Nederland is een verzorgingsstaat, de overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn
van haar inwoners. Met welvaart bedoelen we de mate waarin mensen over voldoende middelen
beschikken om hun behoeften te vervullen. Onder welzijn verstaan we de mate waarin mensen
tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid.
In Nederland staat de solidariteitsgedachte centraal: in een groep of samenleving is er bereidheid
om risico’s met elkaar te delen.
Stel iemand raakt werkloos, dan krijg hij wettelijk een uitkering waar jij en alle werkende mensen
samen voor betalen. Omdat jou hetzelfde kan overkomen, is er sprake van een collectief belang.
In een verzorgingsstaat levert de overheid ook collectieve goederen, dat zijn goederen waarvan
niemand uitgesloten kan worden, ook niet degenen die er niet voor betalen; bijv. de dijken.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid onderscheidt vier belangrijke functies:
Verzorgen. De verzorgingsstaat biedt zorg aan wie dat nodig hebben.
Verzekeren. De verzorgingsstaat regelt dat we verzekerd zijn tegen verlies van inkomen. Er
heerst een socialezekerheidsstelsel, dat mensen verzekert van een inkomen bij
werkloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid.
Verheffen. De verzorgingsstaat geeft iedereen de kans om zijn talenten te ontplooien.
Verbinden. De verzorgingsstaat zorgt voor binding tussen mensen en versterkt daarmee de
sociale cohesie.
Burgers in Nederland hebben sociale grondrechten. Daarbij gaat het om:
Voldoende werkgelegenheid
Bestaanszekerheid en spreiding van welvaart
De bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu
Volksgezondheid, voldoende woongelegenheid en maatschappelijke en culturele
ontplooiing.
Goed onderwijs
Communistische en socialistische denkbeelden zijn gebaseerd op het ideaal van gelijkheid. In de
communistische staatsopvatting neemt de staat daarom de totale verzorging van zijn burgers op
zich. Hier is sprake van een planeconomie.
In een kapitalistische vrijemarkteconomie, zoals die van de Verenigde Staten, staat de waarde
vrijheid centraal en grijpt de overheid niet actief in de economie in.
Voor alle verzorgingsstaten geldt dat ze gebaseerd zijn op de waarden solidariteit en gelijke kansen.
3 Typen verzorgingsstaten:
- In een sociaaldemocratische verzorgingsstaat is de rol van de overheid groot bij het leveren
van goederen en diensten, gelijkheid is de belangrijkste waarde; Zweden, Finland en
Denemarken. Daarom wordt dit ook wel het Scandinavische model genoemd.
- In een liberale verzorgingsstaat is de rol van de overheid beperkt en van de markt juist groot.
- Vooral Angelsaksische landen kennen geen uitgebreide sociale zekerheid omdat daar liberale
waarden als eigen verantwoordelijkheid, vrijheid en particulier initiatief belangrijk worden
gevonden; het Angelsaksische model.
In een corporatistische verzorgingsstaat zie je een mengeling van de twee modellen hiervoor. De
vrije markt wordt flink ingeperkt. De bescherming van het gezin is hier heel belangrijk.
, 2. Ontstaan verzorgingsstaat
In de eerste helft van de negentiende eeuw was Nederland een nachtwakersstaat, een staat waarin
de overheid zich vooral beperkt tot het handhaven van de openbare orde en veiligheid.
De Armenwet in 1854 werd gevolgd door andere sociale verzekeringen en arbeidsbeschermende
wetgeving.
In de twintigste eeuw kreeg de overheid geleidelijk meer taken. Er ontstond behoefte aan collectieve
goederen en diensten die de vrije markt niet uit zichzelf produceerde, zoals goede scholen etc.
Daarmee ontstond na de WOII een gemengde markteconomie waarin niet meer alles aan het
marktmechanisme werd overgelaten.
Door de economische crisis vanaf 1929 ontstond een werkloosheidsbestrijding die het begin was van
toenemende interventie door de overheid.
De sociaaldemocraten gingen akkoord met de geleide loonpolitiek onder voorwaarde dat de positie
van werknemers versterkt zou worden met nieuwe sociale wetgeving.
De uitbreiding van de sociale voorzieningen betrof drie terreinen:
Het aantal risico’s dat gedekt werd.
Het aantal gerechtigden.
Het aantal sectoren.
In 1956 voerde minister-president Willem Drees (PvdA) de Algemene Ouderdomswet in.
In 1957 werd de vaccinatie bij baby’s ingevoerd.
De Bijstandswet uit 1956 verplichtte de overheid om iedere Nederlander financieel te ondersteunen
als dat nodig is.
Tussen 1947 en 1985 steeg het woningbezit van de woningbouwverenigingen tot ruim anderhalf
miljoen woningen.
Het onderwijs groeide in de naoorlogse periode spectaculair.
Liberalen zien de verzorgingsstaat als een sociaal vangnet voor mensen in problemen.
Sociaaldemocraten accepteren de vrijemarkteconomie van onze verzorgingsstaat, temeer omdat
sociale wetten de onrechtvaardige nadelen ervan terugdringen.
Christendemocraten zijn vooral tevreden over de grote rol die het maatschappelijke middenveld op
sociaaleconomisch gebied inneemt.
3. Sociale partners en de overheid
De vertegenwoordigers van de werknemers- en werkgeversorganisaties noemen we samen de
sociale partners.
Nederland is een gemengde markteconomie. De overheid heeft daarbij drie belangrijke
doelstellingen:
Een evenwichtige arbeidsmarkt.
Een rechtvaardige inkomensverdeling.
Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden.
De sociale partners overleggen regelmatig met elkaar en maken afspraken die voor alle werknemers
en werkgevers gelden. De manier waarop zij met elkaar omgaan noemen we de
arbeidsverhoudingen.
In de Sociaal-Economische Raad overleggen werkgevers- en werknemersorganisaties en
onafhankelijke deskundigen, de zogenaamde Kroonleden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cilevanmarken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.