Alg. Ageing & concepten – Life stages – college 1
Normale ontwikkeling
Sociaal, cognitief, emotioneel- en fysiek ontwikkelen.
Dit heft allemaal invloed op elkaar.
Stadia
o 0 – 2 jaar: sensomotorische fase.
Motorische ontwikkeling
Is onafhankelijk na 24 maanden.
Ontdek jezelf, ontdek de wereld.
o 2 – 7 jaar: pre-operationele fase.
Toename van de buitenwereld
Kennis van namen en plaatsen.
Verdere motorische ontwikkeling / specialisatie.
Verdere centrale neurologische ontwikkeling.
Ontwikkeling van het bewegingsapparaat is afhankelijk van gedrag en fysieke
activiteiten.
o 7 – 12 jaar:
Organisatie van de buitenwereld, abstract denken en kunnen redeneren.
Optimalisatie van motorbesturing.
Afhankelijk van fysieke activiteiten.
o 12 – 18 jaar:
Verdere ontwikkeling van abstract en theoretisch denken.
Fysieke groei en verfijning van motorische functies.
o 18 – 30 jaar:
Fysieke piekprestaties.
Mentale en emotionele ontwikkeling
Motivatie, lange termijn doelen.
Neurofysiologie
Rijping van de frontale cortex.
o 30+ jaar: veroudering.
Fysiologische regressie.
Mentaal
Kennis vergroten op basis van ervaring.
Afnemende leercapaciteit.
Motorische ontwikkeling
o Pasgeborene:
Reflexen als functies van;
Voeding (zoeken, zuigen, slikken).
Zuigen ontwikkelt zich later tot kauwen.
Bescherming (grijpen, Moro, lopen, magneetplantaris, nekreflex).
Vol op in ontwikkeling.
o 0 – 2 jaar:
Flexie patroon veranderd langzaam in een extensie patroon.
Ontwikkelingsverloop van craniaal naar caudaal;
, Hoofd eerst, daarna armen/handen, gevolgd door romp en de benen als
laatste.
Ontwikkeling is vaak stapsgewijs, niet continue.
Sterke ontwikkeling op één aspect vertraagt de ontwikkeling op andere gebieden.
Coördinatie en controle van motorische functies
Myelinisatie van het zenuwstelsel.
Verfijnde motorische functies
Manipulatie van objecten, oog-handcoördinatie.
Specialisatie van de cortex
Linker en rechter hemisfeer.
Zintuigen ontwikkelen
Gevoeligheid voor reuk en smaak.
Evenwicht reacties.
Interpretatie van visie, gehoor en evenwicht.
Taal.
Persoonlijkheid.
Sociale ontwikkeling.
o 2 – 4 jaar:
Fijne motorfunctie, integratie, planning en tekenen.
Grove motoriek
Hardlopen, trappen lopen, vangen en springen.
Gedrag
Imitatie, acteren en probleem oplossen.
Communicatie
Taal.
Verbaal en non-verbaal.
Sociaal
Begin van samen spelen.
o 4 – 12 jaar:
Grove motoriek
Varieert veel.
Hangt af van de groeisnelheid.
Totaal bewust zijn van lichaamssystemen
Sport en competitie.
Fijne motoriek
Schrijven, tekenen.
o 12 – 18 jaar:
Motorische ontwikkeling
Sterk beïnvloed door hormonale, sociale, emotionele en (sub) culturele
ontwikkeling.
Sociale ontwikkeling
Peer-groep is het belangrijkste.
Verminderde invloed van ouders, broers en zussen.
Oriëntatie van hun positie in de samenleving.
Politieke problemen, welzijn van de wereld.
, o 18 – 70 jaar:
Voldoende en adequate motoriek
Afhankelijk van dagelijkse activiteiten en conditie.
Intellectuele ontwikkeling
Groeiende ervaring.
Adequaat sociaal netwerk
Het kiezen van een partner, beginnen van een gezin.
Middenin het leven lost het gezin vanzelf op, wat overblijft zijn verwante
volwassenen.
o 70+ jaar:
Algemene gezondheid
Toenemende incidentie van degeneratieve ziekten.
Fysieke beperkingen.
Motorische functies
Langzame afname van coördinatie, spierkracht, aerobe conditie (afhankelijk
van dagelijkse fysieke activiteiten).
Degeneratie van het bewegingsapparaat, zoals artrose, osteoporose en
algemene kwetsbaarheid.
Sociale functies
Het is het tijdperk van verlies van geliefden, familie en vrienden.
Psychologische functies
In eerdere levens hebben ontwikkelde coping-strategieën met betrekking tot
"verlies" aan belang gewonnen.
Depressieve stemmingen komen vaker voor.