VERPLEEGKUNDIGE KENNIS
DOELSTELLINGEN P1
WEEK 1
Ontwikkelingen in de gezondheidszorg
Het aantal mensen die ouder worden neemt toe, mensen worden ouder, de levensverwachting neemt toe → dubbele
vergrijzing
Ontwikkeling van het beroep van de verpleegkundige
In de middeleeuwen was verplegen vooral een taak van de kloosters. Later ontstonden er andere vormen van
verpleging die zich ontwikkelden tot onze moderne ziekenhuizen.
Kan uitleggen wat het autonoom handelen en participatief handelen binnen het beroep van de
verpleegkundige inhoudt
- Autonoom besluiten en handelen: binnen het verpleegkundig beroepsdomein (zelf beslissen).
- Participatief besluiten en handelen: participeren in diagnostiek of behandeling waarvoor een andere
professional primair verantwoordelijk is.
• Arts richt zich op ziekte (diagnose en behandeling).
• Verpleegkundige richt zich op de gevolgen van een ziekte, stoornis van een patiënt. Daarbij verliest
zij het ‘gezonde deel van de patiënt’ niet uit het oog en bevordert zij het zelfmanagement van de
patiënt.
Heeft kennis van het beroepsprofiel
De veranderende gezondheidszorg in de 21e eeuw, driekwart van de verpleegkundigen zal te maken krijgen met
ouderen/ondersteunen van zelfmanagement/klinisch (verpleegkundig) redeneren/preventie/opleiden tot
verpleegkundigen die breed inzetbaar zijn.
In het nieuwe beroepsprofiel wordt in heldere woorden weergegeven wat de kern van verplegen is, hoe de
competentiegebieden van de verpleegkundige eruit zien en hoe we klinisch redeneren kunnen plaatsen in relatie tot
het bereiken van zorgresultaten.
Vijf fasen in het nieuwe beroepsprofiel:
1. Risico-inschatting
2. Vroegsignalering
3. Probleemherkenning
4. Interventie (behandeling die vpk uitvoert op basis van deskundig oordeel)
5. Monitoring (bewaking)
In het beroepsprofiel is gekozen voor de volgende definitie van klinisch redeneren:
“Klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen en analyse
gericht op de vragen en problemen van een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid.”
Kan de kern van verplegen omschrijven;
Specifiek doel:
- Bevorderen van gezondheid, herstel, groei en ontwikkeling en het voorkomen van ziekte, aandoening of
beperking.
- Lijden en pijn te minimaliseren en mensen in staat te stellen hun ziekte, handicap, de behandeling en de
gevolgen daarvan te begrijpen en daarmee naar vermogen om te gaan.
- Het handhaven van de voor de patiënt best mogelijke kwaliteit van zorg, van leven tot aan het eind.
Omvat een specifieke manier van interveniëren:
- Versterken van zelfmanagement van mensen
- Vaststellen van de behoefte aan zorg
- Coördinatie, deskundigheidsbevordering en beleid- en kennisontwikkeling
Vindt plaats in een specifiek domein:
De unieke reacties op en ervaringen van mensen met gezondheid, ziekte, kwetsbaarheid of beperkingen, in welke
omgeving of omstandigheid zich zij ook bevinden.
Is gericht op de persoon als geheel:
Op de persoon als geheel in zijn of haar context met zijn of haar leefwijze, niet op een bepaald aspect of een
specifieke pathologische situatie.
,Is gebaseerd op ethische waarden:
Respect voor de waardigheid, de autonomie en de uniciteit van mensen staat centraal.
De waarden staan beschreven in de verpleegkundige beroepscode en worden uitgedragen door de
beroepsvereniging.
Betekent commitment aan partnerschap:
- In partnerschap met patiënten, hun naasten en andere mantelzorgers, en in samenwerking met andere
professionals in een multidisciplinair team.
- Verpleegkundige en patiënt en de persoonlijke verantwoordelijkheid voor beslissingen en acties.
Link leggen tussen begrippen ziekte en gezondheid in relatie tot de definitie van verplegen
Gezondheid: vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht fysieke, emotionele en
sociale uitdagingen van het leven.
Als verpleegkundige houdt je je bezig met gezondheid meestal in relatie tot (risico’s op) ziekte.
De verpleegkundige ondersteunt en beïnvloedt beroepsmatig de vermogens van de zorgvrager bij feitelijke of
potentiële reacties op gezondheids- en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen en op de behandeling of
therapie, om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te handhaven of te herstellen. De verpleegkundige helpt
zieke mensen door hun gezondheid te bevorderen m.b.v. allerlei technieken.
7 competentiegebieden Verpleegkunde in CanMEDS; benoemen, herkennen en uitleggen in eigen woorden
Vakinhoudelijk handelen: zorgverlener
Als zorgverlener is de verpleegkundige gericht op het versterken van het zelfmanagement van mensen in hun sociale
context, waar mogelijk. Verplegen omvat: het vaststellen van de behoefte aan verpleegkundige zorg door middel
van klinisch redeneren; therapeutische interventies en persoonlijke verzorging; informatievoorziening, educatie,
advies en voorspraak; lichamelijke, emotionele en geestelijke ondersteuning
Communicatie: communicator
Patiënten hebben regie over en verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en gezondheid. Van de verpleegkundige
vraagt dit een goed inschattingsvermogen van de informatiebehoefte die de patiënt heeft. Zij houdt in de
communicatie rekening met persoonlijke factoren van de patiënt en diens naasten, zoals leeftijd, etnisch/culturele
achtergrond, taalbeheersing, kennis en begripsniveau, emotie, copingsstijl en draagkracht. Het gaat om
communiceren ‘op maat’, met een groot inlevingsvermogen en op een open en respectvolle manier. De
verpleegkundige is zich bewust van de impact van haar verbale en non-verbale communicatie. Ze verifieert de
uitkomsten van haar communicatie bij de patiënt en diens naasten.
Samenwerking: samenwerkingspartner
De verpleegkundige werkt op basis van gelijkwaardigheid samen met de patiënt en zijn naasten, eigen en andere
disciplines, en met leidinggevenden. Zij deelt kennis en informatie, is gericht op samenwerking en overdracht. Dat
vergt permanente afstemming, om te voorkomen dat de zorg gefragmenteerd raakt. Zij geeft in samenwerking vorm
aan het ontwikkelen van beleid met betrekking tot de individuele patiëntenzorg over de grenzen van de individuele
zorgorganisatie.
Zij doet dit vanuit het perspectief van de continuïteit van de zorg voor het individu. De verpleegkundige werkt
daarnaast over de grenzen van gezondheidszorgorganisaties heen, met bv woningbouwverenigingen, politie,
wijkcentra, kerken en moskeeën, scholen, kinderdagverblijven. Via deze samenwerking spoort zij ook zorgmijders op
en mensen met (dreigende) gezondheidsproblemen.
Kennis en wetenschap: reflectieve professional die handelt naar de laatste stand van de wetenschap.
Het handelen van de verpleegkundige in de praktijk wordt in toenemende mate ondersteund door resultaten vanuit
onderzoek (Evidence Based Practice, EBP). De verpleegkundige streeft naar het toepassen van instrumenten en
interventies waarvan de doeltreffendheid en doelmatigheid aannemelijk zijn. Zij neemt kennis van resultaten van
wetenschappelijk onderzoek en past die toe in de beroepspraktijk. Zij participeert in onderzoek van onderzoekers
(verpleegkundig, medisch, psychosociaal en/of paramedisch).
De verpleegkundige werkt permanent aan de ontwikkeling van haar deskundigheid en levert een bijdrage aan die van
collega’s. De verpleegkundige leert via formele leertrajecten, én dagelijks op de werkplek.
Maatschappelijk handelen: gezondheidsbevorderaar
De verpleegkundige beweegt zich in een maatschappij en zorgsector, waarin het denken in termen van zorg en ziekte
verschuift naar denken in gedrag en gezondheid. De verpleegkundige draagt bij aan het bevorderen van gezondheid
van mensen door het ondersteunen van hun zelfmanagement. Waar mogelijk betrekt de verpleegkundige de naasten
en/of mantelzorg actief. Zij houdt daarbij rekening met de fysieke (leef)omgeving, sociale relaties, cultuur en leefstijl.
Daarnaast richt zij zich op de omgeving van de patiënt, op groepen patiënten en op andere professionals of
instanties. De verpleegkundige benadert mensen met hoge risico’s op gezondheidsproblemen actief. Zij beïnvloedt de
leefstijl en gezond gedrag van burgers en patiënten.
,Organisatie: organisator
De verpleegkundige werkt in verschillende sectoren van de zorg, in verschillende organisaties. Binnen de
verschillende contexten overziet en begrijpt zij de financieel-economische en bedrijfsmatige belangen die bij de
patiëntenzorg spelen. Zij voelt zich medeverantwoordelijk voor het betaalbaar houden van de gezondheidszorg. Zij
gaat op verantwoorde wijze met materialen en middelen om. Zij neemt beslissingen in het dagelijks werk over taken,
beleid (prioritering) en middelen voor de individuele patiëntenzorg.
De verpleegkundige heeft een coördinerende rol rond de patiënt of groepen patiënten: tussen disciplines en 24 uur
per dag, 7 dagen per week. Daarmee wordt fragmentatie van zorg voorkomen, de complexiteit goed ingeschat en de
juiste professional ingeschakeld. Zij heeft ook invloed op indicering van de zorg.
Professionaliteit en kwaliteit: professional en kwaliteitsbevorderaar
De verpleegkundige levert zorg passend binnen de geldende wet- en regelgeving. De verpleegkundige monitort, meet
en screent haar zorg systematisch, met het oog op kwaliteitsverbetering.
Waar mogelijk werkt de verpleegkundige evidence based, en volgt kritisch wat werkt. Zij monitort resultaten. Zij kan
afwegingen maken tussen prijs en kwaliteit, om kostenbewust te werk te gaan. Zij levert een bijdrage aan
kwaliteitssystemen binnen de organisatie.
Veel zorg is gestandaardiseerd. De verpleegkundige is betrokken bij het toepasbaar maken en uitvoeren van
standaarden. Signaleert het ontbreken van standaarden en brengt dit onder de aandacht van de eigen organisatie en
van de beroepsvereniging van verpleegkundigen.
Als lid van de beroepsgroep / beroepsorganisatie beïnvloedt de verpleegkundige samen met vakgenoten de
beeldvorming en het positieve imago van het beroep, laat zien waar het beroep voor staat.
Kernbegrippen die horen bij CanMEDS-rollen 1) Zorgverlener en 5) Gezondheidsbevorderaar in relatie tot
leefstijl en ouder worden
Als zorgverlener is de verpleegkundige gericht op het versterken van het zelfmanagement van mensen in hun sociale
context, waar mogelijk. Verplegen omvat: het vaststellen van de behoefte aan verpleegkundige zorg d.m.v. klinisch
redeneren; therapeutische interventies en persoonlijke verzorging; informatievoorziening, educatie, advies en
voorspraak; lichamelijke, emotionele en geestelijke ondersteuning.
De verpleegkundige beweegt zich in een maatschappij en zorgsector, waarin het denken in termen van zorg en ziekte
verschuift naar denken in gedrag en gezondheid. De verpleegkundige draagt bij aan het bevorderen van gezondheid
van mensen door het ondersteunen van hun zelfmanagement. Waar mogelijk betrekt de verpleegkundige de naasten
en/of mantelzorg actief. Zij houdt daarbij rekening met de fysieke (leef)omgeving, sociale relaties, cultuur en leefstijl.
Daarnaast richt zij zich op de omgeving van de patiënt, op groepen patiënten en op andere professionals of instanties.
De verpleegkundige benadert mensen met hoge risico’s op gezondheidsproblemen actief. Zij beïnvloedt de leefstijl en
gezond gedrag van burgers en patiënten.
Kennis gemaakt met verpleegkundig proces en benoemen waarom verplegen een proces is
Bij de uitoefening van de verpleegkunde werkt de verpleegkundige met probleemoplossende methoden. Het
methodische proces van gegevens verzamelen, analyseren, interveniëren en bijstellen van het beleid is de manier
van denken en handelen die verpleegkundigen gebruiken om zo goed mogelijk aan het doel van verplegen te werken.
Dit proces wordt soms verpleegkundig proces genoemd, dan worden de volgende zes fasen onderscheiden:
1. Anamnese
2. Diagnose
3. Planning en resultaten
4. Planning en interventies
5. Uitvoering
6. Evaluatie
Het verpleegkundig proces is een proces waarin verpleegkundigen op systematische wijze en in samenspraak met de
patiënt en/of relevante anderen, een probleem (of problemen) vaststellen en een interventie (of interventies) in gang
zetten middels de volgende stappen.
Dit is een proces omdat de omstandigheden van de patiënt veranderen en je als verpleegkundige dus bezig blijft om
goede zorg te verlener voor die situatie.
Kent de stappen van het verpleegproces.
ADRIE
• Anamnese: systematisch de patiënt in kaart brengen
• Diagnose: verpleegproblemen op te stellen bij de patiënt
• Resultaat: resultaten opstellen om naar toe te werken
• Interventies: acties kiezen die leiden naar het beste resultaat
• Evalueren: evalueren en rapporteren van de zorg
, Wat is een anamnese en benoem het verschil tussen een basis-, spoed-, hetero- en probleemgerichte
anamnese
Anamnese: in kaart brengen van de problemen. Verzamelen van voor de zorg relevante informatie. Het doel van een
anamnese is het inventariseren van de invloed van gezondheidsproblemen en ziekten op het vermogen van de
zorgvrager tot zelfzorg. Je neemt een anamnese af bij een opname, maar ook tussentijds. Het is een continu proces
om de situatie van de patiënt te monitoren.
1. Initiële anamnese/basisanamnese: opnamegesprek, heeft als doel inzicht verkrijgen in de gebruikelijke
levens- en gezondheidspatronen van de patiënt, de verstoringen die zich hierin hebben voorgedan als gevolg
van de gezondheidsproblematiek, en de reacties van de patiënt hierop, zodat de aangeboden zorg een
optimaal persoonsgericht karakter krijgt.
2. Vervolganamnese: nieuwe gegevens tijdens zorgcontact.
3. Vervolganamnese/periodiek terugkerende anamnese: bij langdurige zorg.
4. Speciële anamnese/probleemgerichte: richt zich op een specifiek probleem en niet op de algehele
gezondheidstoestand van de patiënt.
5. Spoed anamnese: in actuele situaties.
6. Hetero anamnese: vragen stellen aan anderen i.p.v. de patiënt zelf. Bij bv. een baby, oudere of iemand die
buiten bewustzijn is.
11 gezondheidspatronen van Gordon
1. Gezondheidsbeleving en instandhouding
2. Voeding/stofwisseling
3. Uitscheiding
4. Activiteiten
5. Slaap/rust
6. Waarneming/cognitie
7. Zelfbeleving
8. Rollen/relatie
9. Seksualiteit/voortplanting
10. Stressverwerking
11. Waarden/overtuiging
WEEK 2
Verschil benoemen tussen theorieën, modellen en classificaties
Theorie: beschrijving van een aantal samenhangende verschijnselen. De theorie verklaart hoe de verschijnselen
samenhangen en voorspelt hoe zij veranderen als de omstandigheden worden gevarieerd.
Een verpleegkundige theorie heeft vier elementen:
1. Verplegen (verpleegkundige)
2. De zorgvrager
3. De omgeving
4. Gezondheid
Model: rationele, vereenvoudigde, abstracte weergave van de werkelijkheid. Met als doel: kennis en inzicht verkrijgen
in de complexe werkelijkheid.
Classificatie: sorteren van verzamelde informatie in vastgestelde categorieën. Het doel van classificeren is een
vereenvoudigde structuur aanbrengen in de relatie tussen objecten.
Nut en beperkingen van classificaties aangeven
Nut: een vereenvoudigde structuur aanbrengen.
Classificatiesystemen zijn een goed hulpmiddel bij het verzamelen en ordenen van informatie. Er zijn heel veel
verschillende classificatiesystemen. Het systeem dat je kiest moet vooral goed passen bij de praktijk. Op een
spoedeisende hulp in een algemeen ziekenhuis verzamel je bijvoorbeeld andere informatie dan op een crisisafdeling
in de verslavingszorg of een longstay in de psychiatrie.
Wat houdt een holistisch mensbeeld in en op welke wijze heeft een mensbeeld invloed op de visie op
verplegen
- Holisme (holon): mens in zijn totaliteit.
o Biologische componenten: lichamelijk
o Sociologische: sociaal
o Psychologische: emotioneel
Ieder persoon is uniek en geeft zijn/haar voorkeur uit aan een andere behandelmethode.