10 voor Biologie
Hoofdstuk 2 – Cellen
Organellen – Alle celstructuren die door een membraan omgeven zijn. De belangrijkste organellen
(79D) zijn:
Celkern – Bevat erfelijke informatie in genen in DNA
DNA met histonen wordt chromatine genoemd. Tijdens deling zijn chromosomen zichtbaar.
Celmembraan – bestaat uit fosfolipiden
In het membraan liggen cholesterol- en eiwitmoleculen. Eiwitmoleculen dienen voor
stoffentransport of als receptor glycocalyx.
Mitochondriën – energieleveranciers
Produceert ATP, CO2 & H2O en heeft eigen mitochondriaal DNA.
Endoplastisch reticulum (ER) - netwerk van membranen.
Op het ruwe ER zitten ribosomen. Het gladde ER zet koolhydraten en gif om en vormt
steroïde hormonen.
Ribosomen – produceren eiwitten & hebben eigen RNA (r-RNA)
Golgi-systeem – membraansysteem dat vervoerd d.m.v. afsnoering van blaasjes
Bevat veel enzymen
Lysosomen – zelfmoordpil & verteerd deeltjes
Bevat enzymen. Per ongeluk lekken is autolyse, expres is apoptose. Afsterven van een
weefsel is necrose.
Cytoskelet – zorgt voor vorm v/d cel en verplaatsing van organellen, bestaat uit microtubuli
& microfilamenten
Plastiden – chromoplasten (bladgroenkorrels) en leukoplasten (opslag)
Bestaat uit opgestapelde membraanschijven met pigment cholofyl en stroma
Vacuole – vochtblaas.
Volgroeide cellen hebben een centrale vacuole met tonoplast. Vacuole kan kleur- &
vloeistoffen bevatten. Celstrekking.
Transportmanieren:
Passief transport – cel speelt geen actieve rol
Diffusie – deeltjes gaan in richting v/d concentratiegradiënt
Osmose – diffusie van water door semipermeabel membraan
Hypertonisch vs. Hypotonisch vs. Isotonisch.
Poriën – diffusie van geladen ionen en kleine moleculen door poriën
Actief transport – kost cel energie
Transporteiwitten – enzymatische pomp, bijv. Na/K-pomp
Blaasjesvorming – celmembraan wordt afgesplitst of versmolten.
Exo/endocytose voor transport naar binnen/buiten, pinocytose (vloeistof) &
fagocytose (deeltjes)
Kleine dieren hebben geen longen nodig, omdat ze genoeg hebben aan diffusie als transport. Grote
organismen hebben longen nodig. Dit heet de oppervlakte-inhoud-relatie.
Wanneer een cel strak staat, heet dat turgor (wanddruk). Het tegenovergestelde daarvan heet
plasmolyse.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cilevanmarken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.