BURGERLIJK PROCESRECHT TENTAMEN
SAMENVATTING
SJD JAAR 2
NAOMI BENDER
, HOOFDSTUK 1: KENNISMAKING
Het materiële burgerlijk recht omvat inhoudelijke rechten en plichten: rechtsregels om situaties,
rechtsverhoudingen en handelingen juridisch te definiëren en te kwalificeren.
Bij het formele burgerlijk recht gaat het over de manier waarop een procedure moet worden gevoerd,
er wordt hier ook wel gesproken over burgerlijk procesrecht.
Samenvattend: het burgerlijk procesrecht omvat vormvoorschriften en procedureregels waarmee een
persoon in een civiele procedure zijn materiële rechten en plichten kan effectueren, vast laten stellen,
tot stand laten brengen, wijzigen en beëindigen.
Functies van het burgerlijk procesrecht:
- Het handhaven en beïnvloeden van materiële burgerlijke rechten en plichten: het burgerlijk
procesrecht verschaft een persoon bepaalde middelen om zijn burgerlijke rechten en plichten
te handhaven en te beïnvloeden.
o Vaststellen
o Tot stand brengen
o Wijzigen of beëindigen van rechten en plichten
- Het voorkomen van een gerechtelijke procedure: ‘preventie functie’, de middelen die het
burgerlijk procesrecht biedt, zoals het instellen van een vordering, kunnen een preventieve
werking hebben.
- Het voorkomen van eigeninrichting: een persoon zelf en met eigen middelen zijn recht gaan
halen zonder hulp van de overheid en zonder dat hem daartoe wettelijke bevoegdheid is
gegeven.
Als rechtsbronnen van het burgerlijk procesrecht gelden met name de wet, verdragen en jurisprudentie.
De belangrijkste wetten zijn het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet op de rechterlijke
organisatie. Verdragen spelen onder meer een belangrijke rol bij de tenuitvoerlegging van rechterlijke
uitspraken in het buitenland en het betekenen van processtukken aan een partij die in het buitenland
woont.
Algemene uitgangspunten voor het burgerlijk procesrecht;
- Recht op rechtspraak en rechtsbijstand: door iedereen moet een geschil kunnen worden
voorgelegd aan een overheidsrechter en iedereen heeft het recht daarbij op bijstand in een
procedure.
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter: de rechter is geen verantwoording verschuldigd aan
de overheid of aan collega-rechters. Ook oordeelt de rechter zonder zich te laten leiden door
de personen van de procespartijen. De rechter moet objectief en onbevooroordeeld oordelen.
(Indien twijfel aan de onpartijdigheid van de rechter kan de partij een verzoek doen tot
wraking art. 36 Rv. De rechter kan ook zelf van mening zijn dat hij niet onpartijdig kan zijn, dan
kan hij verzoeken om zich te laten vervangen door een andere rechter: verschoning art. 40 Rv)
- Hoor en wederhoor: ook wel aangeduid als het gelijkheidsbeginsel. Beide partijen moeten in de
gelegenheid worden gesteld om hun standpunten in een zaak naar voren te brengen. Art. 19
Rv.
- Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn: de behandeling van een beslissing over een
zaak dienen binnen een redelijke termijn te geschieden.
- Openbaarheid van zitting en uitspraak: zittingen dienen in het openbaar plaats te vinden art.
27 lid 1 Rv. Uitzonderingen kunnen daarin wel gemaakt worden. Ook de uitspraak moet in het
openbaar plaatsvinden art. 29 lid 1 Rv. Hier kan geen uitzondering op gemaakt worden.
- Motiveringsbeginsel: de uitspraak moet gemotiveerd worden. Art. 30 Rv
- Geen rechtsweigering en volledige beslissing: de rechter dient in alle gevallen een beslissing te
geven over het geschil dat hem is voorgelegd; hij mag niet weigeren om een uitspraak te
doen, aldus art. 26 Rv en 13 Wet algemene bepalingen, bovendien moet de eindbeslissing van
de rechter volledig zijn: de eindbeslissing moet alle geschilpunten betreffen.
- Beginsel van partijautonomie: de grondslag voor de beslissing van de rechter wordt gevormd
door de stelling van procespartijen. Partijen bepalen de omvang van de gerechtelijke
procedure. De rechter kan om die reden niet méér, of iets anders toewijzen dan hetgeen wordt
gevorderd of verzocht. Omdat het beginsel van partijautonomie met de lijdelijkheid van de
rechter verband houdt, wordt het ook wel het lijdelijkheidsbeginsel genoemd.
- Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden: indien nodig op eigen initiatief van de rechter de
rechtsgronden aan te vullen art. 25 Rv. De rechter mag geen feiten aanvullen art. 24 Rv.
HOOFDSTUK 2: DEELNEMERS AAN HET BURGERLIJK PROCESRECHT
Partijen in het burgerlijk procesrecht:
- Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper naaommi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.