Kennisclips Financieel Management van het Openbaar Bestuur
FA0 – Ondernemingsplan
Een balans is niet meer dan een overzicht van je bezittingen. Activa waarmee je kunt produceren.
Passiva; de manier waarop je de bezittingen hebt gefinancierd. Bezittingen staan links op de balans,
de financiering staat rechts. De activa en passiva zijn altijd in evenwicht.
Bij het maken van een balans begin je met je eigen geld (kasgeld), dit komt onder de activa in de
balans. Dit eigen geld noem je eigen vermogen of aandelenkapitaal. Vanwege de eis van evenwicht,
komt onder de passiva ook een post eigen vermogen, welke even groot is als de post kasgeld. Je hebt
van een financier of de bank een bepaald bedrag gekregen, dit heet lang vreemd vermogen. Dit valt
onder de passiva. Je koopt hiervan bijvoorbeeld een gebouw of machines (productiemiddelen). Deze
post is vanwege de eis van evenwicht even groot als de post lang vreemd vermogen. Je koopt
grondstoffen (activa), dit krijg je op krediet bij een leverancier. Je hoeft hiervoor niet direct te betalen.
De leverancier is hierdoor ook een financier, dit zie je onder de passiva als post kort vreemd
vermogen. Nu ben je als ondernemer startklaar, je kan gaan produceren.
Na afloop van het boekjaar kijk je hoe het bedrijf ervoor staat, dit doe je doormiddel van een
resultatenrekening. De waardevermindering van gebouwen en machines wordt de afschrijving
genoemd. De kasstroom van een onderneming is de winst plus de afschrijvingen.
De winst is hetgeen wat de onderneming heeft verdiend, en komt toe tot de eigenaar en valt
dus onder passiva. De afschrijvingen worden aangepast onder de activa. Van de oorspronkelijke
productiewaarden wordt de afschrijving (daling in waarde) afgehaald. Het kasgeld wordt
verhoogd/verlaagd door de kasstroom (winst + afschrijvingen) erbij op te tellen of af te trekken. Als
laatste moet je de financiers een bepaalde zekerheid geven door middel van een rente. Je wilt de
rente zo laag mogelijk houden maar ook je financiers tevreden houden. Het bedrag wat in de kas is
gekomen door afschrijvingen, betaal je aan de financier. Hierdoor daalt het lang vreemd vermogen
met hetzelfde bedrag als de daling van het kasgeld.
FA1 – Administratieve stelsels
Elke huishouding legt op een of andere manier financiële transacties vast. De meest eenvoudige
manier is via de bank. Dit zijn feiten, wil je inzicht hebben dan moet je gegevens ordenen. De manier
van ordenen hangt af van het type huishouden. Er zijn twee administratieve stelsels; kameraal stelsel
of het commercieel stelsel. De kern in het verschil is dat bij het kameraal stelsel het inkomensbeheer
centraal staat, ook wel het kasstelsel genoemd. Hierbij is de vraag of er nog genoeg geld is om
uitgaven te doen. In het commercieel stelsel staat het in standhouden van het vermogen en daarbij de
continuïteit van de organisatie centraal, ook wel het baten-lasten stelsel genoemd. Je wilt bewaken dat
het geïnvesteerde geld niet verloren gaat of zelfs meer wordt. De doelstelling hiervan is accruals
accounting, waarbij to accrual staat voor aangroeien.
De centrale begrippen van het kameraal stelsel zijn inkomen, uitgaven, deze zijn gekoppeld aan elke
afzonderlijke transactie die je op je bankrekening doet. Aan het einde van een periode kan je
vaststellen of je een overschot en te kort hebt. In het commercieel stelsel begin je met het vaststellen
van je productiemiddelen (activa) en bezittingen en schulden (passiva). Door productiemiddelen in te
zetten ontstaan afnames van bezit, de lasten, maar ook toenames van bezit, de baten. Dit is niet meer
dan verandering op je bankrekening. Aan het einde druk je de verandering uit in winst of verlies. Ook
wel het verschil in baten en lasten in een bepaalde periode.
In een kameraal stelsel zijn twee overzichten voldoende om de financiële positie te beoordelen. Aan
het begin maak je een begroting van geschatte inkomsten en uitgaven. Je weet dan of je voldoende
middelen hebt om de uitgaven te kunnen doen. Aan het einde van een periode maak je een overzicht
van gerealiseerde uitkomsten, dan kan je inzien of je werkelijk een overschot of een tekort hebt.
,In een kameraal stelsel kan je de verandering van je bezit niet vaststellen en ontbreekt een evenwicht
in het overzicht (geen evenwichtssituatie).
In het commercieel stelsel maak je ook een begroting, deze dient vooral als intern sturingsdocument.
Voor de buitenwacht zijn de overzichten die je aan het einde van een periode maakt veel belangrijker.
Er zijn drie documenten; de balans met het overzicht van je bezittingen en schulden, de
resultatenrekening of de beperkte exploitatierekening waarbij het saldo van je baten en lasten wordt
bepaald (winst verlies aflezen), of een kasstroomoverzicht waarbij je de transacties op de
bankrekening inzichtelijk maakt.
Kameraal stelsel; links inkomsten, rechts uitgaven.
Commercieel stelsel;
- Balans; links activa, rechts passiva
- Resultatenrekening; links lasten, rechts baten
Je zet je geld in om bepaalde doelen te bereiken; gebruikersperspectief. Dit kan consumptie zijn, maar
ook vermogen schuld. Vanuit het perspectief van het gebruik je geld, staan in het kameraal stelsel de
inkomsten en uitgaven centraal. Je gebruikt je overzicht als huishoudboekje en legt de veranderingen
in een bepaalde periode vast. Omdat het om feitelijke veranderingen gaat, is het eenduidig vast te
stellen welke kasmutaties in een bepaalde periode horen. Baten en lasten geven je inzicht in de
vermogensgroei van de organisatie. Het administratieve systeem is altijd in evenwicht. Het is lastig om
bepaalde inkomen en uitgaven tot een periode toe te rekenen zoals bij waarde verbruik van activa.
In het commercieel stelsel kijk je niet alleen naar het gebruikersperspectief maar ook naar het
vermogensperspectief, dit doen we via de balans. Activa zijn middelen die worden gebruikt in het
productieproces om goederen en diensten te kunnen leveren. Dit kunnen materiele vaste activa,
immateriële vaste activa of financiële vaste activa zijn.
De passiva zijn de bronnen van financiering van de vaste activa. Wanneer je dit zelf hebt gefinancierd
heet het eigen vermogen, wanneer er een investeerder of lening aan te pas is geweest heet het
vreemd vermogen. De groei van het bezit kan worden afgeleid uit de toename in het eigen vermogen.
De Nederlandse rijksoverheid werkt met een kameraal stelsel. Om toch bezittingen en schulden
inzichtelijk te maken, wordt een staatsbalans opgesteld. Hierin staan de op geld waardeerbare activa
zoals gebouwen, en de nominale schulden. De overheidsbalans is de staatsbalans, de balansen van
de decentrale besturen (provinciën en gemeenten), fondsen sociale zekerheid, zelfstandig
bestuursorganen (kamer van koophandel, sociale verzekeringsbank, CBR) en het onderwijs. De
overheidsbalans is niet geconsolideerd. De saldibalans geeft de staat van de vlottende activa en
passiva weer. Dit zijn de vorderingen en schulden die in het volgende boekjaar moeten worden
afgerond.
Organisaties leggen aan hun belanghebbenden verantwoording af. in het kameraal stelsel is dit in de
vorm van een geautoriseerde begroting. De rijksoverheid doet dit in de vorm van een jaarverslag. In
het commercieel stelsel zijn dit een jaarverslag (kwalitatieve beschrijving), een jaarrekening
(resultatenrekening, balans, kasstroomoverzicht en toelichting) en jaarstukken (jaarverslag +
jaarrekening, soms inclusief accountantsverklaring).
Voordelen commercieel stelsel
- Inzicht in de vermogenspositie
- Noodzakelijk voor organisatie zonder onbeperkte belastingcapaciteit
- Versterkt kostencalculatiefunctie
- Bevordert vergelijkbaarheid (door middel van internationale afspraken IFRS/IPSAS)
,