Economie samenvatting van het boekje: Praktische Economie samenvatting Module 2 Vraag en Aanbod Havo 4 en Havo 5. Een goede en duidelijke samenvatting van deze module! Veel voorbeelden, samen met grafieken met uitleg erbij en toelichting bij de formules. Goede voorbereiding voor het tentamen/examen...
Economie samenvatting Vraag en aanbod
Hoofdstuk 1:
Gevraagde hoeveelheid: hoeveelheid die gevraagd wordt bij een
bepaalde prijs. Over het algemeen geldt: hoe hoger de prijs, hoe
kleiner de gevraagde hoeveelheid. Individuele vraag: het aantal
eenheden dat een consument ergens van wil kopen bij een
bepaalde prijs. Voorbeeld hiernaast: des te lager de prijs van de
appels, des te meer appels verkocht worden. De individuele vraag
lijdt naar de betalingsbereidheid: de maximale prijs die een
consument wilt betalen voor één product bij een aangegeven
aantal. Na 1 appel kopen is de consument bereid om voor de 2e
appel 50 cent te betalen en na de 2e appel is de consument bereid
om nog maar 30 cent te betalen voor de appel.
Voorbeeld bij de bron hiernaast om welbevind te berekenen:
1. Bereken voor iedere appel die de consument koopt het verschil tussen wat hij bereid is
om maximaal te betalen en wat hij feitelijk betaald.
2. Tel alle verschillen bij stap 1 bij elkaar op
Consument wilt voor 40 cent 2 appels kopen. Bij een prijs van 40 cent is voor de eerste appel
het verschil tussen de betalingsbereidheid en de prijs: 70 - 40 = 30 cent. Voor de tweede appel
is het verschil 50 - 40 = 10 cent. Opgeteld komt 10 + 30 = 40 cent. Dit is de maatstaaf voor het
welbevinden van de consument die twee appels koopt voor een prijs van 40 cent per appel. Dit
heet ook wel het consumentensurplus: optelsom van het individuele consumentensurplus van
alle consumenten die het product kopen. Omdat dit over maar één consument gaat noem je
dit het individuele consumentensurplus. Discrete vraag: gevraagde getallen zijn telkens een
geheel getal. Als de gevraagde getallen wel gebroken getallen waren kan je er een individuele
vragenlijn van maken. Bij het voorbeeld met balpennen kan dit niet want je kan geen halve
balpen kopen. Continue vraag: Alle combinaties van van prijs en hoeveelheid waar ook gebroken
getallen tussen mogen zitten. De formule die bij deze vraaglijn hoort is q = 5- P.
Q = gevraagde hoeveelheid
P = prijs van één balpen
, Bij een vraaglijn kan het individuele consumentensurplus worden berekent. Zie
voorbeeld hiernaast. De gevraagde hoeveelheid is 3 stuks. Om dit te
berekenen moet je de oppervlakte van de gekleurde driehoek weten. Het
verschil van de prijs X de gevraagde hoeveelheid en dit antwoord gedeeld door
2 is de oppervlakte van de gekleurde driehoek. Dus (5-2) X 3 = = 4,50
euro.
Hoe lager de prijs in de bron hiernaast hoe groter het oppervlakte van de
driehoek. Dus des te lager de prijs, des te groter het individuele
consumentensurplus. Het welbevinden van de consument neemt toe als de
prijs lager is. De individuele vraag naar een product word beïnvloed door 5 factoren:
1. Individuele voorkeuren: Je bent bereid meer voor een product te betalen als je er een voorkeur
aan geeft. Een muntenverzamelaar is bereid meer te betalen voor een zeldzame munt dat een
sporten bijvoorbeeld.
2. Beschikbaar budget: Je vraag naar een product neemt toe als je budget groter wordt. Dit is niet
altijd zo
3. Aanwezigheid van substitueerbare producten: Producten die dezelfde behoefte bevredigen. Dit
zijn Substitueerbare producten. Een boterham stilt de honger maar een appel ook. De
producten kunnen elkaar dus vervangen voor hetzelfde doel
4. Bestaan van complementaire producten: Sommige producten moeten gecombineerd worden
met andere prooducten voordat ze een behoefte voorzien. Zonder spelcomputer heb je niks aan
een spelletje. Dit noem je complementaire producten. Het ene product is complemetair aan het
andere product. De producten vullen elkaar aan en er zijn 2 producten nodig om de behoefte te
voorzien.
5. Exogene factoren: Je vraag naar producten wordt ook beïnvloed door omstandigheden waar je
geen invloed op hebt, zoals het weer. Dit noem je exogene factoren. Je vraag naar ijs zal stijgen
als het mooier weer wordt.
Collectieve vraag: Het verband tussen de prijs en de hoeveelheid die door een hele groep wordt
gevraagd. Afzetgebied: het gebied waar de producent zijn product verkoopt. Fietsfabriek verkoopt
fietsen over heel nederland en bakker alleen in het dorp. De collectieve vraag is de optelsom van alle
individuele vragen. De collectieve vraag geeft aan wat alle consumenten samen vragen bij een bepaalde
prijs. Bij prijs van 4 euro kopen beide personen 1 balpen, dus de collectieve gevraagde hoeveelheid bij
een prijs van 4 euro zijn 2 balpennen. Bij 3 euro is dit 4 pennen, en bij 2 euro 6 pennen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper luukvaa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.