Arresten week 1:
Bramer/Hofman (HR 14 juni 2002, NJ 2003, 112/JOR 2002, 152)
Bramer/Hofman (HR 14 juni 2002, NJ 2003, 112/JOR 2002,
152)
Subject ‐ Algemene voorwaarden, redelijkheid en billijkheid
Articles ‐ Art. 6:233 BW, art 6:248 lid 2 BW
Rechtsregel
De mogelijkheid een beroep te doen op de onredelijk bezwarendheid van algemene
voorwaarden staat niet in de weg aan een beroep op de beperkende werking van
redelijkheid en billijkheid. De wederpartij van de gebruiker kan hier kiezen voor een
van de bepalingen. Er geldt dus alternativiteit en geen exclusiviteit. De bepalingen
kunnen echter niet naast elkaar kunnen worden ingeroepen.
Arresten week 2:
Oerlemans/Driessen (HR 27 april 2001, NJ 2002, 213/JOR 2001, 247)
Brok/Huberts (HR 9 januari 1998, NJ 1998, 272)
Geldnet/Kwantum (HR 14 juni 2002, NJ 2002, 495/JOR 2002, 151)
Matatag/de schelde
Kinheim/Pelders (HR 4 februari 2000, NJ 2000, 258/JOR 2000, 70)
Schwartz/Gnjatovic (HR 11 januari 2002, NJ 2003, 255)
Endlich/Bouwmachines (HR 22 oktober 2004, NJ 2006, 597)
Oerlemans/Driessen (HR 27 april 2001, NJ 2002, 213/JOR
2001, 247)
Onderwerpen ‐ Tekortkoming producten
Artikelen ‐ Artikel 6:75 BW en artikel 6:74 BW
Rechtsregel
De verkeersopvattingen brengen mee dat in een geval als onderhavige een
tekortkoming bestaande in een gebrek van een verkocht product in beginsel voor
rekening van de verkoper komt, ook als deze het gebrek kende noch behoorde te
kennen. Dit zal slechts anders kunnen zijn in geval van bijzondere omstandigheden.
Deze bijzondere omstandigheden zullen niet snel mogen worden aangenomen.
Brok/Huberts (HR 9 januari 1998, NJ 1998, 272)
Onderwerpen ‐ Aansprakelijkheid bij non-conformiteit
Artikelen ‐ art. 6:74 BW, art. 6:75 BW, art. 7:17 BW
Rechtsregel
Indien een zaak niet voldoet aan de overeenkomst is daarmee een tekortkoming
gegeven. Voor het toekennen van schadevergoeding, moet deze tekortkoming echter
wel toerekenbaar zijn. Het enkele feit van non-conformiteit leidt dus niet meteen tot
aansprakelijkheid van de verkoper.
, Geldnet/Kwantum (HR 14 juni 2002, NJ 2002, 495/JOR 2002,
151)
Onderwerpen ‐ Aansprakelijkheid bij hulppersonen.
Artikelen ‐ art. 6:76 BW
Rechtsregel
Met een beroep op de tekst van art. 6:76 BW en de parlementaire geschiedenis van
dit artikel, is art. 6:76 BW beperkt tot gevallen waarin de persoon is ingeschakeld bij
uitvoering verbintenissen ten aanzien waarvan aansprakelijkheid in het geding is.
Matatag/De schelde
Onderwerpen ‐ Exoneratiebeding, redelijkheid en billijkheid
Artikelen ‐ Artikel 6:248 BW
Casus: Een reder, Matatag, en een scheepswerf, de Schelde, hebben een geschil. De
Schelde zou voor Matatag een aantal werkzaamheden uitvoeren aan een schip. De
Schelde heeft voor het uitvoeren van die werkzaamheden een onderaannemer
ingeschakeld. Door die onderaannemer worden fouten gemaakt waardoor schade is
ontstaan. Op de onderhavige overeenkomst waren de Cebosinevoorwaarden van
toepassing waarin aansprakelijkheid voor te werk gestelde personen die niet tot de
bedrijfsleiding behoren is uitgesloten. Mag de Schelde zich beroepen op de
Cebosinevoorwaarden?
Rechtsregel: Het gaat om een overeenkomst tussen twee bedrijven die behoren tot
bedrijfstakken die regelmatig met elkaar te doen hebben en waarin standaardisering van
overeenkomsten door algemene voorwaarden met exoneraties een alledaags verschijnsel is. Er kan
dan niet worden gezegd dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is in
de toepasselijke algemene voorwaarden aansprakelijkheid ook voor ernstige fouten van te werk
gestelde personen die niet tot de bedrijfsleiding behoren, geheel of ten dele uit te sluiten. Als er
schade ontstaat kan op deze uitsluiting dus een beroep worden gedaan.
Kinheim/Pelders (HR 4 februari 2000, NJ 2000, 258/JOR
2000, 70)
Onderwerpen ‐ Wijziging overeenkomst
Artikelen ‐ Artikel 6:82 BW
Rechtsregel
Of de inhoud van een tussen twee partijen bestaande overeenkomst gewijzigd kan
worden door een daartoe strekkende mededeling van de ene partij aan de andere in
samenhang met het uitblijven van een reactie van de andere partij daarop, hangt
hiervan af, of de partij die de mededeling deed, mocht vertrouwen dat hij het
uitblijven van een reactie kon opvatten als een blijk van instemming. Zulks hangt af
van de inhoud van de mededeling, de wijze waarop partijen verder aan hun
contractuele relatie vorm hebben gegeven, en de overige omstandigheden van het
geval, zoals de verdere inhoud van de brief waarin de mededeling werd gedaan, en
de aanleiding voor het doen van de mededeling. Het enkele ontbreken van een
reactie van de wederpartij op de mededeling is onvoldoende grond om aan te nemen
dat de overeenkomst tussen partijen gewijzigd is in overeenstemming met de inhoud
van de mededeling.
De schuldenaar raakt bij een aan hem toerekenbare tijdelijke onmogelijkheid van
nakoming niet zonder meer in verzuim; de schuldeiser kan echter het verzuim doen
intreden door een enkele aansprakelijkheidstelling (zonder termijn voor nakoming).
Ingeval sprake is van een ondeugdelijke, voor herstel vatbare prestatie en van
schuldeiser kan worden gevergd dat hij gelegenheid geeft voor herstel, zal verzuim in
beginsel pas intreden nadat redelijke termijn voor nakoming is gegeven;
tekortkoming is niet voor herstel vatbaar voorzover door gebrek schade is geleden