Hoorcollege 2 Leefstijldeterminanten
Gezondheid is een staat van fysieke, mentale en sociale welbevinden en afwezigheid van een ziekte. Deze
definitie is aan het veranderen, er wordt meer naar het vermogen gekeken. Wat hebben mensen nodig om
goed langer gezond te blijven?
Je leeft langer en je krijgt een ziekte pas later als je een goede leefstijl hebt. Chronische ziektes zullen in
Nederland meer een probleem worden. Er zijn 5,3 miljoen mensen met een chronische ziekte. 11% van deze
menen hebben meer dan 1 chronische ziekte multimorbiditeit. Comorbiditeit heb je wanneer de ziektes met
elkaar samen hangen. Vaak zijn dit toch leefstijlgerelateerde ziektes.
Risicofactoren:
- Niet te beïnvloeden
Geslacht
Leeftijd
Erfelijkheid
- Wel te beïnvloeden
Alcohol
Gebruik van de pil
Hoge bloeddruk
Overgewicht
Stress
Te veel cholesterol
Roken
Gebrek aan beweging
Sedentair gedrag
- Veel zitten
- <1,5 MET
Tv kijken kaarten
Inactief gedrag
- <3 MET
Bowlen, golfen, wandelen, etc.
Als je rookt worden stoffen in je longen opgenomen zorgen voor irritatie en ontstekingen. Kun je meten
door de ontstekingsfactoren (IL-6, IL-1β, TNF-α). Dit kan leiden tot hartaandoeningen, spierzwakte, hartfalen,
metabool syndroom, osteoporose, depressie en bloedarmoede. Als je een hele lange tijd zit heeft dit dezelfde
effecten als roken. Deze ontstekingsfactoren nemen dan dus ook toe.
Dit is in de maatschappij een groot probleem, maar ook in de zorg wordt hier te weinig aandacht aan besteed.
Bijvoorbeeld na een operatie moet je meteen bewegen. Hier wordt steeds meer gebruik van gemaakt. Als je
inactief bent leidt dit uiteindelijk tot van alles. Bij totale inactiviteit verlies je 10-20% van je spiermassa. De
spiermassa is de belangrijkste factor in je gezondheid. Hypertrofie kweken is een heel gezond iets. Fysieke
inactiviteit en sedentair gedrag heeft invloed op je genetica, net als ongezonde leefstijl en voeding. Met name
je buikvet neemt toe. Deze zorgt dat het cholesterol in je bloed toeneemt en dat je een insulineresistentie krijgt
en een te hoog suiker heeft wat ook weer invloed heeft op alles.
Buikvet is een mediator voor de ontstekingsfactoren in je bloed. Dat buikvet slaat deze factoren op en vervoerd
dit in je bloed. Je krijgt hierdoor ontstekingen wat uiteindelijk leidt tot cardiovasculaire ziekten.
Wat gebeurd er in de bloedvaten als je inactief bent?
Natriumoxide zet de vaten open bij bijvoorbeeld sporten, zo kan er meer bloed door het lichaam gaan. Dit is
een vasodilator. Vasoconstrictoren zoals Endothelin en Angiotensine II zorgen dat de bloedvaten weer verder
,sluiten. De bloeddruk stijgt hierdoor. Bij inactiviteit wordt de concentratie van de vasoconstrictoren toe
waardoor je stijvere vaten krijgt en de bloeddruk stijgt.
De bloedvaten kunnen ook dikker worden. Hoe meer rust, hoe nauwer je bloedvat wordt. De weg wordt
daardoor smaller. Ook dit leidt tot stijfheid in de bloedvaten.
Hoorcollege 3 Cardiovasculair risicomanagement
Waar gaat het om?
Atherosclerose, beter bekend als aderverkalking. Het gaat dan over een arterieel proces, het zit in de slagaders.
Atherosclerose
- Progressieve degeneratieve aandoening van de arteriewand
- Het gevolg is een vernauwing van de arterie
- Het is een gegeneraliseerd proces: het is niet lokaal maar het zit door je hele lichaam heen.
Het begint het endotheel schade. Dat is de binnenbekleding van de arterie en hier kunnen kleine scheurtjes in
ontstaan. LDL cholesterol gaat daardoor de wand in. De binnenste laag van de want is de tunica intima. Door
dat LDL cholesterol worden monocyten geactiveerd. Dit zijn een specifiek type witte bloedcel. Als deze
monocyten het weefsel in gaan heet het een macrofaag. In de bloedbaan is het een monocyt en in het weefsel
een macrofaag. Monocyten gaan door LDL meer het weefsel in en ze gaan schuimcellen vormen. Deze
schuimcellen, geactiveerde monocyten, gaan ontstekingsmediatoren afgeven. Deze werken op het weefsel ter
plekke en zorgen voor proliferatie (vermeerdering) en migratie (ze verplaatsen daarna). Hierdoor krijg je een
bindweefselmatrix met daarop een fibreuze kap. Daar in kan verkalking optreden.
Door het scheurtje in de plak kan bloed in aanraking komen met weefselvloeistof waardoor de bloedvaatjes
gaan plakken en er stolling ontstaat. Er ontstaat dan Trombus vorming en een vat wordt dan afgesloten. Dan
ontstaat er een hartinfarct, er sterft een deel af. Dat is bij trombose in een arterie.
Gevolgen van atherosclerose
- Vernauwing van de arterie
Bij meer dan 75% vernauwing van het lumen ontstaan de klachten pas
- Het vraag en aanbod van zuurstof kan niet meer in balans komen met elkaar. Als je actief bent is de
vraag naar zuurstof hoger maar het aanbod is er niet. Daardoor ontstaat er ischemie, zuurstoftekort.
Daardoor krijg je pijn op de door de melkzuurproductie die wordt veroorzaakt door de ischemie.
- Kleine scheurtjes of ruptuur in de plaque waardoor een spontane stolling ontstaat, trombose. Dit leidt
tot afsluiting van de arterie en tot necrose, afsterven. Een myocardinfarct is een afstervend stuk van
de hartspier.
, Bij claudicatio intermittens is de arterie in de been vernauwd. Dit heet ook wel een etalagebeen. Bij lopen doet
het pijn, maar bij stilstaan is het vraag en aanbod weer in evenwicht en gaat de pijn dus weg.
Angina pectoris is een vernauwing van de coronair arterie. Dan krijgt iemand een beklemmende pijn op de
borst bij inspanning, emoties of een overgang van warmte naar kou.
Klinische manifestaties atherosclerose
Er zijn bepaalde gebieden waar je uitingen krijgt. In principe kan dit in het hele lichaam. Het kan optreden in de
aorta, dan krijgt de patiënt een aneurysma. In de hersen arteriën, dan krijgt de patiënt een CVA (herseninfarct).
Al deze ziektebeelden rusten op hetzelfde proces, namelijk atherosclerose. Alle ziektebeelden hangen met
elkaar samen door hetzelfde ziekteproces.
- Coronair arteriën
Angina pectoris
Myocard infarct
Ischemische hart aandoeningen
- Cerebrale arteriën
CVA
Herseninfarct
hersenbloeding
- Aorta
Aneurysma
- Nier arterie
Hypertensie
Nierschade
- Arteriën van de tractus digestivus
Angina abdominalis
- Arteriën van het been
Claudicatio intermittens
Iedereen krijgt atherosclerose. Iedereen kan dit dus ook krijgen. Maar hoe meer risicofactoren, hoe sneller het
proces gaat. Dus zoveel mogelijk risicofactoren moeten naar beneden gaan en dat moeten wij als fysio doen.
Risicofactoren
- Niet beïnvloeden
Ouder worden
Geslacht (man)
Vrouwen zijn tot de menopauze beschermd, daarna verdwijnen de oestrogenen en is
de bescherming weg. Na de menopauze neemt dit dus veel meer toe.
Erfelijkheid, zijn er in de familie mensen met een hartinfarct? Vooral bij jonge mensen, <65.
Vaak is dit een hoog cholesterolgehalte, dit is een risicofactor
Etniciteit
- Wel beïnvloeden
Cholesterolgehalte is wel beïnvloedbaar. Er zijn twee typen:
HDL en LDL
HDL is goed en mag niet te laag zijn
LDL is slecht en mag niet te hoog zijn
HDL helpt LDL om uit de vaatwand te houden
Kan voorkomen worden door de voeding. Niet teveel verzadigde vetten eten
bijvoorbeeld.
Roken
2-4 maal zo groot risico. Hoe meer sigaretten je rookt en hoe langer je rookt hoe
groter het risico wordt. Dit is voor mensen wel een moeilijke, maar een hele
belangrijke
Bloeddruk