100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting OWG Vennootschapsbelasting (tijdelijke prijsverlaging!) €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting OWG Vennootschapsbelasting (tijdelijke prijsverlaging!)

5 beoordelingen
 259 keer bekeken  30 keer verkocht

Alle onderwijsgroepen voor het vak vennootschapsbelasting 2019. De les aantekeningen staan er in het rood bij. Zelf zonder (online) college kun je het vak prima volgen! De eventuele herkansing zal zo ook zeker lukken.

Voorbeeld 2 van de 113  pagina's

  • Onbekend
  • 28 maart 2019
  • 113
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (2)
Alle documenten voor dit vak (2)

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: samvandersteen1225 • 6 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: pvanbilsen • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: audrey00 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: iiriiss96 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: SK124 • 5 jaar geleden

avatar-seller
samenvattingen178
Week 1 Verhouding tussen inkomstenbelasting en
vennootschapsbelasting. Overgang van
inkomstenbelasting naar
vennootschapsbelasting.
De advocatenmaatschappij
Lex Dura en Evelien de Meester zijn advocaat. Zij oefenen hun beroep uit in een maatschap die zij met elkaar zijn
aangegaan. De winst van de maatschap wordt in de verhouding 50:50 tussen hen verdeeld.
Lex heeft zijn aandeel in de maatschap ingebracht in een BV namens welke hij zijn beroep uitoefent. Evelien heeft dit niet
gedaan. Zij is zelf vennoot in de maatschap en oefent haar beroep uit op eigen naam.
In 2015 behaalt de maatschap een winst van € 200.000. Hiervan komt op grond van de afgesproken winstverdeling €
100.000 toe aan de BV van Lex, Lex Dura BV, en € 100.000 aan Evelien.
Lex ontvangt in 2015 elke maand van Lex Dura BV een salaris van € 5000. Evelien neemt in 2015 elke maand uit de
maatschap € 5000 op als voorschot op haar winstaandeel.
In 2016 keert Lex Dura BV uit haar winst over 2015 aan Lex een dividend uit van € 20.000. De BV heeft geen andere
inkomsten dan haar aandeel in de winst van de maatschap (€ 100.000 over 2015). Evelien neemt in 2016 van haar aandeel
in de winst van de maatschap over 2015 € 25.000 op.
In 2016 verstrekt Lex uit zijn privévermogen een lening van € 100.000 aan Lex Dura BV. Lex bedingt hierover een rente van
3%. Had de BV het geld bij een bank moeten lenen, dan had zij een rente van 6% moeten betalen. De BV wendt de lening
aan voor een verbouwing van het kantoorpand van de maatschap. Evelien wendt voor de verbouwing van het kantoorpand
van de maatschap eveneens een bedrag van € 100.000 uit haar privévermogen aan.

Leerdoelen:
Leerdoel 1: Wie moet, of moeten, belasting betalen over de winst van de
maatschap? Is dat de maatschap zelf, Evelien, Lex of de BV van Lex, Lex
Dura BV?
De maatschap is een personenvennootschap. Een maatschap wordt niet genoemd in art. 2 Wet Vpb of 3
Wet Vpb en is dus geen lichaam in de zin van de vennootschapsbelasting. Over de winst die behaald
wordt door de maatschap wordt dus geen vennootschapsbelasting geheven. De winst wordt betrokken in
de inkomstenbelasting als winst uit onderneming. Dit geldt in de casus alleen voor Evelien, nu dat van Lex
naar zijn eigen BV gaat.

Art. 3.5 Wet IB: advocaat is een zelfstandig uitgeoefend beroep, dus ook een onderneming. De maatschap
is hier dus een objectieve onderneming. 50% van deze onderneming vormt de subjectieve onderneming
van Evelien  zij is ondernemer voor de inkomstenbelasting en dus wordt haar deel van de maatschap
belast in de inkomstenbelasting. Er wordt €100.000 in de heffing betrokken – de MKB-vrijstelling 
€100.000 – 14% = €86.000. Hierover wordt even genomen dat zij 52% betaald, dus €100.000 - €44.720 =
€55.280. De belastingdruk is 44,7%.

Lex heeft zijn 50% van de maatschap ingebracht in de BV. Deze is belastingplichtig voor de vpb op grond
van art. 2 lid 1 Wet Vpb. Art. 2 lid 5 Wet Vpb zegt lichamen worden geacht hun onderneming te drijven
met behulp van hun gehele vermogen. Dit betekent dat alles wat op de balans staat
ondernemingsvermogen is. Het maakt niks uit wat er gedaan wordt  in beginsel mag je alles doen,
omdat er een fictie is dat er een onderneming wordt gedreven. Het is wel van belang wat voor activiteiten
er worden verricht, maar dit komt later terug (bijvoorbeeld bij deelnemingsvrijstelling). De overige 50%
van de maatschap wordt dus toegerekend aan de BV. Lex is aanmerkelijkbelanghouder in deze BV. Er zijn
hier dus twee subjecten die belastbaar zijn  vpb en box II IB. De BV wordt belast in de vpb voor €100.000
x 25% = €75.000. Lex heeft een aanmerkelijk belang, dus wordt deze €75.000 belast tegen 25% in box II IB
 €75.000 - €18.750 = €56.250. De belastingdruk is hier 43,75%.

Nu is er een belastingplichtige voor de vpb, namelijk de BV. Nu moet er gekeken worden waarover
belasting betaald moet worden  art. 7 Wet Vpb: de belastbare winst – aftrekbare verliezen – aftrekbare


1

, giften. Wat winst is voor de vpb staat in art. 8 Wet Vpb. Hierdoor val je terug in de IB, namelijk jaarwinst
en totaalwinst.

Maatschap + 200 k (winst)

Evelien maat
BV maat  gehouden door lex

Maatschap: geen zelfstandig dragen rechten en plichten
Objectieve onderneming  onderneming hier gevoerd
Onderneming: duurzame organisatie van kapitaal en arbeid met oogmerk winst door deelname aan
eco verkeer

Personenvennootschap dus geen rechtspersoonlijkheid
Dus is verder niets
Niet zelf bp
Art 2: wat wel / geen belaste entiteiten zijn en hier staat geen maatschap

Hoe die 200 k belasten
Maatschap: objectieve onderneming
IB: subjectieve onderneming  alleen evelien  50%

Evelien:
Wuo
Grondslag: behaalde winst  100 k
Verminderd met aftrekbare kosten, ondernemingsvrijstelling, mkb- winstvrijstelling

Mkb 14%
100
14 -/-
86

Hoogste tarief: 51.75%
86 x 51.75% = 44.505

100 – 44.505 = 55.495

Alleen ff mkb gedaan
Dit is ib
De andere (niet IB) kant

BV  subjectieve bp in vpb
BV is rp: zelfstandig drager rechten en plichten
2 1 a vpb
Wat is de onderneming van de bv: art 2 lid 5  geacht met gehele vermogen
Dus alles wat in de bv zit geacht onderneming te vormen
Enkel belegging kan ook (art 13 lid 9 maar dit was hoofdregel)
Alle vermogensbestanddelen  alles voor vpb

Verschil met ib:
IB: ondernemings- privé- en keuzevermogen  vermogensetikettering

2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper samenvattingen178. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  30x  verkocht
  • (5)
In winkelwagen
Toegevoegd