CKO2 voor Neurologie
Herhaling Neuroanatomie
-De neuronen (zenuwcellen) met zijn axonen (lange uitlopers) en dendrieten ( korte uitlopers) zijn
bouwstenen voor ontvangen, vervoeren en overdragen van signalen via neurotransmitters
-Gliacellen (zenuwcellen) ondersteunen neuronen bij hun functie, bestaande uit astrocyten,
oligodendrocyten (aanmaak myelineschede axonen in CZS), microgliacellen en ependymcellen
Grijze stof: cortex bestaande uit 6 lagen, cellichamen neuronen vormen grijze stof in cortex of dieper
gelegen kernen en binnen in de brein vorming van basale ganglia
Witte stof: stijgende en dalende banen (axonen) met myelineschede, uitlopers neuronen
Corpus callosum: hersenbalk, structuur van linker- naar rechterhersenhelft, witte stof
Delen centraal zenuwstelsel/hersenbuis:
1. Telencephalon: cerebrum/hemisferen die communiceren via corpus callosum en basale
ganglia
2. Diencephalon: dorsaal deel (thalamus) en ventraal deel (hypothalamus met hypofyse)
3. Mesencephalon: substantia nigra, aquaduct en tectum (vierheuvelplaat)
4. Metencefalon: kleine hersenen bestaande uit cerebellum en pons met daartussen vierde
ventrikel
5. Myelencephalon/verlengde merg/medulla oblongata: verbindt hersenen met ruggenmerg
6. Medulla spinalis: na passeren foramen magnum naar ruggenmerg
Onderdelen cortex:
• Frontaalkwab
o Motorische schors/gyrus precentralis
o Gebied van Broca: motorische expressie van taal, spraakstoornis (dominante
hemisfeer)
o Prefrontaal kwab: persoonlijkheid, gedrag, initiatief, plannen, organiseren en
impulsbeheersing
• Pariëtaal kwab
o Somatosensore cortex/gyrus postcentralis
o Rekenen en getalverwerking (dominante hemisfeer)
, o Ruimtelijke oriëntatie (niet-dominante hemisfeer)
o Doorgang visuele banen
• Temporaalkwab
o Gebied van Wernicke: begrip van taal (dominante hemisfeer)
o Muzikaliteit (niet-dominante hemisfeer)
o Auditieve cortex
o Geheugen en leervermogen
o Doorgang visuele banen
• Occipitaalkwab:
o Visuele cortex
o Waarnemen vorm/kleur
• Limbische kwab: betrokken bij emotie, motivatie en genot
-Er zijn twee duidelijk sulci te onderscheiden: sulcus lateralis die temporaalkwab van pariëtaal- en
frontaalkwab scheidt, en de sulcus centralis die frontaalkwam van pariëtaal kwab scheidt
-Dominante hemisfeer is de plaats waar taalfuncties gelokaliseerd zijn, bij rechtshandige is dit altijd
de linker hemisfeer en bij linkshandige voor 70% de linker hemisfeer
Onderdelen diencephalon:
• Thalamus: schakelcentrum naar cortex cerebri, schakelt informatie uit sensibele
systemen(behalve reuk) en motorische systemen vanuit cerebellum en basale ganglia
• Epifyse: regeling dag-nachtritme
• Hypothalamus: regeling autonome zenuwstelsel via afgifte van hormonen naar hypofyse of
het zenden van signalen naar hersenstam en ruggenmerg
• Hypofyse: endocriene functie, voorkwab produceert(TSH, FSH/LH, GH, ACTH) en
achterkwab(oxytocine, ADH)
Basale ganglia: initiëring bewuste motoriek en onderdrukken ongewilde bewegingen, afwerken van
complexe bewegingen in de juiste volgorde
, − Gelegen in: telencephalon, diencephalon en mesencephalon
− Bestaat uit: nucleus caudatus, putamen, globus pallidus, substantia nigra, nucleus
subthalamicus
− Input vanuit de motore cortex en output via de thalamus weer naar de motore cortex
− Beschadiging leidt altijd tot contralaterale gevolgen
Stoornissen in basale ganglia (starten, stoppen, soepel, samenwerking)
• Hypokinesie: verminderd voorkomen van spontane bewegingen, kleine uitslagen
o Bradykinesie: vertraagd starten van bewegingen
o Rigiditeit: spierstijfheid
• Hyperkinesie: te veel spontane bewegingen, ongewilde onbewuste bewegingen
o Ballisme: snelle, ritmische gooi-/slingerbewegingen
o Chorea: onregelmatig optredende snelle, niet-doelgerichte bewegingen van armen,
benen, romp of gelaat, met name bij Huntington
o Myocloniën
o Tics
o Dystonie: abnormaal verdeelde verhoogde spiertonus waardoor afwijkende
houdingen ontstaan in extremiteiten, romp, hals of gelaat
o Rusttremor: ongewilde ritmische contracties van lichaamsdelen door samentrekken
van spieren in rust, m.n. bij Parkinson
Cerebellum: bijsturende rol in de onbewuste motoriek, coördinatie van houding en beweging van het
lichaam, aanpassingen van bewegingen gedurende de uitvoering ervan
− Speelt met name een rol bij snel repeterende bewegingen en gelijktijdige bewegingen
− Bijsturen motoriek anders schokkerige of ongecoördineerde bewegingen
− Beschadiging leidt tot ipsilaterale gevolgen
− Input: cerebrocerebellum, vestibulocerebellum en spinocerebellum
− Output: thalamus (en dan naar contralaterale cortex) en hersenstam (vestibulaire kernen)
, Stoornissen in cerebellum (cerebellaire ataxie):
• Ataxie: ongecoördineerde bewegingen en verstoringen evenwicht bewegingscoördinatie
• Intentietremor: beving neemt toe als het doel van de beweging dichterbij komt, intentie tot
handelen neemt toe
• Dysdiadochokinese: onvermogen tot het maken van snelle tegengestelde bewegingen,
draaiende bewegingen gaan traag en schokkerig
• Dysmetrie: onvermogen afstanden te schatten
o Hypermetrie: doel voorbij schieten
o Hypometrie: voor het doel eindigen
• Hypotonie: lage spierspanning
• Dronkenmansgang/atactisch looppatroon: breed gangspoor, moeite met fijne motoriek en
evenwichtsstoornis (valneiging naar kant van afwijking)
• Dysartrie: wisselende toonhoogte, luidheid en tempo
• Nystagmus: abnormale oogbewegingen, onwillekeurig, ritmisch trillen van de oogbollen
Hersenvliezen:
• Dura mater: harde buitenste hersenvlies(1e), bevat ruimtes waarin veneus bloed wordt
opgevangen(sinussen)
• Sinus arachnoïdea: zachte hersenvlies(2e), spinnenwebvlies tegen dura mater aan
• Villi pia mater: zachte hersenvlies(3e), gelegen tegen hersenen aan
Subarachnoïdale ruimte: ruimte tussen 2e en 3e hersenvlies, gevuld met hersenvloeistof via vierde
ventrikel
Hersenstam: truncus cerebri, bestaande uit mesencefalon, metencefalon en myelencephalon,
ontspringen van 10 van de 12 hersenzenuwen en bevat opstijgende en afdalende banen