100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Personen- en Familierecht (eigen cijfer: 8) €5,94
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Personen- en Familierecht (eigen cijfer: 8)

17 beoordelingen
 104 keer verkocht

Samenvatting van het boek 'Compendium van het personen- en familierecht'. Dit is een uitgebreide en begrijpelijke samenvatting. Voorkennis is zo goed als geen vereiste.

Laatste update van het document: 5 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 44  pagina's

  • Nee
  • H1 t/m h11, h12 (par. 124-134), h14, h15, h17, h18
  • 8 april 2019
  • 12 april 2019
  • 44
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (19)

17  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: sanne199951 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sannevaneijk • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: evatjeeh • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: rechtenstudentjex • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: hesselvandam • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mila1239 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: hilallacin • 3 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
arwinbasdew
Samenvatting
Personen en-
Familierecht
Door Arwin Basdew




Boek Hoofdstukken/paragrafen

Compendium van H1 t/m H11
het personen- en H12 paragrafen 124 t/m 134
familierecht H14, H15
H17, H18

,Hoofdstuk 1: Inleiding
Vanaf de invoering van Boek 1 BW en van het nieuwe echtscheidingsrecht is het familierecht sterk in
beweging geweest. Belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen alsmede bijvoorbeeld het EVRM, het IVRK
en het IVBPR hebben tot ingrijpende rechtspraak en wetgeving geleid. Het huidige Boek 1 BW is niet meer te
vergelijken met het in 1970 ingevoerde Boek 1 BW. Vanaf het begin van de eenentwintigste eeuw heeft de
aandacht zich verplaatst naar het jeugdrecht en is op dat terrein belangrijke wetgeving tot stand gekomen.
Ook het huwelijksvermogensrecht is ingrijpend herzien. Verder is ook het alimentatierecht in beweging.

In Boek 1 zijn geregeld het personenrecht en het familierecht.

- Het personenrecht houdt zich bezig met regels betreffende de rechtspositie van personen; hiertoe
worden gerekend onderwerpen als: begin en einde van de persoonlijkheid, naam woonplaats etc.
- Het familierecht regelt de rechtsverhoudingen die uit samenlevingsvormen, te weten huwelijk en
geregistreerd partnerschap (GP) en die uit afstammingen voortvloeien: het sluiten en ontbinden van
een huwelijk of een geregistreerd partnerschap, de rechtspositie van kinderen en het over hen
uitgeoefende gezag. Ook vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd
partnerschap vallen onder het familierecht: het huwelijks- en partnerschapsgoederenrecht.

Het huwelijks- en partnerschapsgoederenrecht en het erfrecht noemt men wel tezamen
familievermogensrecht. Het erfrecht is geregeld in Boek 4 BW.

Het jeugdrecht kent een publiekrechtelijke en privaatrechtelijke kant. De privaatrechtelijke kant omvat de
kinderbeschermingsmaatregelen. Tot het publieke jeugdrecht behoren de Jeugdwet en het jeugdstrafrecht.

Een scherpe scheiding tussen het personenrecht en familierecht is niet te maken; of regels behoren tot het
personenrecht of het familierecht heeft overigens geen praktische consequenties.


Hoofdstuk 2: De algemene bepalingen (titel 1)
Personen of rechtssubjecten kunnen worden onderscheiden in natuurlijke personen en rechtspersonen. Boek
1 heeft, behoudens enkele uitzonderingen, slechts betrekking op natuurlijke personen. Onder persoon is te
verstaan: al wat drager van rechten en verplichtingen kan zijn.

Art. 1:1 BW spreekt als beginselverklaring uit, dat ieder die zich in Nederland bevindt (ongeacht zijn
nationaliteit) vrij is. De toestanden waarin een mens een rechtsobject zou worden (zoals slavernij e.d.) worden
niet geduld. Ook ligt in art. 1:1 BW opgesloten dat ieder gelijkelijk rechtsbevoegd is: verschillen in bijv.
godsdienst, sekse e.d. spelen geen rol bij de vraag of men rechten en verplichtingen kan hebben. Het
beginsel van de gelijke behandeling en het discriminatieverbod is in art. 1 Gw vastgelegd.

Begin en einde van de persoonlijkheid
De persoonlijkheid vangt aan met het levend ter wereld komen (geboorte). In zeker opzicht maakt de wet
daarop een uitzondering namelijk door te bepalen, dat een kind waarvan een vrouw zwanger is, als reeds
geboren wordt aangemerkt zo dikwijls deszelfs belang dat vordert (art. 1:2). Door deze bepaling werkt de
rechtsbevoegdheid in het belang van het kind als het ware terug, mits het kind levend ter wereld komt. Bijv.
om te kunnen erven moet men bestaan op het moment waarop de nalatenschap openvalt.
De persoonlijkheid eindigt door de dood. De (vermogensrechtelijke) rechten en plichten waarvan de
overledene drager was, gaan dan, voor zover zij blijven bestaan, over op zijn erfgenamen.




Samenvatting personen- en familierecht | 1

,Bloed- en aanverwantschap; familie- en gezinsleven
Onder bloedverwantschap verstaat men de betrekking tussen personen van wie de een van de ander afstamt
(bloedverwantschap in de rechte linie), of tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader
hebben (bloedverwantschap in de zijlinie). Het bestaan van juridische bloedverwantschap = het bestaan
van een rechtsverhouding tussen de bloedverwanten: familierechtelijke betrekking.

Bloedverwant is een verzamelbegrip, dat begrippen als moeder, vader, ouders, broer, tante, grootouders,
neef, enz. samenvat. De (juridische) bloedverwantschap is een relatie tussen personen, die in beginsel
gebaseerd is op een biologische betrekking. Het juridische begrip bloedverwantschap valt echter niet altijd
samen met het biologische. In het algemeen heeft de wet bloedverwantschap het oog op de juridische
bloedverwantschap.
In art. 1:3 lid 1 BW vindt men geen definitie van het begrip bloedverwantschap; deze bepaling geeft slechts
aan hoe de graad van bloedverwantschap moet worden berekend. De graad van bloedverwantschap is o.a.
van belang voor het erfrecht.

Bloedverwantschap is gebaseerd op de geboorte, aanverwantschap berust op het huwelijk of het
geregistreerd partnerschap; door het huwelijk of het geregistreerd partnerschap ontstaat aanverwantschap
tussen de ene echtgenoot/partner en de bloedverwanten van de andere echtgenoot/partner. De graad van
aanverwantschap is gelijk aan de graad van bloedverwantschap tussen de andere echtgenoot/partner en
diens bloedverwant (art. 1:3 lid 2).

Naast bloedverwantschap is het hebben van ‘familie- en gezinsleven’ met een ander, vaak een kind, een
belangwekkend criterium geworden. Het begrip familie- en gezinsleven (Frans: vie familiale) is ontleend aan
art. 8 EVRM. Het bestaan hiervan valt soms samen met bloedverwantschap (bijv. moeder en kind). Tussen de
man met wie de moeder is gehuwd ten tijde van de geboorte van het kind, en het kind bestaat in het
algemeen familie- en gezinsleven en bloedverwantschap. Samenwoning ten tijde van de geboorte is niet
vereist (NJ 1988/7460), er moet wel een wettig en serieus huwelijk zijn. Een adoptie leidt eveneens tot het
bestaan van familie- en gezinsleven, mits de adoptie wettig is en het geen schijnhandeling betrof.

Tussen het kind en de man die het heeft erkend, bestaat behalve een juridisch relevante afstammingsrelatie,
ook familie -en gezinsleven. Tussen het kind en zijn biologische vader (die niet de echtgenoot is van de
moeder en het kind ook niet erkend heeft) kan familie- en gezinsleven bestaan, mits er bijzondere of
bijkomende omstandigheden zijn. Het enkele biologische vaderschap is niet voldoende om familie- en
gezinsleven aan te nemen (NJ 2004/667). Per uitzondering kan ook de intentie om vie familiale te hebben
genoeg zijn om het aan te nemen. Als het niet uitgesloten wordt, maar ook niet zeker is, is verder van belang
dat gewenste persoonlijke betrekkingen in de vorm van bijv. omgang of een afstammingsrelatie in ieder geval
tot het privéleven wordt gerekend.
De bijzondere of bijkomende omstandigheden kunnen bestaat uit de relatie die de moeder en de verwekker voor
de geboorte van het kind hebben gehad. Vereiste is dat de relatie voldoende bestendigheid heeft. Family life kan
ook voortvloeien uit de band die de verwekker na de geboorte van het kind met dat kind heeft opgebouwd. De
biologische vader voedt het kind bijv. op of woont samen met de moeder en het kind. Ook een combinatie van
omstandigheden van voor de geboorte en na de geboorte in onderlinge samenhang en verband kan tot het
bestaan van familie- en gezinsleven leiden.

Ook tussen nauwe verwanten (bijv. grootouders en kleinkinderen) kan een band die familie- en gezinsleven
omvat bestaan. Er moet sprake zijn van een nauwe betrekking.
Tussen pleegouders en hun pleegkind bestaat geen bloedverwantschap, maar er kan bij een nauwe band wel
familie- en gezinsleven worden aangenomen.
Tussen (samenwonende) echtgenoten bestaat familie- en gezinsleven, mits er een wettig en serieus huwelijk
is. Tussen ongehuwd samenlevenden, ongeacht het geslacht, bestaat eveneens familie- en gezinsleven, mits
de samenleving stabiel is.

Familie- en gezinsleven kan door latere gebeurtenissen worden verbroken, dit moet afhangen van
zwaarwegende omstandigheden (enkel tijdsverloop is niet voldoende). Het al dan niet bestaan van een
familie- en gezinsleven is o.a. van belang bij kwesties van omgang, gezag, kinderbescherming, afstamming,
onderhoud, naam en erfrecht. Indien familie- en gezinsleven conform art. 8 EVRM bestaat, heeft de staat dit
te eerbiedingen. Slechts onder voorwaarden kan inbreuk worden gemaakt (art. 8 lid 2 EVRM). Verder kunnen
er voor de staat positieve verplichtingen voortvloeien uit het recht op eerbiediging van het familie- en


Samenvatting personen- en familierecht | 2

, gezinsleven. De staat moet zorgen dat familie- en gezinsleven tot ontplooiing kan komen (door bijv.
waarborgen toe te voegen aan het nationale recht). Het kan ook gaan om een negatieve verplichting voor
de Staat in de vorm van het zich onthouden van een inbreuk op het familie- en gezinsleven. Om te toetsen of
de Staat genoeg heeft gedaan om familie- en gezinsleven tot ontplooiing te laten komen of de wijze waarop
hij dat heeft gedaan, gelden de maatstaven van art. 8 lid 2 EVRM. Dit artikel leent zich voor rechtstreekse
toepassing; men kan zich erop beroepen bij de Nederlandse rechter.
Het Marckx-arrest (NJ 1980/462) (EHRM) is van grote betekenis geweest voor het Nederlandse familierecht.
Dit arrest gaat over art. 8 EVRM. Sinds dit arrest staat het vast dat dit artikel ook positieve verplichtingen met
zich meebrengt.


Hoofdstuk 3: De nationaliteit
Niet geregeld in het BW, maar in de Rijkswet op het Nederlanderschap. De nationaliteit is van belang in zowel
het privaatrecht (bijv. welk recht moet worden toegepast) als het publiekrecht (bijv. kiesrecht, bekleden van
ambten etc.). Ieder land stelt eigen regels op m.b.t. de vraag of een persoon de nationaliteit van dat land
heeft. In Nederland geldt: ieder die geen Nederlander is, is een vreemdeling.

Omdat elk land eigen regels heeft, kan de situatie ontstaan dat iemand twee nationaliteiten heeft: bipatride.
Ook kan het bestaan dat iemand geen nationaliteit heeft: apatride (staatloze). Eén doel van de Rijkswet op
het Nederlanderschap is staatloosheid zoveel mogelijk voorkomen. Bij bipatride is het uitgangspunt van de
Rijkswet wel dat de vreemdeling die het Nederlanderschap verkrijgt, in beginsel afstand dient te doen van de
nationaliteit die voor hem in het dagelijks leven juridisch geen rol meer speelt (dubbele nationaliteit
vermijden).

Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap
Bij bepaling van de nationaliteit gelden twee beginselen: het nationaliteitsbeginsel (wie van een Nederlandse
vader of Nederlandse moeder afstamt, is zelf ook Nederlander), en het territorialiteitsbeginsel (wie op
Nederlands grondgebied is geboren, heeft de Nederlandse nationaliteit). De Rijkswet gaat uit van het
nationaliteitsbeginsel, met uitzonderingen ten gunste van het territorialiteitsbeginsel.
Verkrijgen van het Nederlanderschap geschiedt:
a. Van rechtswege, onder andere
1. Op het ogenblik van de geboorte, als de vader of de moeder Nederlander is (art. 3 Rijkswet). Het
territorialiteitsbeginsel vult hier aan: als men is geboren uit een vader of moeder, die ten tijde van de
geboorte feitelijk woonde in Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten, en die zelf geboren is als
kind van een vader of moeder die ten tijde van het laatstgenoemde geboorte feitelijk woonde in één
van deze landen. Het kind dat vóór zijn geboorte wordt erkend door een Nederlander, verkrijgt bij de
geboorte langs deze weg van rechtswege het Nederlanderschap. Dit geldt ook bij overlijden van zijn
Nederlandse vader of moeder.
2. Door erkenning na de geboorte door een Nederlandse man of vrouw, mits die erkenning geschiedt
voordat het kind zeven jaar is geworden of, indien het minderjarige kind nadien wordt erkend, mits bij
of binnen een jaar na die erkenning het biologisch ouderschap wordt aangetoond door die erkenner
(art. 4 lid 2 en 4 Rijkswet).
3. Door de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van een Nederlander, als het kind ten tijde van
de rechterlijke uitspraak minderjarig was (art. 4 Rijkswet).
4. Door adoptie van het minderjarige kind bij rechterlijke uitspraak in Nederland, Aruba, Curaçao of Sint
Maarten, als tenminste een van de adoptieouders op de dag van het in kracht gaan van gewijsde van
de uitspraak Nederlander is (art. 5 Rijkswet).

b. Door het afleggen van een schriftelijke verklaring (optie), die bevestigd moet worden

Verlening van het Nederlanderschap vindt plaats door naturalisatie, dit geschiedt bij koninklijk besluit (art. 7-
13 Rijkswet). Voor naturalisatie gelden de algemene voorwaarden dat degene die het Nederlanderschap
wenst te verkrijgen minderjarig moet zijn, er geen bedenkingen tegen verblijf in Nederland moeten bestaan, hij
of zij ten minste vijf jaar direct voorafgaande aan het verzoek in Nederland heeft verbleven en de betrokkene
ingeburgerd is (art. 8 Rijkswet).


Samenvatting personen- en familierecht | 3

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper arwinbasdew. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,94. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64670 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€5,94  104x  verkocht
  • (17)
In winkelwagen
Toegevoegd