Een samenvatting voor het vak 'Ontwikkelingspsychologie' van de studie psychologie aan de universiteit Utrecht. Deze samenvatting bevat de stof uit het boek 'Developmental Psychology' de 2e druk die nodig is voor deeltentamen 2. Deze bevat H8, H11, H12, H14, H15 & H16. Alle dikgedrukte termen worde...
1 of 15
Samenvatting ontwikkelingspsychologie deeltentamen 2
H8 LANGUAGE AND COMMUNICATION
Taal is de meest complexe groep regels die iemand leert waarin woorden en de symbolen die
daar bij horen er voor zorgen dat iemand berichten kan doorgeven aan anderen. Kinderen leren
deze regels al erg snel, wat er op wijst dat ze vanuit de evolutie voorbereid zijn om een taal te
leren. Er zijn twee vormen die bij het begrijpen van taal te onderscheiden zijn:
- Productieve taal: het produceren van spraak.
- Receptieve taal: het begrijpen van de spraak van anderen.
Wanneer kinderen ongeveer 6 maanden oud zijn leren ze om te wijzen naar dingen waar ze iets
over willen duidelijk maken. Als een kind een gebaar maakt waarmee hij je aandacht naar een
object wil brengen dan spreken we van een protodeclaratief gebaar. Dit is iets anders dan
wanneer het kind een gebaar gebruikt om er voor te zorgen dat je iets voor ze doet. Als je iets
voor ze moet doen dan spreken we van een protoimperatief gebaar. Een voorbeeld hiervan is
wanneer een kind naar een teddybeer wijst die te hoog voor hem is en hij wil dat je die voor hem
pakt. Pas als een kind drie jaar oud is leert hij dat gebaren en woorden bij elkaar kunnen horen.
Baby’s kunnen nog moeilijk letters van elkaar onderscheiden. Ze horen bepaalde letters allemaal
als een ‘p’ en andere letters horen ze allemaal als een ‘b’. Ze hebben dus verschillende
categorieën van geluiden die allemaal onder dezelfde letter vallen. We noemen dit categorische
spraak perceptie. Baby’s zijn er al wel goed in om hun eigen taal van een andere taal te kunnen
onderscheiden en om de stem van hun moeder te onderscheiden.
Habituatie is een manier van leren waarbij er een verminderde reactie plaatsvindt nadat iets
herhaaldelijk aangeboden is. We kunnen als we iets onderzoeken gebruik maken van een
habituatie paradigma. Hierbij kijken we of iemand blijft reageren op iets als het meerdere keren
wordt aangeboden.
Huilen is de eerste manier waarop we kunnen communiceren. Kinderen hebben verschillende
manieren om te huilen. Veel moeders kunnen onderscheiden of hun kind huilt omdat hij pijn heeft,
bang is of iets anders wil.
Kinderen moeten door verschillende stadia heen als ze leren praten:
Stadia Begin van Beschrijving
Huilen Geboorte Signaal van stress.
Cooing 1 maand “oo” geluiden die het kind maakt
wanneer hij in contact staat met
zijn verzorger.
Brabbelen Halverwege het eerste jaar Klinkers random achter elkaar
plakken.
Spraak Einde eerste jaar Zelfgemaakte woorden die niet
bestaan maar redelijk normaal
klinken.
Er zijn verschillende belangrijke begrippen die we moeten onderscheiden wanneer we het hebben
over taal. Taal bestaat namelijk uit verschillende componenten:
- Fonologie: het systeem van geluiden die in een bepaalde taal gebruikt wordt. Hierbij horen dus
ook de regels die een taal heeft over hoe je bepaalde dingen moet uitspreken en hoe de
intonatie moet zijn wanneer je iets uitspreekt.
- Semantiek: de betekenis van woorden en de betekenis van combinaties van woorden.
, 2 of 15
- Grammatica: de structuur van een taal en de regels die bij deze structuur horen. Morphologie
en syntax zijn een onderdeel van grammatica.
- Morfologie: het begrijpen van morphones, dit zijn de kleinste delen van een woord die een
betekenis hebben. Het is belangrijk dat we morphones kunnen onderscheiden omdat ze het
mogelijk maken om woorden in verleden tijd te zetten en ze nog steeds te begrijpen.
- Syntax: hoe je woorden gepast moet combineren in zinnen en uitspraken.
- Pragmatica: regels over hoe je taal gepast gebruikt in een sociale context. Zo leert een kind
bijvoorbeeld dat hij mensen moet bedanken als ze iets voor hem doen of dat hij ‘u’ moet
zeggen tegen volwassenen die hij niet goed kent.
Er zijn verschillende theorieën over hoe kinderen taal ontwikkelen. Van oudsher is er het idee dat
kinderen taal leren door middel van reinforcement. Ouders en verzorgers belonen het kind met
aandacht wanneer hij brabbelt en woorden uitspreekt, waardoor het kind dit meer zal gaan doen.
Er is echter veel kritiek op dit idee omdat kinderen dan ook beloond zouden worden op incorrecte
grammatica en incorrecte woorden, waardoor de taal zich niet zo goed zou kunnen ontwikkelen
als dat het in werkelijkheid doet.
Ook zou het kunnen dat kinderen een ingebouwde structuur in de hersenen hebben genaamd het
language acquisition device (LAD). Deze stuurt bij kinderen het gebruik van grammatica.
Ondersteuning voor deze theorie is dat kinderen ook een goede taalontwikkeling kunnen hebben
als ze weinig input krijgen van hun omgeving. Dit zou er op kunnen wijzen dat er iets in het kind
zelf zit dat zorgt voor deze ontwikkeling. Daarnaast hebben kinderen een kritieke periode waarin
bepaalde gebeurtenissen nodig zijn om een taal volledig te ontwikkelen. Ook dit kan wijzen op
een LAD, omdat deze dan wellicht tot de puberteit de meeste invloed kan hebben. Kritiek op deze
theorie is dat bepaalde aspecten van grammatica zich na de puberteit pas ontwikkelen.
Daarnaast verschilt grammatica te erg bij verschillende talen en kan het niet dat dit allemaal vanuit
een LAD geleerd wordt.
Tegenwoordig geloven de meeste onderzoekers dat taal geleerd wordt door context en dat er een
biologisch systeem is dat een kind hiermee helpt. Het is dus eigenlijk een combinatie van
bovenstaande theorieën. Hierbij heeft het kind ook een actieve rol in het leren van taal door
nieuwsgierig te zijn. Ouders spelen hierin een belangrijke rol. Het is belangrijk dat ouders het kind
laten zien dat ze herkennen hoe goed hij al kan praten en dat ze het kind stimuleren om veel met
ze te communiceren.
Onze vocabulaire ontwikkelen we niet continu, maar met verschillende sprongen van progressie.
Het is nog niet helemaal duidelijk hoe kinderen nieuwe woorden leren. Het zou kunnen dat ze
woorden leren door de sociale hints die ze krijgen doordat mensen een woord zeggen en ergens
naar wijzen of naar kijken. Ook kan het zijn dat als ze een woord vaak horen in de aanwezigheid
van een object ze er na meerdere herhalingen van uit gaan dat het woord en het object bij elkaar
horen.
Wanneer kinderen beginnen met het leren van woorden, kennen ze als eerst woorden die staan
voor objecten en daarna pas woorden die staan voor handelingen. Bij het leren van woorden
maken kinderen vaak twee soorten fouten:
- Overextensie: kinderen gebruiken hetzelfde woord voor heel veel verschillende dingen. Een
kind kan bijvoorbeeld het woord ‘hond’ gebruiken voor alle dieren die hij ziet die ook op vier
poten lopen.
- Onderextensie: kinderen gebruiken een woord veel te weinig en in te weinig situaties, terwijl
het woord op veel meer manieren van toepassing is. Een kind kan bijvoorbeeld het woord
‘auto’ alleen gebruiken als hij de witte Audi van zijn vader ziet, maar niet wanneer hij andere
auto’s op de weg ziet rijden.
Een holophrase is een enkel woord dat een hele complete gedachte representeert. Het is nog
niet duidelijk of kinderen die dit woord gebruiken ook meteen de volledige achterliggende
gedachte hebben.
Als kinderen 1,5 tot 2 jaar oud zijn dan beginnen ze twee woorden samen te voegen tot
telegrafische spraak. Dit zijn twee woorden die samen nodig zijn om iets te kunnen beschrijven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper psy99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.