Kenmerkende aspecten geschiedenis:
Tijdvak 1: Tijd van de jagers en boeren ? - 3000 V.Chr
Maatschappij soort: Jagers en verzamelaars -> Landbouw samenleving
Periode: Prehistorie
Kenmerkende aspecten:
1. De levenswijze van Jagers-verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
1 De levenswijze van Jagers-verzamelaars:
De Jagers-verzamelaars leefden van het jagen op dieren en het verzamelen van vruchten
en noten. Dit speelde zich af in de prehistorie. Zij leefde nomadisch en in
familiegroepen. Uit antropologisch onderzoek blijkt dat zij zich opsplitsen wanneer er te
weinig voedsel was. Ze hadden geen politieke systemen. Een voorbeeld van deze
samenleving was te vinden in Afrika, daar ontstond ook de eerste mens. De mens is
ontstaan door evolutie.
2 Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen:
De nomadische levenswijze evolueert langzaam door een combinatie van factoren. Daar
heeft het klimaat en de groeiende kennis over wilde granen een rol gespeeld. Zo
ontstond landbouw. Hierdoor was het niet meer nodig om rond te reizen en kon men
sedentair leven. Men kreeg hierdoor meer bezittingen, maar van grote sociale
verschillen was nog geen sprake. Deze landbouwsamenleving verspreidde zich langzaam
over de wereld en ontstonden er meer culturen. Die werden vaak vernoemd naar
voorwerpen of plekken. Voorbeeld hiervan is de gemeenschap in Mesopotamië.
3 Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen:
Door irrigatielandbouw rond de Eufraat, Tigris en de Nijl. Groeide
de oogsten en de bevolkingsomvang. Zo waren dorpen in Egypte en
Mesopotamië rond 3500 V. Chr uitgegroeid tot steden. Deze steden
namen kleine dorpen in de buurt over. Dit waren de eerste
stadstaten. Kenmerken van deze gemeenschappen zijn dat er ruimte
was voor specialisaties buiten de landbouw om. Zo ontstonden
beroepen. De samenleving in een stadstaat was hierarchisch
opgebouwd. Zoals hierboven vermeld. Men geloofde in polytheïsme. De stadstaten
waren zodanig complex dat schrift werd gebruikt. Syllabische schrift. Soms gingen
stadstaten samenwerken, zo ontstond een staat. De koning van een staat streefde naar
gelijke regels. Macht van een koning of farao waren gebaseerd op 4 pijlers. Op de
ambtenarij, het belastingsysteem, de goddelijke legitimering en propaganda. Een
voorbeeld van deze gemeenschap is te vinden in het Midden-Oosten.
,Tijdvak 2: Tijd van de Grieken en Romeinen 3000 v.Chr-500 n.Chr
4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
5. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich
in Europa verspreidde.
6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in
Noordwest-Europa.
8. De ontwikkeling van het Jodendom en Christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten.
4 De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap
en politiek in de Griekse stadstaat:
Griekenland had in de Oudheid geen politieke eenheid. Zij bestond uit verschillende
Poleis. Door voedseltekort trok een deel van de bevolking weg om koloniën te stichten.
In elke Griekse stadstaat was de manier van regeren verschillend. Zo waren er
Monarchieën en Aristocratieën, maar door groeiende welvaart werd de
machtsverhouding minder sterk. Inwoners maakte meer aanspraak op burgerschap. Als
dit door de adel niet werd goedgekeurd greep een alleenheerser de macht (tirannie). Al
kreeg dit wel een negatieve klank. Na het verdrijven van de tirannie ontstond er een
democratie. Hier waren vrouwen en slaven buitengesloten. Om te kunnen stemmen
moest een burger persoonlijk aanwezig zijn - directe democratie. De zelfstandigheid van
Griekse poleis eindigde na een oorlog tussen Griekenland en Perzië. Deze 2 werden
verslagen door Koning Philippos van Macedonië. Zijn zoon Alexander de Grote
veroverde een gebied van Egypte tot India. Na zijn dood viel dit gebied uiteen, maar de
Grieken die zich daar hadden gevestigd hielden hun eigen cultuur, dus verspreidde deze
ver buiten Griekenland. Dit heet Hellenisme. Een voorbeeld hiervan is een tempel die
Griekenland gemaakt heeft voor het verder ontwikkelen van gezondheidszorg en
wetenschap.
5 De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde:
Vanaf 509 v.Chr werd Rome een republiek. Rome kon groeien doordat het genoeg
voedsel en een goed leger had en ze dachten dat het land in gevaar was. In de eeuwen
die volgden ontstond het Romeinse imperium. Het bestuur in de republiek bestond uit
een Senaat, waarin de meest vooraanstaande families, de patriciërs zaten. De rest van
het volk had amper invloed. Hierover ontstond een conflict aangejaagd door rijke
plebejers. Met succes, vanaf 287 v.Chr was iedereen formeel gelijk. Er ontstond een
nieuwe elite, de Optimates tegen de populares. De Romeinen zagen zichzelf als
superieur. Zij vonden het bezetten van landen helpen en geen bezetting. In Oost-Europa
bestond al een landbouwstedelijke samenleving. Vooral West-Europa nam veel over van
de Romeinen. Dit heet Romanisering. Een voorbeeld is het Pantheon.
, 6 De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur:
De beeldhouwkunst en bouwkunst van de
Grieken was erg herkenbaar door een aantal
onderdelen in klassieke vormen (zuilen,
architraven, kapitelen en timpanen). De
Romeinen waren hier jaloers op en namen dit
over. Zo ontstond er een mengcultuur die we de
klassieke beschaving noemen, Hier viel de
retorica en komedie ook onder. Een voorbeeld
van de klassieke beschaving is het colosseum in
Rome. Retorica: spreekkunst
7 De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in
Noordwest-Europa:
De Germanen in Noordwest-Europa wilde zich niet voegen in het Romeinse rijk. Zij
vielen daarom steeds vaker het Romeinse Rijk aan. Ze gebruikte de Rijn als natuurlijke
grens. De Germanen vielen op den duur niet tegen te houden. Het westen van het
Romeinse Rijk verzwakte hierdoor. Er kwam een eind aan het West-Romeinse rijk. Het
Oosten bleef in stand. Een voorbeeld hiervan is de grote volksverhuizing, waarin de
Romeinen de Germanen niet meer tegen konden houden en de Germanen het Romeinse
rijk in trokken. Een voorbeeld hiervan is de grote volksverhuizing in 375.
8 De ontwikkeling van het Jodendom en Christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten:
Het Jodendom ontstond in 1750 v. Chr. Het Christendom ontstond in 30. Beide de eerste
monotheïstische geloven. Het Christendom ontstond pas in 30 na Chr, omdat Jezus zelf
ook een jood was, maar hij veranderde wat aan het geloof. Het Jodendom was er
namelijk meer voor alleen de Joden. Het Christendom vertelde dat zij er voor iedereen
waren. Waardoor er meer aanhangers kwamen. Het Jodendom werd niet als bedreiging
gezien in het Imperium Romanum.
Het christendom daarentegen wel.
Dit komt doordat zij 1 god zagen,
waardoor de keizer van het Romeinse
rijk in hun ogen geen god was. Dit
was wel zo in het polytheïstische
geloof. De Christenen werden
hierdoor vervolgd. Het Christendom
blijft wel groeien. In 313 komen er
gelijke rechten voor christenen en in
391 wordt het zelfs een
staatsgodsdienst. Een voorbeeld
hiervan is de groeiende groep mensen die christen worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper melanienofficial. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.