Samenvatting hoorcolleges relatievermogensrecht
HC1 Inleiding Relatievermogensrecht, Geschiedenis: plaats in het
algemene vermogensrecht; primair
huwelijksvermogensrecht/basisstelsel/huwelijkse voorwaarden
Gemeenschap van goederen: Gemeenschap is als er 2 of meer personen gerechtigd zijn tot een en
hetzelfde goed (eenvoudige gemeenschap). Ieder half huis of samen 1? Gemeenschap van goederen
is bijzondere gemeenschap en geldt alleen tussen echtgenoten! Eenvoudige gemeenschap hoeft niet
per se bij echtgenoten.
Huwelijk: Overgenomen uit Romeinse recht. Kenmerkend was dat ze elkaar niet nodig hebben
(financieel onafhankelijk) huwelijk gebaseerd op consensus; vrijheid en wil om te trouwen. Bijzonder
aan consensus was dat elke dag opnieuw de vraag was of je nog wilde trouwen. Ontbrak die wil, dan
kon je scheiden, maar moest een doorlopende consensus zijn.
Einde West-Romeinse rijk kwam Christendom en Christendom pikte Romeins huwelijk op en dat
hebben nu nog steeds; je moet ja, ik wil zeggen, maar niet doorlopende consensus meer.
Consensus alleen aan begin, omdat eerste Christenen niet tot de sociale bovenklasse
behoorden (niet rijk). Als man zei ik wil scheiden, zou vrouw met lege handen staan en
daarom consensus alleen aan het begin. Er was geen tijd om in te halen (de tijd dat vrouw
voor kinderen zorgde, kon ze niet inhalen door te gaan werken).
Voltrekking huwelijk: ten overstaan v/d ambtenaar v/d burgerlijke stand. Huwelijk wordt voltrokken
door de echtgenoten zelf. Dit was vroeger ook zo, maar toen trouwden ze zichzelf door consummatie
Consummatie vond men niks en toen kwam concilie van Twente: er moest worden
voltrokken ten overstaan van een priester. Dat vond men ook niks.
Geschiedenis:
Tot in 19e eeuw was huwelijk vrij uitzonderlijk; kwart van de bevolking trouwde, omdat ze te
arm waren echtgenoot te onderhouden. Veel huwelijken in het geheim voltrokken.
Staat heeft huwelijk gekaapt eind 16e eeuw, want katholieke kerk werd verboden
(Reformatie). Huwelijk werd in stand gehouden, maar nu moest je naar de dominee. Slechts
9% van de NL’se bevolking was lid van de staatskerk en trouwen ten overstaan van
ambtenaar was ook mogelijk ontstaan burgerlijk huwelijk.
In 20e eeuw veel veranderd. Lex Van Oven 1957 = de wet Van Oven revolutionair. Deze wet
maakte einde aan handelingsonbekwaamheid gehuwde vrouw (kinderen waren ook
handelingsonbekwaam) en onveranderlijkheidsbeginsel.
o Onveranderlijkheidsbeginsel = als je eenmaal getrouwd was, bleef je rest van je leven
(scheiden kon niet) in gemeenschap van goederen getrouwd als je zo getrouwd was.
Het gekozen systeem was onveranderlijk. Bij huwelijksvoorwaarden kon je bedingen
dat je handelingsbekwaam was.
o Wijziging van echtscheidingsrecht. Als je van je echtgenoot af wilde en hij wilde dat
ook, verzocht je echtscheiding met als reden overspel (ook al was niet waar), omdat
rechter dat niet hoefde te controleren.
Nadeel: degene die zei dat hij overspel pleegde, kreeg geen alimentatie.
Vrouw kreeg als huwelijkscadeau ontslag. In private sector namen vrouwen
1
, zelf ontslag. Vrouw moest dus man zover krijgen om te zeggen dat hij was
vreemdgegaan, anders had ze niks meer.
o 1970: 1 echtscheidingsgrond: duurzame ontwrichting van de relatie. Schuld en
alimentatie zijn losgekoppeld (nog steeds!), dus degene die overspel pleegde, kan
toch alimentatie krijgen!
e
21 eeuw wijzigingen:
o Geregistreerd partnerschap tussen hetzelfde en verschillende geslacht.
Dit was een beperkt huwelijk, maar tegenwoordig zijn bijna alle beperkingen
eruit gehaald. Hebben we gp nodig? Nee. Mensen willen niet emotionele
lading huwelijk, de wet bemoeit zich er helemaal niet mee, zie art. 1:30-2.
o Wetswijziging 2001: o.a. homohuwelijk, maar niet echt, want we hebben gewoon
huwelijk voor twee personen ongeacht het geslacht. Vroeger alleen voor man-vrouw
(stond niet specifiek in de wet maar iedereen dacht dat dat de bedoeling was).
o Waarom mag je niet met z’n drieën ofzo trouwen? Er is nooit over nagedacht
waarom het alleen met zijn tweeën is (traditie is geen argument). Sinds openstelling
huwelijk met zelfde geslacht is er geen reden waarom je maar met 2 mag trouwen.
o Je kan zeggen dat sprake is van relatieneutralisering: maakt niet uit of je getrouwd
bent of niet, maar er is wel verschil tussen samenwonen en gehuwd zijn, vooral als je
bij elkaar weg wil.
o Belangrijkste criterium huwelijk: lotsverbondenheid! Het is geen vrijblijvendheid. Dit
staat in art. 1:81. Dit is belangrijk, omdat dit niet eindigt bij einde van het huwelijk
(echtscheiding). Er is een doorlopende lotsverbondenheid, zoals alimentatie.
Titels boek 1:
Titel 1.6 gaat over huwelijk in het algemeen. Deze regels gelden in alle gevallen.
Titel 1.7 gaat over gemeenschap van goederen.
Titel 1.8 gaat over regels mbt huwelijksvoorwaarden
Titel 1.9 gaat over echtscheiding
Nog aantal bepalingen in de wet over huwelijksvermogensrecht
Bij echtgenoten speelt verjaring geen rol; termijn wordt opgeschort tot een half jaar na
ontbinding huwelijks art. 3:321.
Art. 7:266 als je huurder bent, wordt je echtgenoot medehuurder.
Art. 61 Fw
Huwelijksvermogensrecht is onderdeel vermogensrecht dus die bepalingen gelden ook! Boek
3 en boek 6 zijn dus van toepassing. In boek 1 kan worden afgeweken.
Gemeenschap van goederen: standaard: al je vermogen (bezittingen en schulden) vallen in de
gemeenschap van goederen (verandert straks). Weinig landen kennen dit. Dit brengt ook nadelen
met zich mee bij schulden, maar bij bezittingen juist voordelen.
Na 1 januari 2018: alles wat je samen hebt opgebouwd tijdens huwelijk valt i/d gemeenschap,
behalve schenkingen. Alles buiten huwelijk valt niet i/d gemeenschap, tenzij het gemeenschappelijk
was (je woonde samen bijv.).
Huwelijk is een instituut: het is meer dan een overeenkomst.
Art. 1:30-2 hoofdregel de wet beschouwt het huwelijks alleen in zijn burgerlijke betrekkingen en
2
,houdt zich dus niet bezig met de inhoud van de relatie van echtgenoten.
Art. 1:68 uitzondering: kerkelijk huwelijk mag pas nadat je bij ambtenaar bent geweest. Hier bemoeit
wetgever zich wel met inhoud van de relatie, maar was bedoeld om te voorkomen dat mensen
dachten dat ze gehuwd waren als ze in de kerk getrouwd waren.
HC2 Algemene beginselen - Titel 6 als fenomeen - Boedelmenging
(inclusief: nalatenschap) aansprakelijkheid / verhaalbaarheid /
uitwinbaarheid algemeen
Op 1 januari 2018 verandert er van alles bij huwelijksvermogensrecht:
Gemeenschap van goederen wordt ingeperkt. Standaardstelsel is gemeenschap van goederen en
nieuwe regeling geldt voor gemeenschappen van na 1/1/18.
Iemand die in 2025 gaat trouwen, welke gemeenschap van goederen geldt dan als ze geen
huwelijksvoorwaarden hebben? Weten we niet, want dan moet je leeftijd weten. Als die 30 is weet je
het, als die 60 is niet. De huidige wet zegt dat bij een reparatiehuwelijk het huwelijksgoederenregime
dat ze voor de echtscheiding hadden, herleeft. Daarom geldt dus voor gemeenschappen die
ontstaan na 1/1/18 en niet voor reparatiehuwelijken. Gaat erom wanneer de gemeenschap (niet
huwelijk) is gesloten!
Titel 1.6 BW: algemene bepalingen voor elk huwelijk.
Plichten echtgenoot: zijn er niet echt, maar zie 1:81 (getrouwheid en hulp en bijstand) en 82
(kinderen verzorgen en opvoeden). In 1:82 staat de tot het gezin behorende minderjarige kinderen
en niet hun kinderen. 1:83 ook.
Gezinsbeschermende bepalingen:
Art. 8 EVRM is voor bescherming van het gezin. Family life kan de wettelijke bepalingen van BW
opzijzetten. Hierdoor kan bijv. stiefvader i.p.v. de echte vader worden belast met gezag in geval
van overlijden moeder.
1:88 voor bepaalde rh’en moet echtgenoot toestemming hebben van andere echtgenoot en die
andere echtgenoot kan die rechtshandeling vernietigen 1:89.
1:109 Opheffen gemeenschap. Wordt na 1/1/2018 minder interessant
3:321 Verjaring wordt opgeschort. Als echtgenoot vordering heeft op andere en verjaring is 5
jaar, wordt verjaring opgeschort tot 6 jaar na ontbinding.
7:266 Huur
4:28 t/m 30: andere wettelijke rechten omtrent geld e.d.
In praktijk vooral van belang 1:88. Dit artikel heeft af en toe gevolgen voor dingen die niet
voorzien zijn. Het belang (van de waarde) is geen argument voor het vernietigen van de rh.
Hoe toestemming geven? Expliciet ja of nee. Impliciet als je niks doet bijv. Maar hoe kan je
mededeling zien in iets wat niet gebeurd is? Afleiden uit feiten of gedragingen.
Lid 3: als wet rh vormvoorschrift schrijft waar toestemming voor geldt, moet toestemming
dezelfde vorm hebben als het vormvoorschrift. Vormvrij is zonder verplichte vorm en is niet
gelijk aan vormloos (dan heeft het geen vorm).
Lid 1 a t/m d: rechtshandelingen waarvoor toestemming nodig is. Geldlening heb je geen
toestemming voor nodig gaat niet om omvang v/h belang, maar of het in het rijtje staat.
Lid 2: uitzondering geen toestemming nodig nakoming (wettelijke) verplichting. Je hebt
koopoptie verleend voordat je ging trouwen, kan echtgenoot tegenhouden? Nee.
3
, o Lid 6: Echtgenoot kan geen toestemming verlenen als ze afwezig is/in onmogelijkheid
verkeert. Je kan dan naar rechter. Wat je bijv. niet moet doen bij verkoop woning is
zelf naar rechter gaan om toestemming te verlenen. Rechter kan dat niet achteraf
doen, omdat hij zelf moet kunnen oordelen (toestemming achteraf vragen kan niet).
Recht om toestemming te geven is hoogstpersoonlijk, maar bij overlijden kunnen ook
nabestaanden beroep doen op 1:88 dus zo hoogstpersoonlijk is het niet.
Stel je verkoopt huis en krijgt spijt en je vrouw overlijdt. Kan je namens erfgenaam beroep
doen op 1:88? Kan niet. Afstammeling als erfgenaam kan wel, maar echtgenoot als
erfgenaam niet, want deze toestemming geldt niet als correctie van je eigen handelen.
Lid 1 letter a: heeft betrekking op verkoop woning, inboedel of opzeggen huur bijv.
o Woning die onder bestuur/beschikkende bevoegdheid valt van de echtgenoot bij naam.
Echtelijke woning: woning die tot woonmilieu v/d echtgenoot behoort. Vakantiewoning
kan dan dus ook. Als woning behoort tot woonmilieu heb je dus toestemming nodig!
o Heb je voor levering toestemming nodig of voor obligatoire fase? Voor de obligatoire
fase, want die kan je vernietigen.
o Als wordt vernietigd, ben je dan schadevergoeding verplicht van de niet-nakoming van de
overeenkomst? Nee, want er is geen overeenkomst meer dan.
o Toestemming nodig voor ovk strekkende tot bezwaring met de bank (om je woning te
bezwaren); te verhypothekeren. Geen toestemming nodig om ovk te ondertekenen.
o Overeenkomst tot ingebruikgeving ook toestemming voor nodig.
Lid 1 letter b: doen van giften m.u.v. bovenmatige.
o Lid 4 waar je geen toestemming voor nodig hebt. Schenking inzake de dood 7:77, omdat
dat op een legaat lijkt.
o Je huis verkopen voor een lagere prijs dan gebruikelijk is, is ook gift en heb je
toestemming van je echtgenoot voor nodig. Ook als het niet je echtelijke woning is.
Lid 1 letter c: niet sterk maken voor een derde (dat bijv. geen schulden zijn) zonder toestemming
o Bijv. bank wil geld lenen aan zoon van vader en vader staat borg. Mag dat zomaar? Nee,
je hebt toestemming van echtgenoot nodig.
o Toestemming ziet op de overeenkomst strekkende tot zekerheid voor de terugbetaling;
obligatoire fase. Als de ovk vernietigd wordt, is er geen ovk meer (dus geen titel) en kan
ook geen sprake zijn van niet-nakoming omdat je niet levert (goederenrechtelijke fase).
o Tussenzin die je door mag strepen: hij…of bedrijf; geen toestemming voor nodig. Dit
kennen we niet meer. Agentuurovereenkomst bijv. 7:429; handelsagent kan zich
aansprakelijk stellen voor nakoming van de verplichtingen van de opdrachtgever.
o Voorbeeld: je bent DGA en als enig ah van je bv koop je alle aandelen. Hij verkoopt deze.
Ik wil dat je in contract zet dat blijkt dat de activa er echt is en dat er niet meer schulden
zijn dan bekend. Dit is niet sterk maken voor derde, want als je je sterk maakt voor derde
moet er wel een derde zijn. In deze ovk is er geen derde, alleen ah en ik de koper. Er
wordt niet iets verklaard namens iemand, maar dat wordt zelf verklaard.
o Lid 5: stel ik ben bakker in eenmanszaak (eigenaar en persoonlijk SA van alle schulden) of
in BV en wordt CEO. Mijn onderneming wordt niet gedreven door mij persoonlijk, maar
door BV die alle aandelen houdt. Je gaat naar bank en zegt ik heb lening nodig 100k. Bank
zegt we willen wel lenen aan uw BV, maar dat u zich zelf aansprakelijk stelt voor de
terugbetaling. Maak je je dan sterk voor een derde? Ja, t.o.v/d BV.
4