100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Taaltoets (pabo) €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Taaltoets (pabo)

1 beoordeling
 131 keer bekeken  6 keer verkocht

Samenvatting van wat je moet kennen/kunnen voor de verplichte taaltoets op de pabo

Voorbeeld 3 van de 30  pagina's

  • 26 maart 2019
  • 30
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: driebvan • 4 jaar geleden

avatar-seller
esméolijve1
Toets taalverzorging PABO (KPZ)
Spelling en spelling toepassen
Sterke /zwakke werkwoorden
Wat is het verschil tussen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden?
De aanduidingen sterk, zwak en onregelmatig werkwoord hebben betrekking op de
vervoeging van werkwoorden in de verleden en voltooide tijd.

hele werkwoord verleden tijd voltooid deelwoord


sterk lezen las gelezen


zwak leven leefde geleefd


gemengd vragen vroeg gevraagd


onregelmatig hebben had gehad

Bij sterke werkwoorden (in de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997)
'onregelmatige werkwoorden' genoemd) verandert de klinker in de verleden tijd en
eindigt het voltooid deelwoord op -en: lopen - liep - gelopen, wijzen - wees -
gewezen, helpen - hielp - geholpen.
Bij de zwakke werkwoorden (in de ANS 'regelmatige werkwoorden' genoemd) wordt
achter de stam van het werkwoord (het hele werkwoord zonder de uitgang -en) in de
verleden tijd de uitgang -de of -te geplaatst. Welke van die uitgangen juist is, hangt af
van de laatste letter van de stam.
Bij de medeklinkers die voorkomen in het woord kofschiptaxietje komt in de verleden
tijd -te: werkte, blafte, kuste, juichte, klopte, faxte, praatte, roetsjte. Bij werkwoorden
waarvan de stam op een andere medeklinker of op een klinker eindigt, komt in de
verleden tijd -de: kleide, reisde, tobde, gebeurde, googelde/googlede, enz. Het
voltooid deelwoord krijgt dezelfde letter als de verleden tijd: de werkwoorden met -te
krijgen een t, die met -de een d: gewerkt, geblaft, gekust, gejuicht, geklopt, gefaxt,
gepraat, geroetsjt, gekleid, gereisd, getobd, gebeurd, gegoogeld/gegoogled, enz. Bij
een klein aantal, aan het Engels ontleende, werkwoorden zijn meer vormen mogelijk.
Zie daarvoor ons advies over leasen.
Naast de sterke en zwakke werkwoorden is er nog een kleine groep onregelmatige
werkwoorden: hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen. Deze werkwoorden

,hebben ook (deels) afwijkende vormen in de tegenwoordige tijd (zoals kan, is en
heeft) en ook de verleden tijd is niet altijd voorspelbaar (zoals wou, was en mocht).
Niet alle werkwoorden passen precies in bovenstaande indeling; bij een kleine groep
verandert in de verleden tijd behalve een klinker ook een medeklinker: brengen -
bracht - gebracht, eten - at - gegeten, gaan - ging - gegaan. Andere werkwoorden
hebben gedeeltelijk een zwakke, en gedeeltelijk een sterke vervoeging: bakken -
bakte - gebakken, vragen - vroeg - gevraagd, wreken - wreekte - gewroken en
zeggen - zei - gezegd. Een vaste term voor deze werkwoorden is er niet; de ANS
spreekt over 'half-onregelmatige werkwoorden
Engelse werkvoorden
Voor de Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden, gelden
dezelfde regels. Let er wel op dat de stam van deze werkwoorden kan eindigen op
de letters x, sh en c die in klank overeenkomen met de harde ‘s‘ in ’t kofschip.
Zij downloadt het nieuwste nummer van Jan Smit.
Huntelaar scoorde het winnende doelpunt.
Doe toch niet zo gestrest.
Hij faxte de brief direct.
Let bij toepassing van de regels op het volgende:
 Sommige werkwoorden van Engelse herkomst kunnen in het Nederlands een
dubbele uitspraak hebben. Zo kan de ‘f’ in ‘golfen’ uitgesproken worden als
een ‘f’ en als een ‘v’. De ‘s’ van ‘leasen’ kan uitgesproken worden als een ‘s’
en als een ‘z’. Vervoegingen met een ‘t’ of ‘d’ zijn daarom beide correct.
De medewerker leaste/leasde een auto van de zaak.
Bridget heeft zaterdag gegolft/gegolfd.
 Bij Engelstalige werkwoorden is de ‘e’ of een dubbele medeklinker soms nodig
voor een correcte uitspraak.
De secretaresse deletete verschillende bestanden.
De sporter heeft op een hoog niveau gebaseballd.
Hoofdletters
 Alleen het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter.
Als de zin begint met een apostrof dan schrijf je het tweede woord met een
hoofdletter.
voorbeeld: ’s Middags doet mijn vader altijd een dutje.
Als een zin met een cijfer begint, krijg je geen hoofdletter.
voorbeeld: 25 leraren waren ziek.
 Namen schrijf je met een hoofdletter:
Maar namen van dagen, maanden, windstreken en jaargetijden schrijf je met
een kleine letter:
zaterdag, december, noordnoordoost en winter.

,  Tijdperken schrijf je volgens de nieuwe spellingregels met een kleine letter:
middeleeuwen, renaissance en romantiek.
Namen van volkeren schrijf je met een hoofdletter: Arabier, Eskimo, Palestijn
en Bosjesman.
Van namen afgeleide woorden krijgen een kleine letter: luthers en victoriaans
 Boven brieven en in adressen schrijf je een hoofdletter.
 Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen schrijf je met
hoofdletters en zonder puntjes.,
FBTO, RTL4, VVD en SP
Maar let op: het is PvdA
 Ingeburgerde afkortingen

Leestekens
 Punt
Een punt zet je aan het eind van een zin.
Gebruik je bij afkortingen: etc. – enz. – P.J. Pietersen.
Niet alle afkortingen schrijf je met punten: CDA, NEC, EEG, VARA.
 Komma
Komma’s gebruik je om een zin overzichtelijk te maken.
Een komma staat op de plaats waar je bij het hardop lezen even een rust
neemt.
In langere zinnen plaats je een komma voor de woorden waarmee een bijzin
begint.
Voorbeeld:
Het schilderij, dat verplaatst moest worden, heeft de ‘operatie’ goed
doorstaan.
Tussen twee persoonsvormen zet je een komma.
Voorbeeld:
Toen ze thuis kwam, zag dat de kerstverlichting al brandde.
Een bijstelling zet je tussen komma’s.
Voorbeeld:
Janneke, het leukste meisje uit 4h5, heeft nu ook de griep.
Delen van opsommingen zet je tussen komma’s.
Voorbeeld:
Hij kocht andijvie, boerenkool, wortelen, aardappelen en een CD.
 Puntkomma
Een puntkomma geeft een scheiding aan binnen een zin. Je kunt hem
vervangen door een punt.
Voorbeeld:
Van de zomer gaan we naar Zuid-Frankrijk; daar is het altijd lekker warm.
 Dubbele punt
Een dubbele punt staat voor een opsomming.
De bezwaren tegen Athene in de zomer zijn: de hitte, de drukte en de smog.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esméolijve1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75057 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  6x  verkocht
  • (1)
  Kopen