- Symbiose: samenlevingsvormen tussen ≥ 2 verschillende species
o Mutualisme
▪ Dienstbetoon: 2-way
▪ Afhankelijkheid: partieel
▪ Schade: Nee
▪ Bv microben in de voormaag van een rund, termiet met bacteriën in de darm
waardoor ze cellulose kunnen verteren, bloedzuiger met bacteriën die zorgen dat die
bloed kan verteren
o Commensalisme
▪ Dienstbetoon: 1-way
▪ Afhankelijkheid: Nee
▪ Schade: (nee)
▪ Bv clownvis heeft dikke mucuslaag die beschermt tegen stinging van anemoon;
clownvis heeft bescherming, anemoon heeft er niks aan
▪ Bv demodex folliculitis (mee-eter) normaal geen schade maar tijdens puberteit met
verandering van hormonen kunnen ettervormdende bacteriën acné veroorzaken
o Parasitisme
▪ Dienstbetoon: 1-way
▪ Afhankelijkheid: Ja
▪ Schade: Ja
▪ Altijd ergens in de cyclus een gastheer nodig
▪ 50% van alle diersoorten zijn parasitair op bepaald stadium van hun levenscyclus
▪ 100% van dieren en planten kunnen worden geparasiteerd (enkel virus niet)
▪ Meerdere parasieten per gastheer species
▪ Soms meerdere gastheren voor 1 parasiet species → zoönosen
▪ Waarom heeft Westerse mens zo weinig last van parasieten?
• Door hoge hygiëne: drinkwater + doorspoeltoiletten
• <-> tropische regio’s
- Parasitologie: studie van parasitaire samenlevingsvorm
o Parasiet: morfologie, cyclus, biologie, (diagnose)
o Relatie tussen gastheer en parasiet: fysiologie, biochemie, celbiologie, kliniek, Pathogeniteit
o Immunologie: immuun mechanismen (humoraal, cellulair, moleculair)
▪ Parasieten zijn specialisten in het ontwijken van het immuunsysteem, afweer gaan
parasitaire infectie niet oplossen
▪ Amper vaccins tegen parasieten
o Epidemiologie: relatie gastheer – parasiet – (vector) – omgeving
o Ziekteleer: farmacologie, kliniek, Pathogeniteit
o Behandeling
- Parasitisme
o Obligaat vs facultatief
▪ Obligaat: parasitair stadium binnen cyclus noodzakelijk
▪ Facultatief: onafhankelijke, niet parasitaire cyclus mogelijk
• Kunnen los van gastheer hun plan trekken
1
, • Als je als gastheer op de verkeerde plaats, op het verkeerde moment bent
en toevallig geïnfecteerd word → meer ernstige symptomen; parasiet kent
je niet en gaat vanalles zot doen
• → hoe meer een parasiet aangepast is aan de gastheer, hoe minder
symptomen (bv demodex)
o Permanent vs tijdelijk
▪ Permanent: volledige cyclus op gastheer
• Bv luizen; je moet in direct contact komen met iemand met luizen
▪ Tijdelijk: deel van cyclus op gastheer
o Incidenteel vs erratisch
▪ Incidenteel: zeldzaam bij genoemde gastheer
• Bv eenmalig rauwe vis eten op vakantie in Japan met parasiet
▪ Erratisch: abnormale gastheer of plaats
• Als parasiet weg kwijt raakt in gastheer en daar sterft → vaak ernstige
symptomen
o Stenoxeen vs euryxeen
▪ Stenoxeen: hoge gastheer specificiteit
• Bv humane malaria infecteert enkel de mens
▪ Euryxeen: lage gastheer specificiteit
• Bv toxoplasma van kat draagt over op de mens
o Homoxeen vs heteroxeen
▪ Homoxeen: slechts 1 gastheer binnen cyclus
▪ Heteroxeen: meerdere gastheersoorten binnen cyclus
o Endo vs ecto vs meso parasiet
▪ Endo-parasiet: leeft in de gastheer
▪ Exto-parasiet: leeft op de gastheer
▪ Maso-parasiet: leeft in externe openingen (mondholte, oor, genitaliën, ea)
- Gastheer
o Definitieve: adulte stadia; seksuele vermeerdering
o Tussen: larvale stadia met ontwikkeling
o Paratenische/transport/wacht gastheer: lavale stadia zonder ontwikkeling
o Vector: actieve rol in transmissie
▪ Biologisch: parasiet vermeerdert in tussengastheer bv malariamug
▪ Mechanisch: geen rol in de cyclus van de parasiet bv bloedzuigerinsect gaat enkel
ziekte overbrengen of huisvlieg met e.coli op boterham
- Prepatente periode: periode tussen infectie en infectieus worden
o Bij epidemie beter kennis van prepatente fase als dierenarts; doel om nieuwe infectie tegen
te gaan door in de prepatente fase te behandelen
▪ Op praktisch niveau niet haalbaar; veel te duur, om de 3 weken behandelen
- Patente periode: infectieuze periode (eieren, larven, etc) = overleving van adulte
- Reservoir: biotoop van de parasiet (mens, dier), bron van infectie maar reservoir is zelf niet ziek
(subklinische infectie door aanpassing parasiet)
o Bv veldmuizen
- Zoönose: vertebraat dier als bron voor de infectie van de mens
o Directe zoönose: ziekteverwekker overgedragen door direct contact
o Cyclozoönose: de ziekteverwekker moet tussen verschillende gastheren wisselen. Zowel
de tussengastheer als ook de eindgastheer zijn vertebraten
▪ Bv runderlintworm: mens geïnfecteerd door eten van rundsvlees
2
, o Metazoönose: ziekteverwekker moet tussen verschillende gastheren wisselen, maar in
tegenstelling tot de cyclozoönose is de tussengastheer hier een invertebraat, zoals een mug
o Saprozoönose: de ziekteverwekker heeft een niet dierlijk reservoir. Voorbeelden voor een
dergelijk reservoir kunnen planten, grond of water zijn.
▪ Bv echinococcus (hondenlintworm)
- Symptomen: klinische veruitelijking van infectie
o Soms al in prepatente fase, soms in patente fase, soms pas nadat infectie is afgelopen
o Afhankelijk van soort dat er aanwezig is symptomen op ander moment
PARASITAIRE ADAPTATIES
Noodzakelijk om zich binnen de gastheer te bestendigen (infectie, overleving, vermeerdering)
MORFOLOGISCH
- Grootte
- Vorm
- Aanpassing van bewegingsorganen
o → Parasieten die aan migratie moeten doen om tot targetorgaan te geraken, bevatten een
uitgebreid zenuwstelsel → acetylcholine esterase inhibitoren gebruik als behandeling
- Vasthechtingsorganen (haken, zuignap, klauwen)
o → Darmparasieten moeten zorgen dat ze niet afgescheiden worden door darmperistaltiek →
vasthechtingsorgaan nodig
- Vermindering CZS (sensoriële functies) en verteringsstelsel (mondkapsel, tanden, snijplaten)
o → Platwormen heel rudimentair zenuwstelsel omdat die zich minder moeten bewegen
(overleven in GI-stelsel → enkel vastklampen in darm)
LEVENSCYCLUS
Toename van reproductief potentieel
- Ei-productie
o Hoe groter de parasiet, (hoe meer) eitjes ze maken; worm van 2mm gaat geen eitjes maken
- Hermafrodisme: tweeslachtigheid (meestal wel geen zelfbevruchting mogelijk)
- Parthenogenesis: vrouwtjes kunnen reproduceren zonder aandeel van mannelijk compartiment
- Verlies van seizoensgebondenheid
o Parasitaire cyclus valt stil in de winter in onze streken (bv geen muggen meer) → een van de
reden waarom er in de tropen meer parasitaire infecties zijn
- Snelle rijping tot volwassen stadium
o → Hoe langer de prepatente fase is (trager volwassen stadium bereikt), hoe minder het
reproductief potentieel is
- Verlengde levensduur
- Aseksuele vermeerdering gedurende meerdere fasen van de levenscyclus
- Inclusie van secundaire en tertiare gastheren
IMMUNOLOGISCH
- Absorptie van ‘host’ antigeen
o Parasieten gaan gastheer antigeen absorberen en tonen aan immuunsysteem → worden niet
ontdekt/bestreden
- Antigenische variatie
- Immunologische ‘sanctuary’ sites: plaats waar immuuncellen niet aan kunnen
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marliesnelissen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.