen ethiek/
deugdenethiek/ zorgethiek
Alleen een mens kan goed of slecht zijn (dus niet een dier, stoel etc.).
Voorschrijven, evalueren
De uitspraak: De afstand van Zutphen naar het centrum van Rome via de autoweg is 1563 km.
Of de uitspraak: Eb en vloed worden veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan zijn
objectiveerbare constateringen.
Ethische uitspraken zeggen hoe men moet handelen (voorschrijven) of had moeten handelen
(evalueren), dus niet:
wat iemand werkelijk doet (beschrijven)
waarom iemand doet wat zij doet (verklaren)
Ethische literatuur vind je vaak het onderscheid verwoord als verschil tussen ‘is and ought’.
Het geheel van waarden en normen in groep, samenleving of cultuur noem je moraal. In de ethiek
denkt men over het menselijke handelen vanuit het gezichtspunt van ethische normen en waarden.
Waarden
Waarden geven antwoord op de vraag wat is de moeite waard, wat is belangrijk? Drukken uit
waar mensen belang aan hechten en wat ze nastrevenswaardig vinden, wijzen mensen in de
richting van wat ‘goed’ is.
Waarden hebben een karakter van nastrevenswaardige idealen/goeden en zijn als zodanig
nogal abstract (is dus geen concrete aanwijzing voor handelen). Denk bv aan waarde respect.
Waarden hebben aantrekkingskracht (pull) ook als de idealen nooit ten volle haalbaar zijn. Ze
blijven een ideaal aan de horizon om naar te streven.
Waarden motiveren het handelen (je wilt iets waardevols nastreven), zijn erg belangrijk
Intersubjectief van aard, bestaan niet zoals de zwaartekracht, maar komen alleen tot
uitdrukking in het handelen. (Niet zuiver objectief of subjectief, kwestie van smaak)
Waarden zijn tijd en ruimte gebonden en maken het leven goed
Waarden zijn niet voor eeuwig en altijd, kunnen inboeten aan overtuigingskracht
Welke waarde staat er tegenwoordig in onze samenlevingen onder druk? Bijvoorbeeld
eerlijkheid, ‘alternative facts’, liegen lijkt te mogen.
Normen
Zijn regels, handelingsaanwijzingen die uit waarden voortvloeien.
Regels die voorschrijven wat men mag en moet doen en laten.
Verwijzen altijd naar een waarde, in een norm wordt een waarde concreet gemaakt.
Waarde: veiligheid, eerlijkheid, autonomie, vertrouwen, veiligheid