FH – college 01 – hoofdpijn diagnostiek
Het komt veel voor, en dit zorgt dus voor een hogere maatschappelijke kosten.
Prevalentie: 70% bij de mannen en 90% bij de vrouwen.
Verschillende soorten hoofdpijn:
TMJ:
Temporomandibularis Joint (kaakgewricht). Pijn zit rondom de oren.
TOSS
Sius:
Hoofdpijn rond de wenkbrauwen en het jukbeen.
Cluster:
Pijn rondom 1 oog
Tension:
Pijn zit als een band om je hoofd
Migraine:
Pain, wazig zien en visuele veranderingen, meestal aan 1 zijde.
Neck:
Hoofdpijn boven op het hoofd en op het achterhoofd.
Prevalentie:
• 69 % spanningshoofdpijn
• 63 % hoofdpijn a.g.v. een systemische infectie
• 16% migraine
• 4% na een doorgemaakt trauma
• 2% zonder oorzaak
• 1% inspanningshoofdpijn
• 1% vasculaire oorzaak
• 1 % subarachnoïdale bloeding
• 0,1% hersentumoren (Joubart)
De leeftijdspiek van hoofdpijn is 40 jaar in de werkende populatie. Het aantal ziektedagen per 1000
werknemers per jaar is voor migraine 270 dagen en voor spanningshoofdpijn 820 dagen.
Classificatie
• In 1998 publiceerde het ICHD-1(international classification of headache disorders) een
hoofdpijn classificatie en in 2004 werd deze lijst vervangen door de ICHD-2.
• De lijst maakt een onderscheid in primaire en secundaire hoofdpijn, craniale neuralgieën,
centrale en primaire faciale pijn en andere hoofdpijnen.
,Primaire hoofdpijn
- Spanningshoofdpijn
o Onregelmatig
o Frequent
o Chronisch
o Vermoedelijk
- Migraine
o Migraine zonder aura
o Migraine met aura
o Retinale migraine
- Clusterhoofdpijn
o Paroxysmale hemicrania
o Neuralgiforme hoofdpijn aanvallen
Trigeminus neuralgie:
Aangezichtspijn.
De nervus trigeminus (drielingzenuw) is de vijfde hersenzenuw die het gevoel van het aangezicht
verzorgt. De nervus trigeminus bestaat uit drie takken. De eerste tak (nervus ophthalmicus) is
verantwoordelijk voor het gevoel van het voorhoofd en ogen. De tweede tak (nervus maxillaris)
verzorgt het middenstuk van het gelaat (de wang- en neusregio maar ook inwendig de bovenkaak,
bovengebit en neusbijholten. De derde tak (nervus mandibularis) is verantwoordelijk voor het gevoel
in de onderkaak, het ondergebit, de tong en de kin.
Neuralgie wil zeggen dat er heftige pijn aanwezig is in het verzorgingsgebied van een zenuw door
prikkeling van de zenuw.
Waar heb je last van?
De patiënt heeft pijnaanvallen in het aangezicht die kort duren (enkele seconden tot minuten) en
zeer heftig zijn. De aanvallen kunnen uitgelokt worden door aanraking van de neus, scheren, praten,
eten of door contact met koude lucht. Tussen de aanvallen door is er vaak geen pijn.
Wat is de oorzaak?
De oorzaak van trigeminusneuralgie is niet duidelijk. Volgens sommigen is de oorzaak een bloedvat
dat tegen de zenuw drukt en de zenuw verhoogd gevoelig maakt voor prikkels. Daardoor ervaart de
patiënt geringe prikkels als heftige pijnscheuten. Verder kan trigeminusneuralgie voorkomen bij
patiënten met multiple sclerosis door beschadigingen aan de basis van de zenuw.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Vaak kan de neuroloog de diagnose op grond van de klachten van de patiënt vaststellen. Aanvullende
diagnostiek (MRI hersenen) is soms nodig om andere oorzaken uit te sluiten.
,Wat kun je eraan doen?
Trigeminus neuralgie kan met medicijnen behandeld worden, meestal wordt carbamazepine als
pijnstiller voorgeschreven. Als de medicijnen onvoldoende werken of onaanvaardbare bijwerkingen
geven kan een operatieve ingreep plaatsvinden.
Een van de mogelijke ingrepen is een microvasculaire decompressieoperatie(MVD) volgens Janetta;
de chirurg maakt daarbij een kleine opening in de schedel; vervolgens zoekt hij naar het bloedvat dat
tegen de zenuw aanligt; vervolgens maakt hij het bloedvat los van de zenuw. Hierna legt de chirurg
een klein kussentje van kunststof tussen de zenuw en het bloedvat.
Andere behandelingsmethoden zijn onder meer:
- Het uitschakelen van de zenuw door een beschadiging door middel van warmte, stroom,
inspuiten van middelen, druk uitoefenen met een opblaasbaar ballonnetje, of door röntgen straling
(gamma knife).
- Het doorsnijden van een zenuwtak; dit wordt alleen toegepast bij pijn in de eerste tak.
Andere hoofdpijn
- Primaire hoesten hoofdpijn
- Primaire inspannings hoofdpijn
- Primaire hoofdpijn geassocieerd met seksuele activiteit (preorgasmic, orgastisch)
- Nieuwe dagelijks aanhoudende hoofdpijn (NDPH)
Klinisch beeld
Zie afbeelding van verschillende hoofdpijnen.
De cluster hoofdpijn is de heftigste hoofdpijn die je kunt hebben.
Secundaire hoofdpijnklachten
Hoofdpijn toegeschreven aan hoofd en of nek trauma.
Hoofdpijn of fasciale pijn toegeschreven aan stoornis van de schedel, nek, ogen, oren, neus, sinussen,
tanden, mond of andere gezichts of craniale structuren.
Hoofdpijn door stoornis in de hals (cervicogene hoofdpijn)
Hoofdpijn toegeschreven aan psychiatrische stoornis
- Hoofdpijn door somatisatiestoornis
- Hoofdpijn toegeschreven aan psychotische stoornis.
Criteriums voor cervicogene hoofdpijn, volgens international study group diagnostic criteria.
Major criteria
I symptomen en tekenen (verplicht één van de symptomen aanwezig)
Ia1 provocatie door nekbeweging of aparte hoofdposities vb praten met buur tijdens eten of
plafond witten
Ia2 en/of pijnlijke drukpunten aan aangedane zijde in de occipitale regio
Ib afname ROM (combi Ib en Ic bevredigend maar voor scientific werk samen met punt Ia)
Ic homolaterale nek, schouder of arm pijn: vaag niet radiculair, of soms armpijn van radiculaire aard
II Soms anaesthetische blokkades nodig om CGH te bevestigen (verplicht punt voor scientific werk)
III Meestal unilateraal zonder zijdewisseling (voor scientific werk, voorkeur om aan te houden)
Hoofdpijn karakteristieken
IV (niet verplicht) Episodes met wisselende duur (kan uren tot dagen aanhouden) of fluctuerende
continue pijn. Matige tot hevige pijn, niet bonzend, beginnend in de nek (doffe pijn of doordringend)
, Andere karakteristieken van enige betekenis
V (niet verplicht) Geen effect op medicatie: indomethacin, sumatriptan,ergotamine
Vrouwen
Nogal eens voorafgaand hoofd- of indirect nektrauma
Andere karakteristieken van mindere betekenis
VI Verschillende aanvalsgerelateerde fenomenen als (duizeligheid, fono/fotofobia, misselijkheid,
wazig zien (unilateraal), slikklachten, oedeem oogregio) die soms aanwezig zijn of gemiddeld tot
uitdrukking komen
Onderzoek
Hierbij is het heel belangrijk om te gaan kijken naar de rode vlaggen!!
Bij de anamnese is het belangrijk om te vragen; hoe vaak, waar, omschrijving, soort pijn, uitstraling,
sinds wanneer, overgevoeligheid, prikkelingen, misselijk (overgeven?), duizelig?
Differentiëren
Hier maak je een onderscheid van de symptomen van de verschillende hoofdpijnen. (cervicogene,
spannings, migraine of cluster)
Persoonsgebonden factoren
- Scegs
Somatisch, Cognitief, Emotioneel, Gedrag, Sociaal
- Illness beliefs
- Locus of control
Externe komt vanuit andere, passief zijn.
Interne komt vanuit hunzelf, actief zijn.
- Copingstijl
Manier hoe iemand met iets omgaat.
- Attributies
- Self efficacy
Klinimetrie
- HIT 6, afkappunt
Normwaardes:
< 49 Weinig of geen inwerking op het dagelijkse leven
50 – 55 Inwerking op het dagelijkse leven
56-59 Aanzienlijke inwerking op het leven
>60 zeer zware inwerking op het leven; advies om contact op te nemen met de dokter.
- HDI, Afkappunt .
Hoe hoger de score (max. 100) hoe groter de belemmering door hoofdpijn.
Hoofdpijndagboek, kan een inzichtgeven van waar de hoofdpijn komt. Houdt het gemakkelijk, elk uur
opschrijven hoeveel hoofdpijn en hoelang, welke activiteit.
Inspectie
Bij de inspectie zou je een bovenkruis syndroom kunnen zien, dit zou hoofdpijn kunnen veroorzaken.