Uitgebreide samenvatting van het vierde domein (D) van het vwo eindexamen filosofie, kennisleer. Deze samenvatting is opgesteld met behulp van het lesboek 'Durf te denken!' voor het vwo.
Hoofdstuk 3: Kennisleer
3.1 Wat is kennisleer?
Wanneer je vragen zoals: ‘Hoe kunnen we eigenlijk dingen over de wereld te weten komen?’
en ‘Hoe weet je wel zeker dat jezelf kan nadenken?’ probeert te beantwoorden ben je met
kennisleer bezig. Filosofen noemen kennisleer ook wel epistemologie. Descartes
probeerde de vraag te beantwoorden waar zekere kennis vandaan komt.
Sceptici zijn filosofen die vinden dat je in principe aan alles kunt twijfelen. Michel de
Montaigne ging zelfs zo ver dat hij niet wilde zeggen of hij wist dat we niets zeker kunnen
weten. In dat geval zou hij namelijk weten dat we niets kunnen weten en dat is toch kennis.
Montaigne vatte zijn sceptische filosofie daarom samen in een vraag: ‘Wat weet ik?’. De
meeste filosofen zijn echter niet tevreden met zo’n sceptische conclusie. Ze houden op
verschillende manieren een pleidooi voor de stelling dat mensen wel degelijk kennis
bezitten.
3.2 Rationalisme
Descartes ging op zoek naar iets wat niet te betwijfelen valt. Om dat te vinden besloot hij
een methode van radicale twijfel te gebruiken. Hij twijfelde aan alles in de hoop dat er iets
zou overblijven waaraan je niet kunt twijfelen. Descartes was erachter gekomen dat zijn
leraren niet altijd de waarheid hadden gesproken, hoewel ze niet opzettelijk leugens
vertelden. Maar als iemand je één keer, iets verteld heeft wat niet klopt, valt te betwijfelen of
hij in andere gevallen wel de waarheid spreekt. Dus concludeerde Descartes dat hij zijn
leraren maar beter niet beschouwen als bron van onbetwijfelbare kennis. Je zult al snel
merken dat zelfs onze zintuigen onbetrouwbaar zijn (bijv. een weg lijkt een stuk smaller van
een afstand terwijl het net zo breed is als het punt waar jij staat). Ook zintuigen vallen dus af
als bron van onbetwijfelbare kennis. Descartes was een katholiek die in een almachtige
God geloofde. Ook aan die almachtige God begint hij nu te twijfelen (wat als het eigenlijk
een demon is die mij van alles wijsmaakt?). Descartes wil de scepticus tonen dat er wel
degelijk zekere kennis mogelijk is, maar in zijn zoektocht lijkt hij eerder steeds verder van
zijn doel verwijderd te raken. Misschien kan hij alleen zeker weten dat hij niets zeker kan
weten. Descartes komt gelukkig met een oplossing. ‘Telkens als ik eraan zou twijfelen of ik
besta, twijfel ik. En om te twijfelen moet ik wel bestaan. Je kunt er dus niet echt aan twijfelen
dat je bestaat, want als je twijfelt, denk je en als je denkt besta je - in ieder geval als een
denkend ding, oftewel een res cogitans.’ Descartes vatte zijn argument tegen de scepticus
samen in de slogan Cogito ergo sum (Ik denk dus ik ben). Rationalisten zijn de filosofen
die menen dat je tot zekere kennis kunt komen door goed na te denken. Descartes stelt dat
hij zeker weet dat ‘Ik denk dus ik ben’ waar is, omdat hij dat met zijn verstand helder en
duidelijk inziet. Dit levert hem een rationalistische methode op om tot kennis te komen: alles
wat ik helder en duidelijk inzie moet dus wel wel waar zijn. Alle rationalisten verdedigen op
de een of andere manier het nativisme: de opvatting dat er ideeën zijn die aangeboren zijn.
Descartes denkt bijvoorbeeld dat hij met het begrip ‘God’ in zijn geest is geboren (gekke
Descartes). Niet alle ideeën zijn volgens Descartes aangeboren, er zijn ook ideeën die we
na onze geboorte verworven hebben met onze zintuigen (bijv. de zon). Als Descartes het
begrip ‘God’ analyseert, begrijpt hij dat daarin besloten zit dat God perfect is. Descartes zelf
is helemaal niet perfect. Waar komt het idee van ‘God’ vandaan? Descartes ziet helder en
, duidelijk in dat alleen iets wat zelf perfect is, het idee van perfectie en volmaaktheid kan
voortbrengen. ‘God’ en ‘volmaaktheid’ kunnen dus alleen van God zelf komen. Vervolgens
ziet Descartes in dat bestaan perfecter is dan niet bestaan. Dat impliceert dus dat God wel
moet bestaan. Het gevaar van de kwade demon is nog niet helemaal geweken. Ook hier
biedt Descartes’ rationalistische methode een uitkomst: het is helder en duidelijk dat goed
zijn perfecter is dan slecht zijn. Slecht zijn werd in die tijd gezien als gebrek hebben aan het
goede. Perfect zijn betekent ‘geen enkel gebrek hebben’ en dus is God niet slecht maar
goed. Als God goed is, zal hij Descartes niet voor de gek houden. Descartes is niet alleen
een denkend ding (res cogitans), maar ook een fysisch ding (res extensa - een ding dat drie
dimensies heeft, oftewel uitgebreidheid bezit). Zo heeft Descartes de wereld terug waarvan
hij in zijn radicale twijfel nog dacht dat deze wellicht niet bestond.
3.3 Empirisme
Tegenover de rationalisten staan de empiristen. Empiristen beweren dat de mens geen
aangeboren kennis heeft. Alle kennis doe je op tijdens je leven door de zintuiglijke ervaring
en reflectie. John Locke was een van de invloedrijkste Britse empiristen uit de zeventiende
en de achttiende eeuw. In 1690 publiceerde Locke zijn Verhandeling over het menselijk
begrip, dat begint met een directe aanval op het idee van Descartes dat er aangeboren
ideeën zijn. Om een empiristische theorie te ontwikkelen ontdeed Locke zich eerst van de
cartesiaanse theorie van aangeboren ideeën. Het belangrijkste argument van de
rationalisten voor aangeboren ideeën was volgens Locke dat er niet empirische principes
zijn waarmee universeel ingestemd wordt. Bijvoorbeeld:
1. Dat wat is, is.
2. Het is onmogelijk voor een ding om tegelijkertijd te zijn en niet te zijn.
3. Er bestaan universele morele principes.
Locke was het niet met de rationalisten eens dat de universaliteit van deze ideeën alleen
maar verklaard kon worden doordat het hier om aangeboren ideeën gaat. Zo kan het goed
zijn dat mensen als klein kind bepaalde zaken leren, waardoor het lijkt alsof die kennis
aangeboren is. Locke stelde vast dat we de eerste twee principes niet vinden bij kinderen
en dwazen. Ook voor het derde principe is geen enkel bewijs. Als je verschillende groepen
mensen beschouwt, vallen er geen universele morele principes te ontdekken die alle
mensen accepteren. De rationalisten hebben dus geen gelijk. Locke vormde een rigoureus
empiristisch principe. Op de vraag ‘Waar komt kennis vandaan?’ had Locke als antwoord
maar één woord nodig: ervaring (waarneming en reflectie). De reflectie kunnen we zien als
een innerlijk zintuig, zodat datgene wat we door innerlijke zintuig waarnemen, opgevat kan
worden als op empiristische wijze verworven kennis. De empiristen hadden een degelijk
fundament: je kunt niet twijfelen aan je eigen ervaringen. Maar stel je voor je ervaart de kleur
‘geel’ door het kijken naar een zonnebloem, weet je dan eigenlijk wel zeker dat de
zonnebloem ook ‘geel’ is in de buitenwereld? Enerzijds besefte Locke dat de geest geen
andere objecten dan de eigen ideeën rechtstreeks kent. Dus kan onze kennis feitelijk alleen
betrekking hebben op de ideeën. Je kunt natuurlijk verdere kennis hebben over de relatie
tussen die ideeën, maar je weet niet of er ook nog iets met die ideeën correspondeert in de
wereld buiten jou. Lockes radicale empirisme komt zo uit bij de sceptische conclusie die hij
juist wilde vermijden, namelijk dat hij niet zeker weet of er een wereld buiten hem is. ‘De
sluier of het scherm van ideeën in mijn geest zit als het ware steeds tussen mij en de wereld
in. En ik kan niet achter die sluier vandaan komen of achter dat scherm kruipen.’ Locke leek
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jowinter. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.