10 voor Biologie
Hoofdstuk 8 – Moleculaire genetica
Bij nucleosomen windt DNA zich om histonen. Nucleosomen zorgen dat het DNA in de kern past en
voor genexpressie. DNA is een polymeer van een hele lange keten nucleotiden. Elke nucleotide
bestaat uit suiker, fosfaatgroep en een stikstofbase, adenine (A), thymine (T), guanine (G) en cytosine
(C)(71).
Een gen bevat de erfelijke zode om één of meerdere eiwitten te produceren. Voor DNA/RNA-
replicatie, zie 71DEF.
De polymerase-kettingreactie (PCR) is een methode om in het lab kleine stukjes DNA heel vaak te
kopiëren om het DNA te bouwen en te analyseren, wat gebruikt kan worden bij analyse, kloneren,
identificatie etc. DNA-sequensen is het vaststellen van de nucleotidenvolgorde van een stuk DNA.
DNA/RNA-translatie, zie 71J. Introns bevatten geen code voor aminozuren, exons wel. M-RNA dat de
kern verlaat, bestaat uit exons en introns. Buiten de kern wordt door splicing de introns eruit geknipt
(71H).
Epigenetica is de studie van erfelijke veranderingen in de genfunctie, die optreden zonder dat de
nucleotidenvolgorde wijzigt. Tijdens de embryonale ontwikkeling worden genen aan- of
uitgeschakeld. Dit heet genomische afstempeling.
Epigenetische factoren, die de ‘open’ en ‘gesloten’ toestand van het genoom bepalen, zijn:
DNA-methylering – aan een nucleotide wordt een methylgroep gebonden.
RNA – microRNA en niet coderend ncRNA beïnvloeden ‘open’ en ‘gesloten’.
Nucleosomen – waar DNA om histonen zijn gewikkeld, is het niet actief.
Zie 71G voor coderende triplets voor aminozuren. Aminozuren die wij zelf niet maken heten
essentiële aminozuren. De 1e letter codeert voor de verbinding, de 2 e voor oplosbaarheid in water,
de 3e is onduidelijk.
Pseudogenen zijn niet-coderende ‘fossiele genen’. Microsatellieten zijn herhalingen van korte
nucleotidereeksen op een locus die erfelijk zijn. Hiermee wordt forensisch onderzoek gedaan.
Genetisch onderzoek wordt gedaan aan de hand van puntmutaties en haplotypes, een combinatie
van microsatellieten en genen in een chromosoom waartussen vrijwel geen recombinatie optreedt.
Zie 71J voor eiwitsynthese.
3 mutaties:
Ploïdemutaties – als gevolg van verandering van het aantal chromosomen in de kern.
Chromosoommutaties – als gevolg van verandering in de structuur van een chromosoom.
Genmutaties – een toegevoegde nucleotide is insertie, een verwijderde is deletie. 1 andere
base is een puntmutatie.
Kloneren door:
knollen;
bollen;
stekken maken;
weefselkweek maken.
HeLa-cellen zijn de eerste menselijke celen die in een lab zijn gekweekt. Bij kruising ontstaan
hybriden. Heterosis is dat de 2e generatie beter is dan de 1e generatie. Fokkers gebruiken mutatie-
inductie, het behandelen van weefsels met mutagene stoffen of straling, waardoor er meer variatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cilevanmarken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.