Verdiepend staats- en bestuursrecht Hoorcollege 5 13 maart 2019
Docent: Hirsch Ballin (HC5 - HC7)
Kennis is macht
Gevolgen van big data voor burger en staat en de Wet op de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten 2017
Titel 'Kennis is macht' staat niet in de leidraad. Hirsch Ballin leek het passend om dit als titel erboven
te zetten. We kennen allemaal deze zegswijze. Helemaal niet nieuw; zei men ook al voordat er
überhaupt elektronische gegevensverwerking was. Oude inzicht dat kennis ook een bron van macht
is, dat heeft nieuwe dimensies gekregen met de mogelijkheid om in een hoog tempo en met grote
reikwijdte kennis te genereren die er niet vanzelf al is.
Dat kennis macht is, is niet per definitie slecht. We willen van de overheid dat die over kennis beschikt
bij uitoefenen van de macht -> door het recht genormeerde macht, dat is gezag. Bijv informatie over
gevolgen klimaatbeleid, kosten ervan e.d. is essentiele kennis voor uitoefening van macht van
overheidsgezag over dit onderwerp. Dus 'kennis is macht' is niet per definitie iets waar je bang voor
moet zijn, maar het kan wel iets zijn waar je bang voor moet zijn. Vandaar bijv maatregelen genomen
om te voorkomen dat men aanneemt, vermoedt en misschien ook wel de inlichtingendiensten met
enige zekerheid kunnen zeggen dat er in bepaalde apparaten waarmee met elkaar communiceren
(internet, telefoon, appen) dat daar toegangspoortjes voor zitten die door de Chinese geheime dienst
zouden kunnen worden gebruikt. Dan gaat het ook om macht die ontleend wordt aan kennis.
Daartegen willen we ons beveiligen.
Dit zijn een paar voorbeelden waarom Hirsch Ballin denkt dat 'kennis is macht' een goed motto is voor
dit college.
Betekenis van informatie voor de rechtsorde
Betekenis van informatie voor de rechtsorde is eigenlijk een heel oud gegeven.
Het recht is een baanbrekende uitvinding van de mensheid, deel van de cognitieve
revolutie
Het recht is een baanbrekende uitvinding van de mensheid. Dat realiseren mensen zich niet
altijd, aardig om in gesprek te brengen met niet-juristen. Het recht, naast vuur en wiel zijn
uitvindingen die het samenleven mogelijk hebben gemaakt zoals we dat nu kennen. Het is een
onderdeel van de cognitieve revolutie. Ontwikkeling in mensheid waarbij kennis van omgeving,
medemensen, dieren, planten, manier waarop aarde functioneert, deel is gaan uitmaken van dat
we kunnen uitspreken en delen met elkaar. Waarvan we van kunnen leren, leerprocessen in
gang gezet. Een daarvan is het vermogen om abstract te denken. Niet alleen onmiddellijk op
impulsen reageren, intuitief reflexmatig op wat er aan impulsen op je af komt, maar ook om
daarover na te denken (tot 10 kunnen tellen). Kennis met anderen te delen dus ook mogelijkheid
(daar komt het recht binnen de horizon) om normen te aanvaarden die ons in staat stellen om
samen te leven met mensen die we niet kennen.
Recht maakt vertrouwen mogelijk in onpersoonlijke relaties
Men neemt nu algemeen aan dat de eerste mensen in kleine groepen leefden van zo'n 165 m/v
en kinderen. Kleine kuddes net als andere levende wezens in kleine verbanden leven. Kennen
elkaar allemaal. Ken je ook de manier waarop anderen zich gedragen (je weet wat voor vlees je
in de kuip hebt). Je weet hoe je met elkaar rekening moet houden, nog geen rechtsnormen nodig.
Op het moment dat verbanden van samenleven groter worden en dus mensen gaan omvatten
die je niet in persoon kent, niet weten hoe ze zich gedragen, ontstaat behoefte om tot
voorspelbaarheid te komen van het gedrag. Het medium om tot voorspelbaarheid van gedrag van
anderen te komen is een norm. Een norm die omschrijft wat het gewenste en ongewenste gedrag
is. Daar hoort een secundaire norm bij die een sanctie/straf/schadevergoeding/afrekening
verbindt aan het niet naleven van die norm.
Dit is kort gezegd wat een rechtsorde is. Normen van het gedrag en secundaire normen die
zeggen wat er gebeurt als mensen zich niet aan de normen houden. Doordat die normen een rol
,zijn gaan spelen in de ontwikkeling van de mensheid, is het mogelijk geworden om te vertrouwen
op de manier van samenleven met mensen die je niet in persoon hebt leren kennen. Niet weten
hoe ze gewoonlijk reageren. Vertrouwen wordt daarmee dus bemiddeld, gemedieerd via de
rechtsnormen. Dat maakt het mogelijk dat wij met elkaar samenleven op allerlei manieren. Bijv
samenzijn in collegezaal, verwachtingen van studenten waaraan mensen van de universiteit
(docenten/staff) worden gehouden over verloop onderwijsproces en doen plaatsvinden van
tentamens en beoordeling ervan en als daar bezwaren tegen bestaan in beroep te gaan bij
College van Beroep voor de Examens.
Recht bevestigt verwachtingen van door regels geleid gedrag en vergeldt afwijkingen
daarvan
Van stammen naar staten
Vorming van grotere verbanden, zoals stammen en volkeren (ethnoi)
Onderscheidden zich door eigen talen die gemeenschappen vormden. Vaak verschillende
gewoonten, omgangsvormen, religieuze overtuigingen ontwikkeld op momenten dat het nog
gesloten gemeenschappen waren.
Doorontwikkeling tot staten met hun demoi
Doorontwikkeling van stammen en volkeren die wel met elkaar in contact kwamen op 1
aardbodem betekent dat er ook een doorontwikkeling heeft plaatsgevonden tot staten die niet
perse hoeven te bestaan uit 1 ethnos. Die gemeenschappen kunnen omvatten: verschillende
talen spreken, verschillende religieuze praktijken. Als we het hebben over staten hebben we het
ook over volkeren. Onze GW gebruikt de term 'Het Nederlandse volk'. Dat is geen ethnische
aanduiding! Dat duidt niet een ethnos aan, maar een demos aan. Een volk in de betekenis van
staatsvolk, geheel van de staatsburgers. Dat omvat mensen die misschien verschillende talen
spreken van huis uit of later geleerd. Als we het hebben over het NL staatsverband dan zijn de
talen die hier behoren tot de oorspronkelijke talen van de samenleving het NL, Fries, Papiaments
en Engels. Er zijn vele talen bijgekomen die van NL samenleving zijn gaan uitmaken
(immigranten). Eerste talen zijn de officiele talen van de NL staat of van onderdelen daarvan
(Fries van Friesland, Papiaments van Bonaire en Engels van Saba en St Eustatius). Dus een
demos kan cultureel, religieus, ethnisch divers zijn en wordt bepaald door het staatsburgerschap
(nationaliteit). Hier komt Hirsch Ballin in later college breder over te spreken.
Nu betekent die doorontwikkeling tot staten met hun demoi ook dat er mogelijkheden zijn
ontstaan tot overheersing. Tot overheersing, door vorsten of door anderen die op een of andere
manier de macht uitoefenden over een grondgebied. Ontwikkeling van stammen tot volkeren is in
hoge mate de ontwikkeling van een zwervend bestaan waarbij er geen vast grondgebied was,
naar een vast omlijnd/omgrensd grondgebied dat we kennen als staten.
Imperialisme, kolonialisme, nationalisme en militarisme
Tot de doorontwikkeling van de staten behoren ook de negatieve verschijnselen. In het recht gaat
ook altijd om de negatieve kanten van de ontwikkelingen, over het kwaad waartegen opgetreden
moet worden. Negatieve kanten van ontwikkeling tot staten hoort het imperialisme; onderwerpen
van volkeren en gebieden in andere werelddelen, vooral in de vorming van intercontinentale
imperia (Brits, Frans, NL). Denk niet alleen aan de Caribische delen van wat nog steeds, maar nu
met autonomie, voor de andere delen van het Koninkrijk der Nederlanden is. Denk ook aan
Indonesie, het vroeger NL-Indie. Kolonialisme. Meest wrede verschijnsel dat ermee gepaard ging
was mensen tot slaaf maken, verhandelen, uitbuiten en transporteren over zee naar andere
landen.
Daar hoort ook het nationalisme bij. Het waanidee dat een bepaalde ethnos zo kenmerkend is
voor een staat, dat die superioriteit kan claimen tov andere ethnoi, tov andere volkeren in de
eerste betekenis (die ethnoi, nationalisme) een soort aanspraak daaraan kan ontlenen, aan die
superioriteitswaan op onderwerping van andere volkeren. Dat is het nationalisme met de
bijverschijnselen van militarisme en gruwelijke wereldogen van 20e eeuw als bekend gevolg
daarvan.
, Daar is op gereageerd, ook door de verdere ontwikkeling van de rechtsorde. Door de
ontwikkeling van de internationale rechtsorde, waarin NL juristen zoals Tobias Asser in late 19e
eeuw/vroege 20e een belangrijke waardevolle rol hebben gespeeld. Aanvankelijk vergeefs, want
de Haagse Vredesconferenties van 1899 en 1909 hebben niet kunnen voorkomen dat de WO I
een paar jaar later uitbrak. Ook daarop is weer gereageerd. Eerst met de Volkenbond en toen
met de VN, met mensenrechtenverdragen, verklaringen en mechanismen tot handhaving ervan.
Natuurlijk ook met het proces van ontwikkeling van fundamentele rechten die in de constituties
van landen zoals NL zelf verankerd is.
Kunnen we nu spreken van moderne, niet discriminerende nationale gemeenschappen?
Dan is de vraag natuurlijk of we nu kunnen zeggen dat we bij het 'happy end' zijn aangekomen
van moderne niet discriminerende nationale gemeenschappen (nationaal in de betekenis van het
'demos'). Dat is een vraag die we allemaal kunnen beantwoorden. Veel vooruitgang geboekt op
dit punt, maar tot op de dag vandaag om ons heen ontwikkelingen en gebeurtenissen en
patronen die er afbreuk aan doen. Komen wel neer op discriminatie en op niet-erkennen van
iedereen als gelijkwaardig medeburger.
Terugval in politiek tribalisme
Recent boek 'political tribolism'. Terugval in politiek tribalisme met de gedachte dat de eigen tribe,
de eigen stam, superieur zou zijn aan anderen. Dat is een reden temeer om die ontwikkelingen,
die tendensen die je in de massa communicatie ziet, in de richting van politiek tribalisme te
confronteren met de principes van ons constitutionele recht. Principes van publiek gezag en
burgerschap.
Daarmee heeft Hirsch Ballin ook meteen iets aangeduid van andere onderwerpen die in de loop
van de colleges aan de orde zullen komen. Bouwt voort op referentiekader 'constitutionele
levenscirkel'. Aantal elementen in die constitutionele levenscirkel verder verhelderen.
Voordat we bij de facetten van de constitutionele levenscirkel uitkomen, die door Hirsch Ballin
worden verbonden met onderwerp van dit HC (kennis is macht), staan we wil bij de
constitutionele kernwaarden. Deze kernwaarden zijn onderscheiden in publicaties, ook in
publicatie van Hirsch Ballin (op voortgebouwd). Voice - stem die burgers in het kapittel hebben.
Rights - de rechten die aan hen toekomen, die ook geldend gemaakt kunnen worden in het
rechtsstelsel. Expertise - expertise die we mogen verwachten van degenen die staatsgezag
uitoefenen.
Expertise, gezag en democratie
Deze expertise is essentieel voor het gezag in de democratische samenleving.
De lange lijnen naar het constitutioneel bestel van 1917: democratisering en
rationalisering
1917 was het jaar van een heel belangrijke grondwetsherziening. In loop der jaren studie vooral
gehoord over enorme belang van grondwetsherziening 1848 (Thorbecke), erkenning van
grondrechten enz. Grondwetsherziening die een paar kenmerken had en die wordt vaak wordt