Week 3
In deze week zullen we kijken naar de Klassieke Periode die gepaard gaat met Griekse overwinningen
op de Perzische invallen onder leiding van o.a. Xerxes. Waarom we vandaag de dag nog zoveel
interesse hebben in de Klassieke periode hangt samen met de eerste democratie die in deze tijd
ontstaat. In het handboek worden de vele aspecten van de Klassieke Periode besproken.
Belangrijke tijden:
500 – 323 Klassieke periode Griekenland
490 Slag bij Marathon
480 Slag bij Thermopylae en Salamis
479 Slag bij Plataeae
477 – 404 Deltische-Atitische Zeebond
449 Vrede met Perzië
447 Begin Perikles’ bouwprogramma op Akropolis
431 – 404 Pelopnnesische Oorlog
415 – 3 Expeditie van Athene naar Sicilië
404 – 3 Tirannie van de Dertig in Athene; burgeroorlog; herstel democratie
399 Dood Sokrates
395 – 340 Wisselende coalities van Griekse epoleis; opkomst Macedonië
371 Slag bij Leuktra
338 Philippos II van Macedonië verslaat bondgenoten bij Chaerona
336 – 323 Alexander de Grote
Samenvatting Handboek
Hoofdstuk 10 De klassieke periode ca. 500-330 v. Chr.
10.1 De Perzische oorlogen
De klassieke periode beslaat de jaren van 500-330 v. Chr. In deze periode komt Perzië op en vergroot
haar rijk. Perzië probeert daarnaast ook delen van Griekenland in te nemen. Dit zorgt voor opstand
tegen o.a. de Perzische koning Darius I. Onder Darius I wordt er een strafexpeditie uitgevaren naar
Marathon en is hier de befaamde slag bij Marathon. Deze wordt gewonnen door de Grieken waarna
Athene beroemd wordt. Tien jaar na de slag (480) doet Xerxes, de zoon van Darius, een nieuwe
poging om delen van Griekenland in te nemen. De Grieken besluiten samen te werken onder leiding
van de Atheense strateeg Themistocles. Themistocles wil een grote vloot voor de oorlogen maar ook
voor de grote graanimport in Athene. Er volgt een slag bij Themopylae. De zeeslag was zeer
belangrijk want als de Grieken ter zee zouden winnen, zouden de Perzen hun grote leger niet meer
met schepen kunnen bevoorraden. Dankzij tactisch denken winnen de Grieken alweer, de
beslissende slag was in 479 onder de Spartaan Plataea. De zee- en veldslagen in de Perzische
oorlogen hebben nog eeuwen zeer tot de verbeelding van de Grieken gesproken en zijn later in
Europa beschouwd als een triomf van de vrije Grieken tegen Azië, waardoor de Griekse cultuur, de
bakermat van de westerse beschaving, gered zou zijn van verstikking door het oosterse despotisme.
10.2 Sparta en Athene na 479 v. Chr.
Na 479 liet Sparta de leiding van de strijd tegen de Perzen over aan Athene. De Spartanen waren
bang voor opstanden en hadden tevens geen vloot. In 462/1 vroegen de Spartanen in wanhoop de
Atheners om hulp, maar toen de Atheense strateeg Cimon, een vriend Sparta, met een leger
Week 3
1
,arriveerde, werd hij naar huis gestuurd. Athene had twaalf jaar lang (461-449) zowel Perzië als Sparta
als vijand.
De Deltische-Attische Zeebond
In 477 stichtte Athene een eigen strijdbond tegen Perzië, de Deltische-Attische Zeebond (477-404).
Het bond gebeid was in feite een Atheens rijk geworden. Bondgenoten die wilden uittreden, werden
met geweld tot blijvend lidmaatschap en voortzetting van de betaling van bijdragen gedwongen. Ook
stichtten de Atheners een netwerk van kolonies op strategische gelegen punten in het bond gebeid.
In feite waren deze kolonies militaire steunpunten van Athene.
Atheense leiders in de vijfde eeuw
Athene werd in deze periode geleid door enkele bekwame staatslieden die goed konden spreken in
de volksvergadering en tevens goede generaals en vlootvoogden waren: Themistocles, Cimon en
Pericles. Themistocles en Pericles streefden naar een Atheense hegemonie over Griekenland en
zagen in dat dit streven Athene op den duur in conflict zou moeten brengen met Sparta. Athene
raakte verwikkeld in oorlogen met Perzië en Egypte. Dit liep niet goed. Na het echec in Egypte (454)
brachten de Atheners de bondskas over van Delos naar Athene, zogenaamd uit vrees voor een
Perzische expeditie naar Delos. Dit zorgde voor veel weerstand in de bond.
De Atheense staatsinkomsten.
De Atheense machtspolitiek en de grandioze bloei van de kunst, de bouwkunst en de literatuur in
Athene berustten op een degelijke financiële draagvlak. Athene kent haar bloei van 446-431. Athene
werd in feite de erfgenaam van de handel en nijverheid van de Ionische steden, die in de Ionische
opstand en de Perzische oorlogen zwaar te lijden hadden gehad. Atheense burgers betaalden geen
geregelde directe belasting. Burgers werden alleen incidenteel belast in tijden van financiële nood.
Rijken (liturgieën) werden wel verwacht geregeld geld af te geven. Een indirect inkomen verkreeg
Athene uit de eigen machtspositie. Athene kon door zijn grote zeemacht nagenoeg een
monopolypositie afdwingen in de handel met de graangebieden in Zuid-Rusland en kon daardoor de
graanprijs in Athene laag houden.
10.3 De Peloponnesische oorlog
Na enkele korte vredes periode (446-431) brak in 431 opnieuw oorlog uit tussen Athene ne Sparta,
door moeilijkheden tussen Athene en Spartaans maritieme bondgenoten, Korinthe en Megara. Deze
oorlog was veel intensiever dan de vorige en wordt gezien als de zwaarste in de Griekse
geschiedenis. Vroegere oorlogen tussen Grieken onderling bestond uit kleine schermutselingen
plunderingen en een of twee grote gevechten waarna vrede gesloten werd. Pericles ontwikkelde en
strategie die in zijn eigen tijd zeer controversieel was en ook vandaag nog verschillend wordt
beoordeeld. Athene sloot in 421 vrede op redelijke voorwaarden (de vrede van Nicias): zijn vijanden
waren er niet in geslaagd de Atheense machtspositie in Griekenland te breken.
In de jaren 415-413 verspeelde Athene het beste deel van zijn leger en vloot in een overmoedige en
volledig mislukte poging de hegemonie op Sicilië te veroveren. De opvolgende periode stond in het
teken van de politicus Alcibiades. Onder hem en Darius II ontstond fase II van de oorlog. Perzië gaf
steun aan Sparta. Met Athene ging het flink mis. In 405 werd de Atheense vloot door de Spartaan
Lysander vernietigend verslagen bij Aigospotamoi. In 404 moest Athene wegens gebrek aan voedsel
capituleren.
10.4 De periode 404-336 v. Chr.
Na 404 was er geen dominante staat in Griekenland. De perzen speelde met subsidies en intriges de
Griekse poleis en bonden tegen elkaar uit, om te voorkomen dat ze zich zouden verenigen en zich
gezamenlijk tegen Perzië zouden keren. We kunnen in de Perzische bemoeienis met Griekenland
Week 3
2
, twee fasen onderscheiden: in de eerdere helft van de vijfde eeuw v. Chr. Beoorlogen zij de Grieken
maar van circa 413 tot 340 voerden zij een verdeel-en-heerstacktiek door telkens andere Griekse
staten met subsidies te ondersteunen.
De Tweede Attische Zeebond
Deze werd gesticht in 377 onder Athene en was gericht tegen Sparta. Maar de bond werd niet geleid
door Athene (in eerste instantie dan).
Sociale en militaire veranderingen
Oorlogen werden steeds meer uitgevochten met huursoldaten. Veel kleine boeren verarmde en
werden het slachtoffer van een concentratie van grondbezit in de handen van de rijken.
Het keerpunt in de coalitieoorlogen tussen Thebe, Sparta en Athene en hun bondgenoten kwam in
het jaar 371. De Thebaan Epasminodas vernietigde toen het Spartaanse lege bij lustra, trok naar de
Peloponnuses, bevrijde de heloten in Messenië en hief de Peloponnische bond op – de bond die
bijna twee eeuwen lang zijn voornaamste machtsmiddel gewest was en zijn belangrijkste
helotenland. Op de Peloponnesus braken een serie oorlogen tussen de stadstaten en revoluties
daarbinnen uit. Thebe en Athene konden het vacuüm dat Sparta achterliet, niet opvullen.
De opkomt van Macedonië
Na 360 was het Macedonië dat partij trok van de verdeeldheid tussen de Griekse staten onderling.
Macedonië behoorde tot de marge van de Griekse wereld. Grieken niet als Grieken beschouwd en
mochten niet meedoen met de Olympische spelen.
Philippus II: het einde van de klassieke periode in de Griekse geschiedenis
De Macedonische koning Philippus II (359-336) moderniseerde zijn leger naar Thebaans model en
maakte zich meester over de goudmijnen in Thracië, die in de vijfde eeuw in Atheens bezit waren.
Philippus trachtte zijn heerschappij in een voor de Grieken aanvaardbare vorm te geien en richtte in
337 de Korintische bond op, een bond van Macedonië en alle Griekse staten, op Sparta na. Het jaar
338 heeft tot in de tegenwoordige tijd altijd gegolden als een beslissend keerpunt in de Griekse
geschiedenis en als het einde van de periode van de vrije autonome stadstaten. Dit is echter een
theocentrisch gezichtspunt. De politieke rol van Sparta en Athene was inderdaad uitgespeld, maar
het overgrote deel van de stadsstaten was nooit onafhankelijke n vrij gewest, maar onderworpen aan
Perzië, de Delische bond of de Peloponnesische bond; daarna slaagden heel wat stadstaten erin een
min of meer onafhankelijk positie te verkrijgen met lokale autonomie. Vele Grieken waren weg
getrokken uit hun stadstaten en vestigde zich in o.a. Klein Azië.
10.5 De Atheense bevolking in de vijfde en vierde eeuw v. Chr.
Athene werd in de vijfde eeuw v. Chr. het economische en culturele centrum van Griekenland en de
stad met de meeste inwoners in de Griekse wereld.
De metoiken
De metoiken waren persoonlijk vrij, maar ze hadden geen Atheens burgerrecht. De metoiken
moesten vaste directe belastingen betalen en dienen in de Atheense krijgsmacht.
De slaven
Als slaven vrijgekocht werden, zichzelf vrijkochten of vrijgelaten werden, kregen ze een status van
metoik. De slaven in Attica waren minder geneigd tot opstand dan de heloten in Sparta. Ze hadden
geen gemeenschappelijke identiteit. De heloten in Laconië en Messenië vormden homogene
nationale groepen, werden allemaal keihard onderdrukt en woonden in dorpen bij elkaar. De
Week 3
3