FT ZORG 1.3
WEEK 1 – PATIËNT MET HEUPKLACHTEN
MEDISCH BIOLOGISCH
COLLEGE HEUP EN HEUPPROTHESES
Kom heup - Acetabulum, bedekt met kraakbeen. Kop van
femur is ook bedekt met kraakbeen.
Heup is art. acetabulofemurale. Is erg stabiel, moet de hele
torso kunnen dragen. = art. coxae. Synoviaal gewricht.
Ligamentum Teres - lopen bloedvaten doorheen. Komen van
bekken af en voorzien bovenkant van femur van
voedingsstoffen etc.
Musculus iliopsoas - psoas major en iliacus
M. Piriformis kan
druk geven op de
zenuw, wanneer
deze hoge tonus
heeft.
m. Gluteus →
heupstabilisatie.
Gluteus medius en
minimus →
abductie, side-lift
stabilisatie
,Prothese - een artificieel substituut voor een ontbrekend lichaamsdeel.
- Artrose - Bottumoren
- Reumatoïde artritis - Ziekte van Bechterew
- Avasculaire necrose - Heupdysplasie
- Heupfracturen
Heupfracturen
- Collum
- Pertrochanter - dwars door de trochanter heen
- Subtrochanter - onder de trochanter
- Intracapsulair - binnen het kapsel
- Extracapsulair - buiten het kapsel
Heupdysplasie - kommen van heup is niet groot. Erfelijk.
Heupprothese
- zowel nieuwe kop als nieuwe kom.
- Complicaties - bloeding, infecties, delirium (verwardheid;
vooral bij ouderen), niet goed geplaatste prothese, zenuw
geraakt. Iatrogrene schade - schade veroorzaakt door
medisch handelen
,Gedeeltelijke heupprothese (resurfacing) -
- Voordelen: botsparend, stabiel, weinig slijtage, snelle revalidatie (3 maanden).
- Voorwaarden - goede botkwaliteit. Bij topsporters en jonge mensen(<50) met bijvoorbeeld artrose,
die mogelijk later nog een nieuwe operatie moeten ondergaan.
- Complicaties - femurhals breekt, kom gaat loszitten,
- Algemene complicaties - lokaal metaaldeeltjes wekken immuunreactie op waardoor bot
aangetast wordt en prothese los gaat zitten. Metaaldeeltjes komen vrij in het bloed,
gevolgen onbekend.
Totale heupprothese
- Gecementeerd - ouderen (>60), minder pijnlijk, direct stabiel, revalidatie goed, direct vol belasten.
- Ongecementeerd - niet gelijmd, heel precies geplaatst, poreuze coating, jonger dan 60, meer pijn,
direct stabiel, na 12 weken volledig belasten.
Operatietechnieken
- Bepalen voor een groot deel welke weefsels er beschadigd raken, wat de aanpak moet zijn voor de
revalidatie en hoe lang de revalidatie duurt.
- Traditionele laterale benadering - Grote incisie, verlies van abductor functie. Ze maken de trochanter
major los met daaraan de abductoren. Abductoren zijn belangrijke stabilisatoren, belangrijk voor een
normale gang, belangrijk bij revalidatie
- Posterior benadering - exorotatie aangedaan, abductoren niet aangedaan. Verhoogd risico op luxatie
van het gewricht naar achteren toe en spieratrofie. Flexie ook aangedaan.
- Anterior benadering (Franse methode) - Tussen de tensor fascia latae en de rectus femoris door. Is
grote deskundigheid voor nodig. Geen spierschade aan belangrijke spieren. Risico op
zenuwbeschadiging. Snelle revalidatie.
- MIS (Minimal Invasive Surgery) - kan zowel posterior als anterior zijn.
Revalidatie - anteflexie, abductie, endo- en exorotatie mijden.
Abductie kan direct goed geoefend worden na een laterale benadering - Onjuist
De gluteus minimus en medius zijn de belangrijkste heupstabilisatoren - Juist
Abductoren in de heup zijn belangrijke stabilisatoren - Juist
De rectus femoris wordt gekliefd bij de Franse methode - Onjuist, er wordt niets kapot gemaakt
Vooral na de anterior benadering is er dislocatiegevaar naar achteren - Onjuist, vooral naar voren
Kleine pasjes na een anterior benadering verkleinen de kans op een dislocatie naar voren - Juist
TUT - M
Heupbewegingen:
- Anteflexie: 100-200 graden - Adductie: 30 graden
- Retroflexie: 0 - 15 graden - Endorotatie: 30 - 40 graden
- Abductie: 30 - 50 graden - Exorotatie: 40 - 60 graden
Herstel van kraakbeenletsel is maar beperkt mogelijk. Dit komt doordat kraakbeen zelf niet geïnnerveerd is,
maar de voeding van dit kraakbeen wordt verzorgd vanuit de synoviale membraan van het gewrichtskapsel.
Risicofactoren voor artrose:
- leeftijd - gegeneraliseerde artrose
- ras - malalignment
- genetische aanleg - trauma
- geslacht - gewrichtsaandoening
- overgewicht - congenitaal
, - operatie - zwaar beroep
- spierzwakte - sport
- laxiteit - zitten in hurkhouding
Teken van Drehmann - Tijdens de heupflexie wordt het femur naar abductie en exorotatie gedwongen.
Prikkels worden doorgegeven door A-delta (unimodaal, hoge pijndrempel, gemyeliniseerd) of C-vezels
(polymodaal, lage prikkeldrempel, ongemyeliniseerd). Signaal komt binnen in dorsale hoorn in het ruggenmerg
(2e neuron) en wordt via de tractus spinothalamicus doorgegeven naar de thalamus (3e neuron).
FYSIOTHERAPIE
COLLEGE - INTRODUCTION LECTURE
Welke van de onderstaande houdingen geeft de minste belasting op de lage rug?
a. Staan in de neutrale houding
b. Zitten op een lage stoel
c. Staan op 1 been
Het doel van de 7 stap is om door middel van gestructureerd klinisch redeneren en methodisch handelen te
komen tot een gefundeerd:
a. onderzoeksplan
b. onderzoeksplan en behandelplan
c. behandelplan
Tijdens de anamnese geeft Mevr. Dop aan dat zij tijdens het lopen het gevoel heeft dat zij door haar heup zakt
en minder kracht heeft. Wat verwacht de fysiotherapeut tijdens de ganganalyse te zien bij deze patiënt?
a. een Trendelenburg sign
b. een circumductiebeweging van het aangedane been
c. een hyperextensie van de aangedane heup
Signs vs symptomen. Signs kun je zien, gewricht gezwollen, warm etc. Symptomen kun je niet zien (pijn,
vermoeidheid)
Welke soort oefeningen worden geadviseerd vroeg in het revalidatieprogramma na een THP operatie om het
lokaal uithoudingsvermogen van de heupspieren verbeteren ?