Hoofdstuk 1 Geest, gedrag en psychologische wetenschap
1.1 Wat is psychologie en wat is het niet?
Psychologie wetenschap van gedrag en mentale processen
Experimenteel psycholoog psycholoog die onderzoekt doet naar elementaire
psychologische processen – in tegenstelling tot een toegepast psycholoog
Docent psychologie psycholoog met als primaire taak het geven van onderwijs op
bijvoorbeeld een hbo- of bacheloropleiding of aan een universiteit
Toegepast psycholoog psycholoog die de door experimenteel psychologen
vergaarde kennis gebruikt om problemen van mensen op te lossen
Psychiatrie een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling
van mentale stoornissen
Pseudopsychologie niet onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd
Vaardigheden voor kritisch denken dit boekt legt de nadruk op zes kritische
denkvaardigheden, gebaseerd op de volgende vragen: Wat is de bron:? Is de
bewering redelijk of extreem? Wat is het bewijsmateriaal? Kan de conclusie zijn
beïnvloed door bias? Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden? Zijn voor het
oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Anekdotisch bewijsmateriaal getuigenissen die de ervaringen van iemand of
enkele personen schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs
worden aangezien
Bias een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis
van persoonlijke ervaringen en waarden
Emotionele bias de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en
gevoelens, in plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal
Confirmation bias (bevestigingsbias) de neiging om informatie die niet bij je
opvattingen aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan
informatie te zoeken waar je het wel mee eens bent.
1.2 Wat zijn de zes belangrijkste perspectieven van de psychologie?
Biologisch perspectief het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag
zoekt in het functioneren van de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en
hormoonstelsel
Neurowetenschap het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen
gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale
processen creëren.
Evolutionaire psychologie een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat
gedrag en mentale processen beschouwt op basis van hun genetische aanpassingen
aan overleving en voorplanting
Introspectie beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen
Structuralisme historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren
van de geest en de gedachten trachtte te ontrafelen. Structuralisten zochten de
‘elementen’ van de bewuste ervaring.
Functionalisme historische stroming binnen de psychologie die meende dat
1
,psychische processen het beste begrepen kunnen worden in het licht van hun
adaptieve nut en functie
Cognitief perspectief een van de belangrijkste psychologische perspectieven,
waarbij de nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie en
denken als vormen van informatie verwerking.
Behaviorisme een historische school die ernaar streefde om van de psychologie
een objectieve wetenschap te maken die zich alleen op gedrag richtte (en niet op
mentale processen)
Behavioristisch perspectief een psychologische invalshoek die de bron van onze
handelingen zoekt in stimuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke mentale
processen
Psychodynamische psychologie een bandering die de nadruk legt op het begrijpen
van het menselijk functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens,
herinneringen en conflicten
Psychoanalyse een benadering van de psychologie die gebaseerd op de
veronderstellingen van Freud, die de nadruk legt op onbewuste processen. De term
verwijst zowel naar Freuds psychoanalytische behandelmethode
Perspectieven vanuit de gehele persoon (‘whole person’) een aantal
psychologische perspectieven die draaien om een globaal inzicht in de
persoonlijkheid, waaronder de psychodynamische psychologie, humanistische
psychologie en psychologie van karaktertrekken en temperament
Humanistische psychologie een klinische benadering die de nadruk egt op de
mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens
Psychologie van karaktertrekken en temperament een psychologisch perspectief
dat gedrag en persoonlijkheid ziet als de producten van fundamentele
psychologische kenmerken
Ontwikkelingsperspectief een van de zes belangrijke perspectieven van de
psychologie, dat zich onderscheidt door de nadruk om erfelijkheid en omgeving en
op voorspelbare veranderingen die zich voordoen tijdens de levensloop
Sociocultureel perspectief een van de zes belangrijke perspectieven van de
psychologie dat de nadruk legt op het belang van sociale interactie, sociaal leren
en een cultureel perspectief
Cultuur een complexe mix van taal, opvattingen, gewoonten, waarden, tradities
die wordt ontwikkeld door een groep mensen die wordt gedeeld met anderen in
dezelfde omgeving
Crosscultureel psycholoog een psycholoog die werkt in dit specialisme is
geïnteresseerd in de manieren waarop psychologische processen verschillen tussen
mensen van verschillende culturen
Holisme visie die totaliteit altijd belangrijker vindt dan de som der delen
1.3 Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
Wetenschappelijke methode een uit vier stappen bestaande procedure voor
empirisch onderzoek van een hypothese, waarbij de omstandigheden zo zijn
gekozen dat vooroordelen en subjectieve oordelen worden uitgesloten
2
, Empirisch onderzoek onderzoeks benadering waarbij gegevens worden verzameld
door middel van objectieve informatie uit de eerste hand, gebaseerd op
sensorische ervaring en observatie
Theorie toetsbare verklaring voor een aantal feiten of observaties
Hypothese voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek; een
bewering over de relatie tussen variabelen in een onderzoek
Variabele in deze context: element dat van invloed is op het geen onderzocht
wordt (zoals geformuleerd in de onderzoeksvraag of hypothese)
Operationele definitie objectieve beschrijving van een concept dat bij een
wetenschappelijk onderzoek hoort. Operationele definities kunnen concepten die
worden bestudeerd herformuleren in gedragsmatige termen (angst kan
bijvoorbeeld operationeel worden gedefinieerd als ‘zich van een stimulus af
bewegen’). Operationele definities zijn ook exacte omschrijvingen van de manier
waarop een experiment moet worden uitgevoerd en waarop belangrijke variabelen
moeten worden gemeten (aantrekkingskracht kan bijvoorbeeld worden gemeten
door de hoeveelheid tijd die iemand naar een ander kijkt).
Data informatie, in het bijzonder gegevens die door een onderzoeker zijn
verzameld en die worden gebruikt om een hypothese te toetsen
Experimentele conditie omstandigheden waaraan de leden van de experimentele
groep tijdens de speciale behandeling worden blootgesteld
Experimentele groep proefpersonen die worden blootgesteld aan de speciale
behandeling die men onderzoekt
Controleconditie omstandigheden waaraan de leden van de controle groep tijdens
het experiment worden blootgesteld. Deze condities zijn om bijna elk onderdeel
identiek aan de experimentele conditie, met uitzondering van de speciale
behandeling, die alleen de experimentele groep ontvangt.
Controlegroep proefpersonen die worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal naast
de experimentele groep. De controlegroep krijgt niet de speciale behandeling waar
men meer over wil weten
Onafhankelijke variabele variabele die zo genoemd wordt omdat de onderzoeker
hem onafhankelijk van alle andere, zorgvuldig gecontroleerde experimentele
omstandigheden kan manipuleren
Afhankelijke variabele de variabele die wordt gemeten of geobserveerd. Binnen
een experiment wordt de afhankelijke variabele door het manipuleren van de
onafhankelijke variabele beïnvloed. De eventuele variatie in de waarde van de
afhankelijke variabele is het effect waarin de onderzoeker geïnteresseerd is.
Randomisering procedure waarbij volledig door het toeval wordt bepaald of
proefpersonen aan de experimentele groep of aan de controlegroep worden
toegewezen; kan ook betrekking hebben op een procedure binnen een experiment,
waarbij de volgorde waarin de stimulus wordt aangeboden volledig door het toeval
bepaald word
Significant een statische term die aangeeft dat het waarschijnlijk is dat het
waargenomen effect niet door toeval is ontstaan, maar door de onafhankelijke
variabele te veranderen.
Repliceren een onderzoek opnieuw uitvoeren om te zien of dezelfde resultaten
worden verkregen. Om bias uit te sluiten wordt replicatie vaak gedaan door iemand
3