100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting week 4 IBR €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting week 4 IBR

1 beoordeling
 33 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting IBR: dividendbelasting deel I

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • 19 maart 2019
  • 17
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (33)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: isabranco • 5 jaar geleden

avatar-seller
ljp2
IBR WEEK 4
- Cursus Belastingrecht, onderdeel Dividendbelasting 2017-2018:
Hoofdstuk 0
Hoofdstuk 1.0.0 t/m 1.1.3 -- met uitzondering van paragraaf 1.1.1.B (c) en (d), paragraaf
1.1.2.E en 1.1.2.F. o Hoofdstuk 2.0.0. t/m 2.0.3, paragraaf 2.1.5 -- met uitzondering van
paragraaf 2.0.2.B onderdelen j en k, paragraaf 2.0.2. D en 2.0.2.E, paragraaf 2.0.3.F en G
Hoofdstuk 3
- Kluwer navigator Vakstudieserie
Artikel 1, aantekeningen 9, 16 en 17
Artikel 4, alle aantekeningen

HS 0 Inleiding
De DB is een bronheffing op dividend. Aantal redenen voor het bestaan van DB:
1. DB fungeert als een additionele vpb die pas wordt geheven als de winsten de bv verlaten
2. Internationaal wordt een dergelijke bronbelasting ook wel gerechtvaardigd met het bronbeginsel
3. DB fungeert als een vergoeding voor het ter beschikbaar stellen van kapitaal aan een bv die zich
bevindt op het Nederlands territoir.
4. DB fungeert als een tolheffing: voor het gebruik van de Nederlandse fiscale weg om dividenden
naar de aandeelhouders te sluizen wordt bij de grens tol geheven
5. DB versterkt de positie van Nederland bij verdragsonderhandelingen

0.5.0 Internationale en Europeesrechtelijke aspecten Wet DB
De DB fungeert als eindheffing ingeval de opbrengstgerechtigde in het buitenland woont dan wel
gevestigd is, tenzij de opbrengstgerechtigde buitenlands belastingplichtige voor de IB of Vpb is. De
woonstaat zal doorgaans het dividend in de belastingheffing begrijpen en zo ontstaat dubbele heffing.
Nederland biedt dan geen verrekening aan. Hier zijn verdragen voor opgesteld.

Ter zake het heffingsrecht moet onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten dividenden:
- deelnemingsdividenden >25% (door dvs kan geen buitenlandse bronbelasting verrekend worden.
Vaak sprake van een percentage van DB 0%).
- particuliere dividenden

HS 1 Subjectieve belastingplicht
Art 1: subjectieve belastingplicht. Wie in aanmerking kan komen voor de DB. Of de bp ook werkelijk
belast wordt hangt af van de bepalingen inzake de objectieve belastingplicht. Bij wie wordt gesproken
over de ‘gerechtigden tot de opbrengst’ van in Nederland gevestigde lichamen.

Begrip opbrengstgerechtigde  eigenaar van het aandeel, het winstbewijs, de hybride lening of
certificaathouder.

Hoewel normaliter de aandeelhouders al opbrengstgerechtigde kan worden beschouw, zijn er diverse
situaties waarin dit beeld minder duidelijk is:
- Middellijk gehouden belang
belang wordt gehouden door een met hem gelieerde derde, denk aan een STAK (derde).
als tweede VB een dochter die gehouden wordt mbv een tussenholding/houdster. De
aandeelhouder is niet ‘rechtstreeks’ gerechtigd tot de opbrengst.

economische eigendom

internationale verhoudingen
- uitkerende vennootschap treedt zelf op als aandeelhouder (inkoop van aandelen)
aandelen in portefeuille 

inkoop van eigen aandelen  worden als ingetrokken beschouwd. Ze worden gelijk
geschaard met aandelen in portefeuille. Bij latere declaratie van dividend op deze
ingekochte aandelen zal de inhouding van DB achterwege kunnen blijven.

Echter, koopt de vennootschap aandelen in ter tijdelijke belegging, dan dienen deze

, geactiveerd te worden op de balans. Dan mogen aandelen niet anders worden behandeld dan

aandelen in andere vennootschappen. Staatssecretaris meldt dat het inkopen van eigen
aandelen ter tijdelijke belegging geen uitdeling is die het vermogen vermindert en dus geen
DB. Of er nu DB moet worden ingehouden is onduidelijk.

- vruchtgebruik ter zake van de opbrengst van het aandeel berust bij een ander dan de eigenaar
(behoort niet tot de stof)
- zogeheten EESV is gerechtigd tot de opbrengst
(behoort niet tot de stof)
- Pseudo-aandeelhouderschap van een optiehouder
Ogv het Falcons-arrest wordt verkrijgt een optiehouder met een belang van 5% bij
uitoefening van de optie de dvs. Is dan ook sprake van DB? Volgens lid 1 niet, maar
het kan niet worden uitgesloten dat de HR van mening is dat een optiehouder met een
aandeelhouder moet worden gelijkgesteld, dan wel een pseudo-aandeelhouder moet worden
bestempeld voor de DB. Pseudo-aandelen geven geen winstuitkering, zodat de heffing van
DB niet aan de orde komt, maar zou kunnen indien sprake is van een af- of in koop van de
optie, conversierecht of warrant. Een wettelijke basis ontbreekt wel voor zo’n geval.

1.1.1.C De houder van een winstbewijs
Het gaat om een recht op een aandeel in de winst, dus er hoeft niet deel te nemen in het kapitaal van
een vennootschap.

1.1.1.D De houder van een los dividendbewijs
Valt er ook onder

1.1.1.F De crediteur van een hybride lening
Kwalificeert voor de DB, omdat de rente een vergoeding is voor het terbeschikking stellen van eigen
vermogen.

1.1.2. In aandelen verdeeld kapitaal
Staat in art 1 lid 2: de houdstercoöperatie staat hier nu ook onder, maar de literatuur loopt achter. Zie
werkgroep 4 uitwerkingen.

1.1.3 Het fonds voor gemene rekening (art 1 lid 2)
Wordt voor de toepassing van de DB beschouwd als een vennootschap. De bewijzen van
deelgerechtigheid worden gelijk gesteld met aandelen. Bij wetsfictie dus aangemerkt als een
kapitaalvennootschap die bewijzen van deelgerechtigheid uitgeeft ipv aandelen.

HS 2 Objectieve belastingplicht
2.0.1 Het heffingsobject (art 2)
De opbrengst is belast ogv art 2. In art 3 staat een opsomming van wat hier onder valt.

2.0.1.c Zelfstandig karakter DB
Meegekocht dividend valt ook onder het bereik van de DB. Er is geen koppeling met de IB in verband
met internationale situaties. Hierdoor heeft de DB een zelfstandig karakter.

De opbrengst is een bruto opbrengst dat wil zeggen de opbrengst zonder aftrek van de daarmee
samenhangende kosten.

2.0.2 Heffingsobject nader beschouwd (art 2)
Fiscaalrechtelijk gestort kapitaal
Het kapitaalbegrip in de IB en de DB  het gestorte kapitaal vormt het uitgangspunt voor het
antwoord op de vraag of en in hoeverre sprake is van winst. Een terugbetaling van dergelijk kapitaal is
namelijk onbelast, terwijl hetgeen de particuliere aandeelhouder ontvangt uit het andere deel van het
eigen vermogen van de BV aangemerkt wordt als dividend.

Informeel kapitaal  bevoordeling in de kapitaalsfeer (vermogensbestanddelen) en kostensfeer (geen
rente). Belangrijk in de vpb ivm het buiten de belastbare winst houden van dit soort baten.

, Afstempeling  gestorte nominale kapitaal wordt niet meer gedekt door de vermogenswaarden.. Door
de afstempeling (na statutenwijziging) wordt het nominale bedrag van de geplaatste aandelen
verminderd, waardoor het verlies tlv de aandeelhouders komt.

Aanmerkelijkbelanghouder  winst in de IB wordt bepaald aan de hand van de subjectieve
verkrijgingsprijs. Verschil met DB die uitgaat van gemiddeld op aandelen gestort kapitaal.

Gedeeltelijke teruggave van kapitaal (art 3 lid 1d)  AVA, statutenwijziging, terugbetaling van
kapitaal. Strak stappenplan dat je moet volgen, anders is het belast. Er moet sprake zijn van zuivere
winst. Dit staat ook in het art beschreven.

Terugbetaling van informeel kapitaal  bij informeel kapitaal geen sprake van een storting op
aandelen, maar het kan toch meetellen voor de terugbetaling van kapitaal.

Samenvattend: nominaal gestort kapitaal kan altijd onbelast worden terugbetaald, mits voorafgaan de
vereiste statutenwijziging tot stand is gebracht. Agio en informeel kapitaal kunnen niet onbelast
worden terugbetaald, tenzij geen zuivere winst aanwezig is. Wordt in de praktijk opgelost door de BV
aan de aandeelhouder een bonusaandeel uit te reiken tlv de agioreserve. Kan niet met fraus legis
bestreden worden.

Verdragen  een liquidatie-uitkering die betaalbaar wordt gesteld aan de ab-houder wordt voor
verdragstoepassing onder het vermogenswinstartikel gebracht en niet het dividendartikel.

Inkoop van eigen aandelen (art 3 lid 1a)  de verkoopprijs vormt voor de aandeelhouder een
belastbare opbrengst voor zover deze het gemiddeld op de desbetreffende aandelen gestorte bedrag
te boven gaat. In art 4c is nu een inkoopfaciliteit opgenomen. Wordt in HS 3 behandeld.

Inkoop ter tijdelijke belegging  geen heffing bij de verkoper. Niet langer dan drie jaar. Er is sprake
van een onbelaste transactie in de vermogenssfeer. Bij beursaandelen weet de particuliere
aandeelhouder niet dat de NV de aandelen zelf weer inkoopt. Aangezien het de inkopende NV wel
bekend is dat zij eigen aandelen inkoopt, neemt zij de DV voor eigen rekening, zodat in de praktijk
wordt volstaan met een gebruteerde heffing van DB.

Bij omzetting van aandelen in bijvoorbeeld preferente aandelen (geen winstreserves) geen sprake van
een vermogensverschuiving van de BV naar haar aandeelhouder en evenmin vindt een omzetting van
winstreserves in aandelenkapitaal plaats zoals dat het geval is bij de uitreiking van een
winstbonusaandeel. Geen DB dus.

Bij inkoop van aandelen en de ab-houder wordt in verdragssituaties dit voordeel geschaard onder het
vermogenswinstartikel en niet het dividendartikel. Bij de inkoop van eigen aandelen door de NV is het
dividendartikel van toepassing.

Uitdelingen van winst (art 2 en art 3 lid 1a)
Sprake van winst en dus opbrengst voor de dividendbelasting. Bij verdragen wordt het heffingsrecht
inzake bepaalde inkomsten toegewezen aan de woonstaat of de bronstaat. Bij dividenden (interest en
royalty’s) wordt een gedeelde heffingsbevoegdheid overeengekomen.

Bij verkapt dividend moet gekeken worden naar de bevoordeling voor beide partijen. Er wordt in de
regel altijd een naheffingsaanslag opgelegd, aangezien het in beginsel niet evident zal zijn dat sprake
is van een verkapte dividenduitdeling.

Holdingconstructies  vette BV onder een magere BV hangen en deze vervolgens verkopen. Fraus
legis kan worden toegepast binnen de DB bij buitenlandse aandeelhouders. Twee redenen om fraus
legis te kunnen toepassen:
1) de belastingverijdeling is de doorslaggevende beweegreden voor de transactie
2) door deze transactie handelt de aandeelhouder in strijd met doel en strekking van de wet.

Bonusaandelen uitreiken  aan het vermogen van de vennootschap wordt niets onttrokken en de
aandeelhouder rijgt in wezen niets in handen. Het door hem verkregen ‘gratis’ aandeel zorgt ervoor
dat het vroeger door één aandeel vertegenwoordigde vermogensrecht na de bonusuitreiking wordt

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ljp2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83662 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (1)
  Kopen