Participatie in de samenleving
COLLEGE 1 – PARTICIPATIE IN HET ONDERWIJS
Er kan vanuit verschillende perspectieven gekeken worden naar ‘participatie’:
Onderwijskundig
Juridisch
Ethisch
Persoonlijk (bijvoorbeeld dat Romana Vrede een plek zoekt voor haar zoon met
verstandelijke beperking, midden in de samenleving (Volkskrant))
Een verzorgingsstaat is een sociaal systeem waarin de staat primaire verantwoordelijkheid
draagt voor het welzijn van zijn burgers, zoals in kwesties van gezondheidszorg, onderwijs,
werkgelegenheid en sociale zekerheid. Dit is onbetaalbaar geworden. De klassieke
verzorgingsstaat verandert langzaam maar zeker in een participatiesamenleving. Van
iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen
leven en omgeving. Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toekomst, voegen zij niet
alleen waarde toe aan hun eigen leven, maar ook aan de samenleving als geheel. Als er
gekeken wordt naar mogelijkheden en ontwikkeling, kan iemand bijdragen binnen de
participatiemaatschappij.
Participatiemaatschappij synoniem aan prestatiemaatschappij?
Autistische zwakzinnige jongen hoeft niet naar school en nooit te werken. Wat hij ook doet,
hij doet er eigenlijk niet toe.
Rechten van het kind (inclusief onderwijs)
De focus ligt op inclusief onderwijs (inclusion), wat kortgezegd participatie van kinderen in
het regulier basis- of voortgezet onderwijs’ inhoudt. Het verwijderen van barrieres/drempels
die participatie in de weg staan. Er is dus geen sprake van speciaal onderwijs, maar
kinderen worden opgevangen in het reguliere onderwijs en krijgen hier extra hulp.
Twee definities:
o Het maximaliseren van de participatie van alle leerlingen in het regulier onderwijs en
het verwijderen van fysieke, intellectuele en sociale barrieres voor de deelname.
o Het onderwijzen van leerlingen met beperkingen in reguliere klassen in de school in
de buurt – de school waar ze naar toe zouden zijn gegaan als ze geen beperking
zouden hebben - en daar ook de extra hulp die ze nodig hebben bieden.
De Verklaring van Salamanca en het Actieplan voor onderwijs aan leerlingen met
speciale onderwijsbehoeften (1994)
“Wij geloven en bepleiten dat:
› … elk kind een fundamenteel recht op onderwijs heeft en de gelegenheid moet hebben om
een aanvaardbaar niveau van leren te bereiken en te onderhouden.
› … elk kind unieke eigenschappen, belangstelling, mogelijkheden en onderwijsbehoeften
heeft. Onderwijssystemen moeten ontworpen worden en onderwijsprogramma's ingevoerd
opdat zij rekening kunnen houden met deze brede diversiteit aan eigenschappen en
behoeften;
› … zij die speciale onderwijsbehoeften hebben, toegang moeten hebben tot reguliere
scholen die hen kunnen tegemoetkomen binnen een kindgerichte pedagogiek, vaardig in het
tegemoetkomen aan deze behoeften.
› … reguliere scholen met deze inclusieve oriëntatie de meest effectieve manier zijn om
,discriminatoire houdingen tegen te gaan, welkome gemeenschappen te creëren, een
inclusieve samenleving te bewerkstelligen en onderwijs voor iedereen te bereiken.
› zij bovendien voorzien in effectief onderwijs voor de meerderheid van de kinderen en de
doeltreffendheid en uiteindelijk ook de kosteneffectiviteit van het hele onderwijsstelsel
verbeteren.
De Verklaring roept regeringen met klem op om:
› De hoogste politieke en budgettaire prioriteit te geven aan verbeteren van het
onderwijssysteem, zodat men alle kinderen, ongeacht hun individuele verschillen of
moeilijkheden, kan opnemen.
› Wettelijk of beleidsmatig het principe van inclusief onderwijs aan te nemen, waarbij alle
leerlingen in reguliere scholen worden geplaatst, tenzij er dringende redenen zijn om dat niet
te doen
› Voorbeeldprojecten te ontwikkelen en uitwisselingsprogramma’s voor leerkrachten te
introduceren met landen die meer ervaring hebben met inclusieve scholen.
› Gedecentraliseerde en op participatie gerichte mechanismen in te richten voor het plannen,
monitoren en evalueren van onderwijskundige voorzieningen voor kinderen en volwassenen
met speciale onderwijsbehoeften
› De deelname van ouders, gemeenschappen en organisaties van gehandicapten te
bevorderen en te faciliteren
› Meer inspanning te leveren bij vroegtijdige herkenning en interventiestrategieën
› Te verzekeren dat, in het licht van systematische verandering, opleidingsprogramma’s voor
leerkrachten, zowel initieel als waar het nascholing betreft, gericht zijn op het tegemoet
komen aan speciale onderwijsbehoeften in reguliere scholen.
In tegenstelling tot VN-verklaring legt het de regering geen verplichtingen op, maar roepen
regeringen op om dit politiek te belijden en hier geld voor vrij te maken. Het is een visie.
Ieder kind heeft recht op onderwijs. Speciaal onderwijs moet aangeboden worden op regulier
onderwijs, zodat maatschappij meer inclusief wordt en minder discriminerend. Kwalitatief
hoogstaand onderwijs.
Wel is er sprake van spanning: aan de ene kant open staan voor alle kinderen inclusief
behoeften, aan de andere kant kwalitateit bieden. Dit willen ze bereiken door middel van de
leerkracht. Enige manier om te komen tot professioneel onderwijs is door scholing. Ander
belangrijk appel is betrekken van ouders.
Lissabon Verklaring (2007)
Er is aan leerlingen/studenten gevraagd wat zij willen en hoe zij vinden dat onderwijs vorm
moet krijgen, gekeken naar de Salamanca Verklaring. Deze leerlingen hebben de Lissabon
Verklaring opgesteld, met daarin bijvoorbeeld ‘Wij willen aan het werk’, ‘Er wordt op
bepaalde punten rekening met ons gehouden, bijvoorbeeld extra tijd bij tentamens, maar kan
beter’. Er moet een vrije keuze gemaakt kunnen worden tussen reguliere/inclusieve scholen
en speciaal onderwijs. Leerlingen hebben in deze verklaring voordelen aangegeven van
inclusie onderwijs: ‘Wij leren heel veel. We leren hoe we de echte wereld moeten aanpakken
door normale klasgenoten’.
› Rechten
Vb: ‘Wij willen aan het werk en we willen niet gescheiden leven van mensen zonder
handicap’.
› Verbeteringen Vb: ‘We ervoeren voldoende ondersteuning in de opleiding, maar er is ruimte
voor verbetering’.
› Uitdagingen en behoeften Vb: ‘….meer tijd nodig in de les en bij examens… persoonlijke
,begeleiders nodig in de klas.. aangepaste materialen
› Inclusief onderwijs
Visie op inclusief onderwijs:
› Het is belangrijk dat iedereen de plaats waar hij onderwijs krijgt, vrij kan kiezen.
› Inclusief onderwijs functioneert best wanneer de nodige ondersteuning, middelen en
getrainde en gemotiveerde leraren beschikbaar zijn.
› Wij erkennen dat inclusief onderwijs veel voordelen biedt: we leren meer sociale
vaardigheden, we hebben bredere ervaringen; we leren hoe we het in de echte wereld
moeten aanpakken; we hebben behoefte aan contacten met vrienden met en zonder
specifieke behoeften.
› Inclusief onderwijs met individuele, gespecialiseerde begeleiding is de beste voorbereiding
op hoger onderwijs. Gespecialiseerde centra zijn een hulp bij onze begeleiding. Ze kunnen
universiteiten correct informeren over de ondersteuning die we nodig hebben.
› Inclusief onderwijs biedt voordelen aan onszelf en aan alle andere mensen.
Incheon Verklaring (2015)
Opgesteld door onderwijsministers die de onderwijsagenda voor de komende vijftien jaar
willen aanpakken. Welke kant moeten we met het onderwijs op?
Accent wordt gelegd op rol van de leerkracht. Veel onderwijsbeleid gebeurd over de hoofden
van leerkrachten heen, terwijl het eigenlijk samen met leerkrachten zou moeten gebeuren.
In de verklaring zijn de volgende doelstellingen voor onderwijs in 2030 overeengekomen:
› toegang tot onderwijs;
› inclusief en gelijk onderwijs;
› gendergelijkheid;
› onderwijskwaliteit en verbeterde leeruitkomsten;
› kansen voor leven lang leren;
› onderwijs in noodgebieden
“… to ensure equitable and inclusive quality education and lifelong learning for all by 2030”
Verder is opgesteld dat docenten en opvoeders en zijn cruciale partners en moeten
betrokken worden bij alle stadia van beleidsvorming, planning, uitvoering en monitoring.
Leerkrachten en onderwijspersoneel moeten/kunnen:
- hun professionaliteit en inzet gebruiken om ervoor te zorgen dat studenten leren;
- de realiteiten van de klaslokalen naar voren brengen in beleidsdialogen, beleidsvorming en
planning
- een brug slaan tussen beleid en praktijk, door hun ervaringen als praktijkmensen
- integratie, kwaliteit en rechtvaardigheid bevorderen
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VN, 2006)
Centrale begrippen in dit verdrag:
- Inclusie
- Persoonlijke autonomie
- Volledige participatie
Artikel 24 waarborgt een inclusief onderwijssysteem op alle niveaus en voorzieningen voor
een leven lang leren. Niet uitgesloten worden op grond van de beperking maar meedoen in
het onderwijs.
Bij de verwezenlijking van dit recht waarborgen de Staten die Partij zijn dat:
a. personen met een handicap niet op grond van hun handicap worden uitgesloten van het
, algemene onderwijssysteem, en dat kinderen met een handicap niet op grond van hun
handicap worden uitgesloten van gratis en verplicht basisonderwijs of van het voortgezet
onderwijs;
b. personen met een handicap toegang hebben tot inclusief, hoogwaardig en gratis
basisonderwijs en tot voortgezet onderwijs en wel op basis van gelijkheid met anderen in de
gemeenschap waarin zij leven;
c. redelijke aanpassingen worden verschaft naar gelang de behoefte van de persoon in
kwestie;
d. personen met een handicap, binnen het algemene onderwijssysteem, de ondersteuning
ontvangen die zij nodig hebben om effectieve deelname aan het onderwijs te faciliteren;
e. doeltreffende, op het individu toegesneden, ondersteunende maatregelen worden
genomen in omgevingen waarin de cognitieve en sociale ontwikkeling wordt geoptimaliseerd,
overeenkomstig het doel van onderwijs waarbij niemand wordt uitgesloten.
Het artikel van Norwich (2008) gaat over dilemma’s: moeten kiezen uit twee niet optimale
dingen.
Idenificatie en ernst: vroeg identificeren heeft voordelen (weten waar problemen
liggen, vroegtijdige interventie om verergering te voorkomen) maar ook nadelen
(stigmatisering, laveling, mogelijk lagere verwachtingen)
Curriculum: alle kinderen mee doen aan hetzelfde programma of individuele leerlijnen
opstellen? Hierbij speelt identificering en hoe men hier tegenaan kijkt ook een rol.
Mee doen met een hogere groep lijdt in het algemeen tot hogere prestaties.
Plaatsing (regulier op speciaal): specialisme binnen speciale onderwijs heeft ook veel
voordelen.
Het artikel van Dekker (2009) ‘Children at risk: a story of expansion’ gaat over hoe de ambitie
om het aantal risicoleerlingen te verminderen lijdt tot nooit eerder zoveel risicoleerlingen.