1. Welke onderwerpen hielden in de zeventiende eeuw de gemoederen zoals bezig op het terrein van politieke, maatschappelijke, godsdienstige en het persoonlijke leven?
Antwoord: - Politiek: strijd tegen Spanje,strijd tegen Phillips II (vorst over Nederland). Wel of niet
afzetten? Hij is wel door God aangesteld.
Hugo de Groot vond Philips II een dwingeland en verstoorder van de orde (afzetten
mag dus wel, omdat hij het te bont maakte). Strijd tegen onduidelijke
gezagsverhoudingen in de Republiek.
- Maatschappelijk: sociaal-economisch; door economische ontwikkeling is er een
grote rijkdom bij een kleine groep mensen (er ontstaat elitevorming)
Zedenkundig; wat is een goed mens?
Dichters verhogen de status van hun rijke opdrachtgevers, ook gelegenheidsgedichten
over de bloei van de stad, etc., poëtische bewierroking, ook negatieve kanten van
rijkdom beschreven (‘dichterlijke taak om mensen op goede christelijke moraal te
wijzen)
- Godsdienst: verschillende takken van het christelijk geloof, een waar geloof
(Calvinisme), deel van de literatuur heeft een polemisch karakter; strijdliteratuur
waarbij men de religieuze tegenstander te lijf gaat.
“Remonstranten (Arminianen) en de Contraremonstranten (Gomaristen). Heeft de
mens een vrije wil of heeft God alles van te voren beschikt? (predestinatie). Standpunt
innemen in geloofskwestie en kerk. Reformatie.”
- Persoonlijk: beheersing en matigheid (burgerlijke deugden), meer ruimte voor de
privé-sfeer in literatuur, aandacht voor opvoeding, partnerkeuze, huwelijk, vreugde en
droefheid, je kunt er iets uit leren. “Meer aandacht voor het gezin.”
Altijd een behoefte aan orde: onrust van opstand tegen Spanje, machteloosheid van individuele mens, onzekerheid ontstaan door het loslaten van het katholieke geloof: literatuur verschaft houvast door telkens te herinneren aan morele normen.
2.
2. Het Stoïcisme vormde in de zeventiende eeuw vaak een bron van inspiratie. Wat hield deze filosofie in?
Antwoord: - Grieks-Romeinse filosofie. Alle hartstocht uitbannen en je neerleggen bij het
onvermijdelijke. (en; beheersing en matigheid; materiële rijkdom is ongepast).
Motieven
- fortuna-motief (wankel menselijke voorspoed)
- vanitas-motief (al het aardse is vergankelijk
- In Emblematiek in schilderijen; zandloper, uitgebrande kaars, doodshoofd
3.
3. Geef een korte beschrijving van de rederijkerskamers. Ga daarbij in op hun verspreiding, doelstellingen en ideologische achtergronden, organisatie, leden, activiteiten en hun publiek. Gebruik bij je antwoord ook hoofdstuk 4 van Pleij.
Antwoord: - “Vanaf 1400 organiseren stedelijke auteurs (amateurgezelschappen) zich in rederijkerskamers. De leden kwamen vanuit de plaatselijke gemeenschap. De rederijkerskamers vertegenwoordigde een organisatievorm waarin iemand met literaire ambitie plaats kon vinden en een leerschool kon doorlopen. Zij verstrekken spirituele troost en in de 15e eeuw worden zij de aanvoerders van het beschavingsoffensief. Zo verdedigen en bevorderen zij de stedelijke belangen (het handhaven van ethische regels en het organiseren van feesten en toernooien).”
4.
4. Hoe komt het dat er zo weinig rederijkerswerk in druk te krijgen is?
Antwoord: - Het was gebruiksliteratuur, bestemd om bij bepaalde gelegenheden in eigen
kring te functioneren. Het werk werd eventueel uitgegeven zonder vermelding van de\
auteur. De kamer trad op als collectief.
5.
5. Welke maatschappelijke ontwikkelingen hebben het verval van de rederijkerij in de zeventiende eeuw bewerkstelligd?
Antwoord: - “Verschuiving van collectief naar individuele auteurs. En van traditioneel naar
modern. Ook was er elitevorming.” (de auteurs wilden boven de middengroep staan
en daar paste een kamer niet meer bij).
- “Rond 1615 werd literatuur een product van individuele auteurs. Klassieke
literatuuropvattingen dringen verder door. Nederlandse literatuur stijgt enorm in
aanzien (dankzij poëzie van Heinsius). Hij stelde hoge normen vast voor echte
literatuur (veel bestaande literaire activiteiten vielen daar toen buiten).
- “Rederijkers waren minderwaardig volgens Heinsius. Daardoor werd de rederijker in
de loop van de 17e eeuw meer dorpsvermaak (in Zuid-Nederland gebeurde dit iets
later pas).
6.
6. Welke omstandigheden in de Republiek maakten het economisch klimaat voor uitgevers bijzonder gunstig?
Antwoord: - “Combinatie van economische en culturele factoren.” Immigratie van goed
geschoolde vakmensen uit Antwerpen (Zuid-Nederland) naar Amsterdam
(Noord-Nederland), het ontbreken van censuur, de ligging en andere gunstige
omstandigheden voor internationale handel. Ook werd de vraag naar lectuur in de
moedertaal groter.
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Grootes
Latijnse school
Soort vwo. Humanisten. Gebaseerd op Romeinse Oudheid; taalbeheersing is heel belangrijk.
Literatuur is heel belangrijk (mits het voldoet aan de eisen van de oude Grieken en Romeinen).
Maken van gedichten, redevoering en verhandelingen en brieven in het Latijn. Latijn gaf toegang
tot interantionale, intellectuele elite (die ook in het Latijn werden opgeleid).
Renaissance literatuur: klassieke versmaten, mythologische beeldspraak, klassieke werken
zo goed mogelijk nadoen.
Ook gewone burgers, zonder Latijnse school kwamen in de literatuur terecht. Dankzij groepen
als de rederijkers. Begin 15e eeuw (1400). Toneelstukken, gelegenheidsgedichten en optochten
en feesten.
Rederijkersliteratuur was gebruikersliteratuur en werd eerst niet gedrukt. Het was alleen voor
eigen kring. Er stonden geen auteurs op de gedrukte werken, maar vaak wel spreuken (die
typisch waren voor een bepaalde auteur).
Vanaf 1615: verandering in opvattingen. Er komt een ruimer publiek en de individuele auteur
wordt belangrijker.
Twee ontwikkelingen: van collectief naar individueel en van trationeel (rederijkers) naar modern
(geleerd, humanistisch). Welvaart neemt toe, stegelijke burgerij wil elitevorming. Rijke kooplieden
nemen afstand van de middengroep. De gezamenlijke activiteiten van rederijkers past hier niet
meer bij.
Het individueel lezen of in een select gezelschap en elkaar brieven schrijven wordt ook
belangrijker. P.C. Hooft heeft zo’n kring.
Hooft had de handleiding voor beginnende dichters bedacht. Je moet eerste oude auteurs
bestuderen en typerende uitdrukkingen van hen noteren. daarna moet je bestaande verhalen op
rijm gaan zetten. Ook moet je zedenkundige werken lezen. Daarna moet je beroemde
buitenlandse dichters gaan vertalen en tot slot mag je zelf iets gaan schrijven. Het was
verstandig om rekening te houden met regels en voorbeelden van eerdere dichters. Aanleg was
altijd een voorwaarde.
Petrarkisme: Liefdeslyriek. Vaste beeldspraken, stijlfiguren. Goede oefeningen op dezelfde
begrippen op een andere manier uit te drukken.
Emblematiek: prentjes met een spreuk of bijschrift.
17eeeuw: literatuur dient tot leerling en vermaak. Gedichten waren een soort collectief
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lindadelahaye. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.