Opdrachten Ondernemingsrecht
A
College 1
Vragen en casus
Onderdeel A - Theorievragen
1. Hoe zou je een onderneming en hoe zou je een rechtspersoon kunnen
omschrijven en moeten deze worden ingeschreven in het handelsregister?
Onderneming heeft 4 kenmerken: middelen (invetaris, kantoor, pand), arbeid,
vermogensrechterlijk voordeel (winst) en zichtbaar deelname aan economisch
verkeer (reclame, naam op gevel).
Onderdeel B - Praktijkcasus
Casus 1
Sjaak de Winter bezit een slagerij en handelt onder de naam “vleesspecialist De Winter”.
Sjaak heeft twee werknemers in dienst, Smits en Geerts. Voor zijn zaak huurt hij een
winkelpand in winkelcentrum ‘t Burchtje van Vastgoed B.V.. De zaken gaan niet zo goed.
De huurachterstand van het winkelpand is inmiddels opgelopen tot een bedrag van €
45.000,-. Sjaak heeft ook verschillende leveranciers nog niet betaald. Er staat in totaal
een bedrag van € 15.000,- open bij de leveranciers. Sjaak heeft ook een aantal privé
schulden, die in totaal € 1.000,- bedragen. Uit zijn administratie blijkt dat hij een privé-
rekening heeft waarop € 3.000,- staat. Op Sjaak zijn zakelijke bankrekening staat €
40.000,-.
a. Waarom kan "vleesspecialist De Winter" als een onderneming worden
gekwalificeerd?
Is een voldoende zelfstandig optredende organisatorische eenheid van een of
meer personen waarin door voldoende inbreng van arbeid of middelen, ten
behoeve van derden, namelijk vlees verwerken, goederen worden geleverd met
het oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen.
Onderneming behoort tot 1 persoon, namelijk Sjaak. (art. 2 Hrb)
b. Van wat voor een soort onderneming is er sprake en op welke wijze wordt deze
opgericht?
Eenmanszaak, geen eisen aan
c. Moet deze onderneming in het handelsregister worden ingeschreven?
Zo ja, op wie rust de verplichting voor inschrijving te zorgen?
, Ja, een natuurlijke persoon aan wie de onderneming toebehoort. (art. 5 jo. art. 18
Hrw)
d. Hoe groot is het vermogen waarmee Sjaak aansprakelijk is voor zijn privé
schulden van € 1.000,-? En voor de zakelijke schulden van € 60.000,-?
Op welk(e) wetsartikel(en) zijn de antwoorden gebaseerd?
Volledig, 43.000,-. Art. 3:276 Bw. Eigenaar van een eenmanszaak is immers met
zijn gehele vermogen aansprakelijk (prive + zakelijk).
Casus 2
Sita maakt in haar vrije tijd sieraden van schelpen die zij op het strand heeft gevonden.
Haar vriendinnen en kennissen zijn zodanig onder de indruk van Sita's werk dat zij
bereid zijn de sieraden van Sita te kopen. Na haar eerste verkopen binnen kleine kring
vraagt Sita zich af of zij iets had moeten inschrijven bij de KvK. Sita heeft niet de
bedoeling haar sieraden op grote schaal te verkopen, maar een extra zakcentje
verdienen met de verkoop vindt ze niet verkeerd. Als Sita zich zou moeten inschrijven,
zou zij graag de naam 'Shell' willen hanteren als handelsnaam.
a. Moet Sita iets inschrijven bij de KvK en zo ja wat?
Ja als er sprake is van onderneming art. 5, sub b Hrw, begrip art. 2 Hrb je kunt
twijfelen of er regelmatig aan economisch verkeer wordt deelgenomen, de rest
voldoet. Als je niet weet, KvK bellen. . art. 18 lid 2 Hrw
b. Ziet u problemen bij het hanteren van 'Shell' als handelsnaam?
Als er patent op zit dan mag je die niet gebruiken. Geen tentamenvraag,
merkenrecht. Handelsnaamwet art. 5
College 2
Casus 1
De beide accountants van de maatschap FG Accountants, de heren Frederiks en
Greuters, werken al drie jaren op goede voet samen. Bij de start van hun kantoor heeft
Frederiks het kantoorpand ingebracht met een waarde van € 240.000,=. Greuters heeft
twee auto’s met een gezamenlijke waarde van € 60.000, ingebracht. In het eerste jaar
van de samenwerking weten zij gezamenlijk een winst te realiseren van € 150.000,=.
a. Op welke manieren kunnen goederen worden ingebracht en welke gevolgen heeft
dit voor de eigendomsverhouding ten opzichte van de goederen?
Goederenrechterlijk: eigendom delen. Verhouding is evenredig.
Verbintenisrechterlijk: een heeft de eigendom en de rest van de maatschap mag
er gebruik van maken. Verhouding is niet gelijk.