,Inhoud
HFST 1: MINDERJARIGHEID ..................................................................................................................... 2
1.1 Minderjarigen onder de hoede van meerderjarigen .......................................................................... 2
1.2 Het Kinderrechtenverdrag .............................................................................................................. 2
1.3 Minderjarigen in de jeugdhulp: DRM ............................................................................................... 3
HFST 2: VERONTRUSTENDE OPVOEIDINGSSITUATIES (VOS): ................................................................... 3
2.1 Wat is een VOS? ............................................................................................................................. 3
2.3 Risicofactoren ............................................................................................................................... 4
HFST 3: EEN INTEGRAAL VERHAAL .......................................................................................................... 8
3.1 Decreet integrale jeugdhulp ........................................................................................................... 8
3.2 Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp .......................................................................................... 11
3.3 Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp .................................................................................... 11
3.4 Crisishulp .................................................................................................................................... 12
3.5 Modulering .................................................................................................................................. 12
3.6 Intersectorale Toegangspoort ....................................................................................................... 12
3.7 Maatschappelijk noodzakelijke hulp (MANO) ................................................................................ 13
3.8 Cliëntoverleg en bemiddeling ....................................................................................................... 14
HFST 4: JEUGDDELICT ........................................................................................................................... 15
4.1 Procedure jeugddelict .................................................................................................................. 15
4.2 Mogelijke maatregelen door jeugdrechter ..................................................................................... 16
HFST 5: AANBOD JEUGDHULP ............................................................................................................... 17
5.1 Jeugdhulp via het Algemeen Welzijnswerk (AWW) ......................................................................... 17
5.2 Jeugdhulp binnen het Agentschap Opgroeien ............................................................................... 18
5.3 Centra geestelijke gezondheidszorg (CGG) ................................................................................... 22
5.4 Centra voor leerlingenbegeleiding CLB ......................................................................................... 23
5.5 Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH) ...................................................... 23
HFST 6: KOPP ........................................................................................................................................ 24
6.2 Niet zonder gevolgen .................................................................................................................... 24
6.3 Weerslag in verschillende ontwikkelingsfases ............................................................................... 24
6.4 Plan van aanpak ........................................................................................................................... 24
6.5 Psycho-educatie .......................................................................................................................... 24
6.6 Inspelen op wankelende gezinsrollen ........................................................................................... 25
6.7 Benutten van hulpbronnen ........................................................................................................... 25
HFST 7: NBWV ....................................................................................................................................... 25
7.1 Wat is een NBMV .......................................................................................................................... 25
7.2 Wat doet een voogd...................................................................................................................... 25
7.3 Plan van aanpak.........................................................................................................26
1
,HFST 1: MINDERJARIGHEID
1.1 Minderjarigen onder de hoede van meerderjarigen
Wettelijke Meerderjarigheid = 18 jaar
‘bekwaam tot alle handelingen van het burgerlijk leven’
= handelingsbekwaam (stemmen, contracten tekenen, huwelijk, aansprakelijk voor daden,…)
Minderjarigen = personen die de leeftijd van de meerderjarigheid nog niet hebben bereikt (geen
stemrecht, geen proces opstarten, niet zelf verblijfplaats kiezen, leerplicht)
Minderjarige aanhankelijke positie van meerderjarige:
- huis, opleiding, opvoeding, verzorging, …
Meerderjarige of ‘wettelijke vertegenwoordiger (ouder/voogd):
- recht en plicht om op te voeden
- recht op persoonlijk contact met kind (na echtscheiding)
- plicht om te voorzien in levensonderhoud
- tot na de 18e verjaardag
Seksuele meerderjarigheid:
- vanaf 16 jaar
- enkel strafbaar i.v.m. misbruik (geen toestemming/intrekking toestemming)
- tussen 14 en 16 indien leeftijdsverschil niet meer dan 3 jaar niet strafbaar
- geen toestemming bij voyeurisme, verkrachting of seksuele afpersing
Voogdijschap:
voogd wordt aangesteld wanneer beide ouders:
- gestorven zijn
- wettelijk onbekend zijn (bv. gestorven moeder + onbekende vader)
- zich in de ‘voortdurende onmogelijkheid’ bevinden om het ouderlijk gezag uit te oefenen (bv.
verslavingen, zware psychische/lichamelijke problematiek van lange duur), juridisch)
Voogd:
- heeft geen onderhoudsplicht
- is niet burgerrechtelijk aansprakelijk voor evt. schade die kind aanricht
1.2 Het Kinderrechtenverdrag
Begin 20e eeuw: kinderbeschermingswetten: ‘aparte categorie waar we speciale aandacht aan
dienen te besteden’
Na WO1: Internationale optekening rechten kinderen in ‘Verklaring van Genève’
1959: ‘verklaring voor de rechten van het kind’ goedgekeurd door VN
1979: ‘Internationaal jaar van het kind’ 20e verjaardag van deze verklaring
1989: Verdrag voor de rechten van het Kind (VN)
1991: ratificatie (bekrachtiging) van verdrag rechten v.h. kind (België 1992),
Kinderrechtencommissariaat waakt over toepassing en uitvoering
Laatste decennia: aandacht voor rechten van kinderen toegenomen
(exacte data niet kennen, chronologie wel)
Voorzieningsrechten (provisie):
- zaken/diensten die kinderen nodig hebben om op te groeien in optimale omstandigheden
- bv. recht op veilige leef- en speelplek, gezondheidszorg, educatie
2
, Participatierechten:
- voorwaarden die regelen dat kinderen voor zichzelf kunnen opkomen
- bv. recht om gehoord te worden, vrije meningsuiting, toegang tot informatie
Beschermingsrechten (protectie):
- voorwaarden die beschermen tegen schadelijke factoren voor ontwikkeling/Welzijn
- bv. recht op bescherming tegen mishandeling/kinderarbeid
Plichten:
- ouders: voeding, kleding, onderdak
- regeringsleiders: zorgen dat voorwaarden er zijn zodat ouders plichten kunnen nakomen,
degelijk onderwijs, uitgebouwd rechtssysteem
- kinderen: leerplicht
1.3 Minderjarigen in de jeugdhulp: DRM
DRM: Decreet rechtspositie van de minderjarigen in de jeugdhulp
- decreet = wet van gemeenschap (Vlaams/Waals)
- waarom: statuur van minderjarigen in de jeugdhulp vertoonde intersectorale verschillen
- doel: eenduidigheid verkrijgen + rechtspositie minderjarigen versterken
- 30 artikels
- hulp van meerderjarige nodig om rechten af te dwingen
- hulpverleners zijn best op de hoogte van de grote lijnen
Grote lijnen (krijtlijnen):
- belang minderjarige (bekwaamheid + mening) steeds voorop bij keuzes HV (kinderrechtverdrag
referentiekader voor decreet, andere keuze -> HV zet verantwoording in dossier minderjarige)
- recht op dossier, bijgestaan worden
- recht op respect voor het gezinsleven
- recht op inspraak en participatie (mee vergaderen)
- inzagerecht in dossier + klachtrecht
- recht op jeugdhulp indien beschikbaar (zelf niet geschikt: doorverwijzing gepaste hulp, recht op
hulp impliceert niet het opzij zetten van andere rechten bv. school, vrijetijdsbesteding)
- recht op bijstand (iemand naar keuze die het kind in vertrouwen neemt, geen leerkracht,
iemand met beroepsgeheim, HV, niet betrokken met dossier)
- recht op duidelijke informatie (leeftijdsadequaat, spontaan, aard en duur van hulp, afspraken,
rechten, plichten, HV kan oordelen dat kind niet alles moet weten)
2.1 Wat is een VOS?
Definitie:
Een problematische leefsituatie die de ontwikkeling van de minderjarige bedreigt waarbij de
integriteit, gezondheid en/of veiligheid van een minderjarige in gevaar komt.
- opvoedingsproces waarbij de wisselwerking tussen ouder en kind faalt
- oorzaken: bijzondere gebeurtenissen, rationele disputen, leefomstandigheden
Term ‘verontrustend’ is subjectief (in ouder-kind relatie, schoolse evolutie, pedagogische
bekwaamheid, materiele omstandigheden, …)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marieclaessen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.